Horecasector in  transformatie
Ludo Geurden Sector - Toerisme - Provincie

Horecasector in transformatie

Sector - Toerisme - Provincie

De invoering van de witte kassa en de flexi-jobs hebben een grote impact op de horecasector. Het aantal faillissementen blijft schrikbarend hoog, maar er is wel sprake van een duidelijke professionalisering. Ludo Geurden, voorzitter van Horeca Limburg maakt voor STERCK Magazine een stand van zaken op.

Ludo Geurden (Hotel Mardaga As) is intussen twee jaar voorzitter van Horeca Limburg. Hij zetelt al tien jaar in de raad van bestuur Horeca Vlaanderen en maakt sinds twee jaar ook deel uit van het operationeel comité waar nagenoeg alle beslissingen genomen worden. Samen met gouwgenoot en ­nationaal voorzitter Filip Vanheusden trekt hij hard aan de kar.

“In verhouding tot de rest van Vlaanderen doen we het in Limburg nog behoorlijk goed”, zegt Ludo Geurden. “Andere provincies zien dat het hier werkt. De samenwerking met onder meer Toerisme ­Limburg is bijzonder goed. De positieve ontwikkelingen in de vrijetijdseconomie zorgen ervoor dat steeds meer mensen naar Limburg komen en daar vaart de horeca wel bij. Wij zien dan ook relatief veel starters. Maar dat zijn wel bijna allemaal kleinschalige initiatieven. De man die in de keuken staat en zijn echtgenote in de zaal of omgekeerd. En pas als dat goed loopt breiden ze misschien uit. Er komen dus nieuwe zaken bij, maar het is daarom niet noodzakelijk de grote werkgelegenheid.”

STERCK. De cijfers van de horecasector zien er nochtans niet rooskleurig uit?

Ludo Geurden: “Dat klopt. In 2017 gingen 2.149 horecazaken failliet. En we voorspellen dat er in 2018 nog serieuze klappen zullen volgen. Sinds de invoering van de witte kassa is er toch wel een en ander veranderd. Sommige ondernemers haken af en stoppen ermee, anderen doen verder maar volgen de regels van de nieuwe witte kassa niet. Op die manier vormen ze natuurlijk oneigenlijke concurrentie omdat ze goedkoper werken. Daarom hameren we er ook op om verder controles te blijven uitvoeren. Tachtig procent van de horeca-­ondernemers in Vlaanderen is wel in orde. Zij mogen niet de dupe worden. In Brussel en Wallonië ligt dat percentage overigens een flink stuk lager."

Horeca moet zwaarder wegen in Brussel

“In de talrijke comités en commissies in onze ­sector wordt hard gewerkt aan professionalisering”, zegt Ludo Geurden. “Er zijn in Vlaanderen bijna 45.000 horecazaken. 6.000 daarvan zijn lid van Horeca Vlaanderen. In Limburg zijn het er een 800-tal. Dat moet nog veel beter kunnen. We hebben een heel lage instapdrempel van 220 euro per jaar die je bijna volledig terugkrijgt via kortingscheques. Bovendien mag je al je medewerkers gratis op opleiding sturen, krijgt je juridisch advies, … Je zou gek zijn om geen lid te worden. We moeten kunnen evolueren naar 15 à 20.000 leden om echt te kunnen wegen op het beleid in Brussel. En we moeten het ondernemerschap in de Horeca nog veel meer uitdragen. Onze mensen moeten zichzelf en hun sector op een hoger niveau tillen.”

STERCK. Een aantal maatregelen hebben een grote impact?

Geurden: “We hebben jarenlang geijverd voor een btw-verlaging in ruil voor de invoering van de witte kassa. Voor voeding hebben we die gekregen: van 21 naar 12 procent, maar niet naar 6 procent zoals gevraagd. Op de drank is er geen verlaging gekomen. Daarnaast zijn de regels voor studenten­arbeid versoepeld. En natuurlijk was de invoering van de flexi-jobs een heel belangrijke stap. Er zijn nu al meer dan 27.000 mensen die daar gebruik van maken. Dat werkt echt. De jobs zijn bestemd voor mensen die elders al 3/4e werken en graag wat willen bijklussen. Dat geld stroomt toch terug naar de economie. Zij krijgen hun brutoloon nu netto en wij betalen daar 25 procent patronale lasten op. Het systeem is in januari opengetrokken naar de gepensioneerden. In ons hotel zijn daardoor vier nachtwakers en twee kamermeisjes in kunnen stappen. Het is zowel voor hen als voor ons interessant.”

Loonlasten

STERCK. Zijn er nog nieuwe maatregelen nodig?

Geurden: “De echte loonlastverlaging die we vragen is er natuurlijk nog niet. De hoge personeelskosten blijven voor veel horecaondernemers een strop rond de nek. Met de witte kassa kan je vrijblijvend ook de tijdsregistratie doen voor alle personeel. Dan krijg je op maximum vijf fulltimers een RSZ-korting van 500 euro per persoon per kwartaal. We vragen om die korting uit te breiden naar het volledige personeel.

Daarnaast zijn sinds januari de flexi-jobs ook in tal van andere sectoren mogelijk. We willen hun rekening niet maken, maar in die sectoren is er wel geen witte kassa. We vragen om de lat voor iedereen gelijk te leggen. Zowel binnen als buiten de sector. Voor horecazaken die minder dan 25.000 euro omzet uit voeding halen is de witte kassa overigens niet verplicht. Dat laat de deur open voor misbruik. We vragen om de verplichting te veralgemenen.”

STERCK. De witte kassa heeft wel tot professionalisering geleid?

Geurden: “Dat is absoluut zo. Veel cowboys zijn al uit de sector verdwenen en er zullen er nog volgen. Er is een verschil tussen restaurantje spelen en een restaurant managen. Een mooi voorbeeld zijn al de deelnemers aan de tv-wedstrijd ‘Mijn Restaurant’. Hoeveel blijven er daarvan uiteindelijk nog over na tien jaar? Als je er één of twee vindt, dan is het veel.

In België heb je één horecazaak per 300 à 350 inwoners, in Nederland heb je één horecazaak per 1.500 inwoners. Dat is een verschil van één op vijf. We gaan ook hier evolueren naar hoe langer hoe minder horeca­zaken, maar die worden wel steeds professioneler gerund. Daardoor krijg je voor een deel misschien meer eenheidsworst, maar het komt de kwaliteit ten goede. En de zaken zullen beter gevuld zijn. Uiteindelijk geldt er voor een ondernemer uiteindelijk toch maar één ding: wat je aan werkgelegenheid creëert, maar vooral ook wat er na keihard werken op het einde van de rit overblijft.”

Er zijn al meer dan 27.000 mensen die gebruik maken van de flexi-jobs.
Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels