Liquidatiereserve nog aanleggen of zijn er valkuilen?
Johan Hellinckx Rens Accountants

Liquidatiereserve nog aanleggen of zijn er valkuilen?

Vraag & Antwoord - Rens Accountants

Vanaf aanslagjaar 2015 is de ­liquidatiereserve (art. 184 quater WIB 92 – Programmawet 19/12/2014) van toepassing. Er zijn voortaan twee soorten liquidatiereserves (enkel voor kleine vennootschappen): de gewone, die van toepassing is vanaf AJ 2015, en de bijzondere liquidatiereserve die nu nog kan worden aangelegd voor ­­AJ 2013 en AJ 2014. Bij de uitkering van dividenden of bij de ontbinding van vennootschappen moet er (in principe) 25% roerende voorheffing worden betaald, vanaf 1/1/2016 zelfs 27%.

Er is nu dus een verzachtende maatregel die kan toegepast worden, nl. de ‘liquidatiereserve’. Dit houdt evenwel in dat u nu reeds een afzonderlijke aanslag van 10% kan betalen waardoor u later:

  • bij vereffening geen bijkomende heffing meer hoeft te betalen op de reserves waarvoor reeds 10% werd betaald (m.a.w. een besparing van 17%);
  • bij uitkering van een dividend voor de vereffening binnen 5 jaar geldt er een bijkomende heffing van 17% (in totaal is er dan 27% betaald, dus dit levert geen voordeel op); 
  • bij uitkering na 5 jaar geldt er een bijkomende heffing van 5%, in totaal is er dan 15% betaald in plaats van 27% of m.a.w. een besparing van 12%.

De afzonderlijke aanslag van 10% voor de bijzondere liquidatiereserve voor AJ 2013 moet voor 30 november 2015 betaald worden en die voor AJ 2014 moet voor 30 november 2016 betaald worden.

Valkuilen

De liquidatiereserve is niet aangewezen wanneer de aandeelhouder een vennootschap is vermits er geen roerende voorheffing is tussen vennootschappen. Ingeval van toekomstige verliezen zullen de reserves worden aangepast en kan de toekomstige uitkering in het gedrang komen of verloren gaan waardoor eveneens de afzonderlijke aanslag van 10% definitief verloren is.

Indien een toekomstige verkoop van de aandelen wordt vooropgesteld, moet er rekening gehouden worden met het feit dat een kandidaat koper mogelijk niet geïnteresseerd is in de liquidatiereserve. Bij een uitkering van de reserves na 5 jaar moet de vennootschap over voldoende (liefst overtollige) liquide middelen (beleggingen) beschikken welke geen impact hebben op het bedrijfskapitaal van de vennootschap. Inbreng in geld in kleine vennootschappen vanaf 1 juli 2013 die aan bepaalde voorwaarden voldoet, kan nog altijd genieten van de verlaagde roerende voorheffing - al naargelang het moment van de ­uitkering - van 20% of 15%.

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels