Grand Cru van de Euregio
Bruno Steegen & Frieda Brepoels

Grand Cru van de Euregio

Regio: Bilzen

 “In de jaren zestig en zeventig heeft Bilzen ervoor gekozen om vooral een residentiële gemeente te zijn. Dat heeft het gezellige karakter van onze stad bepaald, maar tegelijk missen we daardoor wel de echt grote industrie”, zeggen burgemeester Frieda Brepoels en schepen van economie Bruno Steegen. “De grootste bedrijven zijn nu het Medisch Centrum St.-Jozef en de stad. De laatste 10 tot 15 jaar zijn er gelukkig verschillende industrieterreinen bij gekomen en die trekken nu heel wat bloeiende KMO’s aan. Zo is er de Kieleberg aan de Taunusweg richting Genk, een regionaal industrieterrein met percelen van minimum een halve hectare. Daar is nog een 20 ha vrij, die we als stad verkopen.” 

“Aan het begin van de Taunusweg is er ook het ‘Mobility Centre’ met onder meer Banden De Condé, Nebim, Carglass, Bruno's Foodcorner enzovoort. Dat is geen eigendom van de stad maar wel grondgebied Bilzen, op de grens met Genk en Zutendaal. Die site loopt tot tegen het kanaal. Ook daar is nog ruimte waarvoor we nu, samen met NV De Scheepvaart, onderhandelen met enkele grote bedrijven die tot 200 mensen zouden kunnen tewerkstellen. We hopen daar een paar kleppers aan te trekken en lobbyen daar ook actief voor.” 

De laatste 10 jaar is de handelsoppervlakte verdrievoudigd.

STERCK. Met De Spelver is er nog een ander nieuw industrieterrein?

Bruno Steegen: “Dat klopt. De Spelver is een lokaal industrieterrein. Van de 25 loten zijn er intussen al 21 verkocht, dat loopt dus heel goed. De eerste bedrijven zijn er nu aan het bouwen. Het is vooral een terrein voor de iets kleinere bedrijven die vaak te groot geworden zijn op hun huidige locatie. Maar we trekken er ook bedrijven van buiten Bilzen aan.”

Goede ligging

STERCK. Wat zijn de troeven die Bilzen op economisch vlak kan uitspelen?

Steegen: “Onze gemeente is bijzonder goed gelegen naar de autosnelweg toe. We zijn heel ondernemersvriendelijk en zorgen voor actieve begeleiding. Er werken drie voltijdse krachten op de dienst lokale economie. Voor een stad met de grootte van Bilzen betekent dat al iets. We zetten niet alleen in op industrie, maar richten ons ook heel sterk op handel en KMO’s. Ook de prijs van de industriegrond is belangrijk. Die laatste hebben we op het niveau van Genk gebracht met 30 euro/m2 voor de grote sites en 50 euro/m2 voor de kleinere stukken. Dat is een gunstige prijszetting.”  

Frieda Brepoels: “We noemen ons de ‘Grand Cru van de Euregio’ omdat we pal in het midden liggen tussen Genk, Hasselt, Tongeren en Maastricht. We hebben de voordelen van stedelijkheid maar nog niet de nadelen. Er zijn weinig mobiliteitsproblemen, al moeten we daar wel aan blijven werken. En we zijn goed bereikbaar, ook dicht bij Luik. We hebben trouwens heel wat KMO’s die echt op het zuiden van Limburg en op Luik gericht zijn. Ze willen zich vaak bewust op de Spelver vestigen, dicht bij hun klanten. De kleinschaligheid en veelzijdigheid van ons handelscentrum maakt het ook aantrekkelijk om ’s middags even snel te lunchen of af te spreken op een terrasje.”

Handelsoppervlakte verdrievoudigd

STERCK. Welke economische klemtonen willen jullie tijdens deze legislatuur leggen?

Steegen: “We zijn in Limburg proportioneel het hardste getroffen door de sluiting van Ford Genk en de toeleveranciers. Voor onze nieuwe industrieterreinen zijn we vooral op zoek naar kleine KMO’s die tewerkstelling kunnen genereren. Het zal van hen moeten komen. We hebben 1.800 zelfstandigen en vrije beroepers in onze gemeente. Sommigen zijn door plaatsgebrek al jaren gefnuikt in hun ambitie. Zij krijgen nu mogelijkheden. En verder ligt onze ambitie zeker ook op handelsvlak. We willen dé shoppingstad van de regio zijn. En dan mikken we niet alleen op de inwoners van Bilzen maar ook op Hoeselt, Riemst, Kortessem, Diepenbeek en Zutendaal. Dat zijn samen ongeveer 100.000 mensen. We willen voor deze gemeenten graag de centrumgemeente zijn.” 

Brepoels: “De laatste 10 jaar is de handelsoppervlakte in Bilzen verdrievoudigd, zowel binnen als buiten het centrum. Er is 7 tot 8.000 vierkante meter handelsruimte bijgekomen. We houden vast aan het principe dat er geen horeca, kleding- of schoenverkoop in de periferie mag komen. Die willen we bewust in ons gezellige centrum houden. Een Torfs of Brantano laten we dus niet toe, tenzij ze naar het centrum komen. Daarmee spelen we in op de trend van funshoppen.” 

Frieda Brepoels

Steegen: “Men zegt in studies dat 30% van de winkels gaat verdwijnen en consumenten gaan terugkeren naar de gezellige sfeer in het centrum. Op dat vlak hebben we echt veel te bieden, omdat we ook één van de horecasteden van Limburg zijn. 

Tewerkstelling zal vooral van de KMO's moeten komen. 

Bovendien zijn we de enige stad die zowel ondergronds als bovengronds gratis parkeren aanbiedt. Dat willen we absoluut zo houden. Met een mix van ketens en speciaalzaken, goede bereikbaarheid en gratis parkeren, en een mix van horeca en winkels willen we de Bilzenaren in eerste instantie in eigen stad houden en mensen uit een bredere regio aantrekken. Dat ondersteunen we met citymarketing en acties waarmee we boven het maaiveld uitkomen.” 

Brepoels: “Uit studies en bevragingen blijkt dat we een goed imago hebben. Dat willen we behouden en versterken. We voeren een twee-sporenbeleid: enerzijds het handelscentrum verder ontwikkelen en anderzijds lokale KMO’s laten doorgroeien en nieuwe naar hier halen.” 

Gratis parking

STERCK. Alle gemeenten willen nieuwe bedrijven aantrekken. Waarin kan Bilzen het verschil maken? 

Brepoels: “De loonlast ligt overal hetzelfde. Genk had in het verleden een stapje voor, maar nu is heel Limburg een ontwrichte zone en is Bilzen ook opgenomen in de afbakening van de steunkaart. We moeten als gezellige en aangename stad ons imago kunnen uitspelen.” 

Steegen: “Als stad trachten we ook zelf het voortouw te nemen en kwaliteitshoreca naar hier te halen. Zo hebben we hier 30 meter verder zelf een pand gekocht dat leegstond. Dat  zijn we aan het renoveren. Er komt een restaurant, een bakkerij en een B&B.” 

Brepoels: “Als je aan de mensen vraagt wat ze van Bilzen vinden, dan komt bij 8 van de 10 in de eerste plaats gezelligheid naar voor. We hebben een leuk centrum met de kerk in het midden, veel horeca, winkels en er is een echte trekpleister met Alden Biesen. 

En dan is er natuurlijk ons beleid voor gratis parkeren. Dat geeft ons echt een meerwaarde ten opzicht van andere steden. Gratis parkeren heeft ons een boost gegeven en we kunnen ons daarmee positioneren binnen de regio. Het nieuwe parkeerverwijssysteem langs de invalswegen is daarbij een hulp.  Mensen vonden vroeger de parkings niet, nu wel.”

Centrumfunctie

STERCK. Hoe zit het op het vlak van demografie?

Brepoels: “We hebben 13 deelgemeenten en 16 parochies. Er komen tegenwoordig veel 60-plussers van de deelgemeenten naar het centrum wonen. Voor jonge gezinnen is het echter vaak te duur. Daar moeten we mee oppassen. 

We proberen ervoor te zorgen dat er aan de rand rond Bilzen woningen komen waar jonge gezinnen iets kunnen kopen of huren.”  

Steegen: “Vroeger voelden we dat de Bilzenaren de eerstelijnsgoederen zoals vlees, kaas en brood wel hier kochten. Maar tweedelijnsgoederen zoals kleding, schoenen en cosmetica gingen ze ergens anders kopen en dan brachten ze ook hun voeding mee. We hebben ernaar gestreefd om ons winkelaanbod in die mate uit te bouwen dat ze voor beiden hier terecht kunnen. En met dat aanbod kunnen we ook de inwoners van de buurgemeenten aantrekken." 

Brepoels: “Die taak willen we opnemen. We hebben hier een mooi overdekt zwembad dat 250.000 bezoekers per jaar trekt. En met de nieuwe bibliotheek hebben we nu ook één van de mooiste bibliotheken van Vlaanderen. Dat kost allemaal handenvol geld maar het versterkt ook onze centrumfunctie in de regio." 

Steegen: “We zijn een kantonhoofdplaats met een vredegerecht. En we willen die verzorgingsfunctie ook opnemen voor de regio. Zestig tot zeventig jaar geleden kwamen de mensen van Genk met paard en kar naar de politierechtbank in Bilzen. Toen was Bilzen een stad en Genk nog een dorp. Dat is nu anders." 

STERCK. Jullie hebben relatief weinig leegstand?

Steegen: “De woningen van mensen die vertrekken worden vrij snel terug ingevuld. Er zijn geen gaten in de stad. Nieuwe zaken die starten doen het meestal vrij goed. Hippe zaken zoals een cocktailbar en een tapasbar trekken volk aan. Er is veel geld in omloop en weinig tot geen overlast of onveiligheid.”.

Bruno Steegen & Frieda Brepoels

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels