Maatwerk op mensenmaat
Johan Bongaerts & Tom Ketels Bewel

Maatwerk op mensenmaat

Bewel

Bewel is een gekende naam en één van de grootste werkgevers in de provincie. De vzw stelt 1.700 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt tewerk in alle mogelijke sectoren. Het hoofddoel van de vzw is om tewerkstelling voor de Bewel-medewerkers te genereren door het rendement van bedrijven op te krikken en oplossingen via handenarbeid aan te reiken. “De mogelijke manieren waarop dat kan zijn haast oneindig”, leggen Johan Bongaerts en Tom Ketels uit.

“Bewel is in 1964 door het provinciebestuur opgericht en staat letterlijk voor ‘Beschutte Werkplaatsen Limburg”, vertellen algemeen directeur Johan Bongaerts en commercieel directeur Tom Ketels. “We zijn één vzw die opereert vanuit negen locaties in Limburg. In andere provincies zijn beschutte werkplaatsen niet provinciaal geregeld, waardoor er daar veel meer vzw’s zijn. Na 1 januari zal de naam Bewel blijven, maar is er geen onderscheid meer tussen beschutte werkplaatsen en sociale werkplaatsen. Vanaf dan noemen die allemaal maatwerkbedrijven. We werken allen met mensen die een bepaalde afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Het zijn de VDAB en de GTB (de gespecialiseerde trajectbegeleiders) die beslissen wanneer iemand daarvoor in aanmerking komt. Als wij een vacature hebben, plaatsen we deze bij hen en zij zorgen voor onze instroom. Wij maken wel de uiteindelijke selectie.”

De beste opdrachten ontstaan vaak als we kunnen meedenken met de klant.

STERCK. Wanneer heeft iemand een afstand tot de arbeidsmarkt?

Bongaerts: “Die reden kan heel divers zijn. Bij ons werken vooral mensen met een cognitieve achterstand. Dat is historisch zo gegroeid. Maar er zijn ook mensen met een psychosociale problematiek, langdurig werkzoekenden, nieuwkomers, ex-gedetineerden, ex-verslaafden, … De keuze of ze bij ons of bij een sociale werkplaats gaan werken, heeft vaak te maken met de aard van de job. We zien vandaag dat de sterkere profielen eerder naar de sociale werkplaatsen geleid worden en dat profielen met een hogere begeleidingsnood vaker bij een beschutte werkplaats terechtkomen. Vanaf 1 januari moeten we zien hoe dat gaat lopen. Waarschijnlijk beslist de persoon dan zelf waar hij het liefst tewerkgesteld wordt.”

Ketels: “Ook de financiering verandert. Vanaf 1 januari krijgt iedereen die binnen de ­sociale economie kan werken een soort van rugzak met een eigen financiering die wij als maatwerkbedrijf ontvangen in de vorm van subsidies.”

Tom_Ketels_Johan_Bongaerts

Sociale ondernemers

STERCK. Jullie noemen zich sociale ondernemers?

Bongaerts: “In het ondernemend zijn zit er geen verschil tussen ons en de reguliere economie. Maar iedereen met een afstand tot de arbeidsmarkt heeft wel een zogenaamd rendementsverlies. Dat wordt vergoed onder de vorm van subsidies. Wij krijgen een loonpremie om hun loonkost te financieren, een stuk begeleidingspremie en een organisatiepremie. Met dat pakket moeten we als maatwerkbedrijf zorgen dat we rendabel zijn.”

Ketels: “Ook al zijn we een vzw, onderaan de streep moeten de cijfers positief zijn. We moeten elk jaar ons resultaat halen. We hebben negen gebouwen en tal van machines die we moeten onderhouden, vervangen en ­uitbreiden. En een deel vloeit ook terug naar onze medewerkers via opleidingen, ergonomie, investeringen in veiligheid, … We moeten alleen geen aandeelhouders uitbetalen.”

STERCK. Jullie zijn één van de grootste werkgevers in Limburg?

Bongaerts: “In koppen uitgedrukt stellen we ongeveer 1.700 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt tewerk. Daar zijn heel wat deeltijdse jobs bij. Verder werken er ongeveer 300 omkaderingsmedewerkers bij ons. We hebben gemiddeld per tien doelgroepmedewerkers één begeleider of ­monitor. De meeste omkaderingsmedewerkers zijn actief in de productie, maar we hebben natuurlijk ook overkoepelende diensten zoals communicatie, finance, IT, vorming, … Ons product zijn de handen van onze mensen. Daarom hebben we ook een sterk uitgebouwde hr-dienst en sociale dienst.”

Bestuur in goede handen

In de raad van bestuur van Bewel zetelen alle stakeholders: de toegeleiders VDAB en GTB, het onderwijs, de werkgeversorganisaties, de vakbondsorganisaties, de overheid en de verenigingen voor personen met een beperking. Het dagelijks bestuur bestaat uit zes mensen. Koen Albregts, Hilde Dewilde en Mieke Frans vanuit de sociale economie. Daarnaast zetelen ondernemers Joris Vrancken (P&V Elektrotechniek), Jos Polleunis (Cegeka) en Ivan Hermans (ZF Services Belgium) in het dagelijks bestuur.

Uiteenlopende domeinen

STERCK. Waar worden jullie mensen tewerkgesteld en wat doen ze?

Ketels: “Ze werken zowel bij ons in de werkplaats als op de werkvloer van de klant. Dat laatste noemen we enclavewerking. 35% van onze mensen werken inmiddels op die manier. De grootste activiteit die we doen is verpakken. Vaak binnen een logistiek geheel waarbij we een service met toegevoegde waarde leveren: herverpakken, herlabelen, … Dat maakt meer dan 20% van onze omzet uit. Het gaat bijna altijd om procesmatige opstellingen. We hebben een dienst arbeidsvoorbereiding die een opdracht voorbereid en kijkt wat het eindresultaat moet zijn. Welke stappen zijn er nodig? Hoeveel mensen moeten we inzetten? Op welke manier bouwen we best een keten op? Zo trachten we het rendement van onze klant hoger te doen draaien dan in een reguliere setting. Naast verpakken doen we bijvoorbeeld ook montage en assemblage. We kunnen bepaalde onderdelen samenstellen, zoals de voormontage van sprinklers. ­Onze ­mensen brengen bijvoorbeeld teflon aan zodat ze vlotter geïnstalleerd kunnen worden op de werf. We assembleren zelfs volledige elektriciteitskasten.” 


STERCK. Jullie hebben ook een eigen mailingservice, boekbinderij en zeefdrukkerij?

Ketels: “We zijn nu via een klant bezig met een mailing van een grote boekingssite voor hotels die wereldwijd uitgestuurd zal worden. Er zijn 20 mensen actief om dat verhaal op een maand erdoor te krijgen. We werken ook veel voor bibliotheken, notarissen en advocaten. En onze zeefdrukkerij werkt zelfs internationaal. We kunnen glas, pvc en hout bedrukken met inkten of UV-inkten. Ronddrukken op emmers en ­siliconentubes is één van onze specialiteiten. Verder beschikken we over twee cleanrooms waar we onder gecontroleerde condities kunnen monteren of ­verpakken, inclusief kwaliteitscontrole. Zowel in Tessenderlo als in Neerpelt beschikken we over gekoelde voedingsafdelingen. In Neerpelt verpakken we snoep onder de ISO22000-kwaliteitsnorm. We maken bijvoorbeeld ook displays die we zelf vullen.”

BEWEL_Johan_Bongaerts

STERCK. Wanneer moet een ondernemer eraan denken om jullie in te schakelen?

Bongaerts: “Als een job repetitief van aard is, kan niemand dat beter dan wij. We leveren topkwaliteit in repetitieve handenarbeid. We verkopen de handen van onze mensen. Van ieder moeilijk werk maken we een werkbaar werk voor onze mensen. Onze ingenieurs en arbeidsvoorbereiders kappen die opdrachten in stukjes zodat het voor onze mensen haalbaar wordt. Hoe moeilijk een opdracht ook is, als het maar repetitief is en met de handen gaat, dan kunnen we elke opdracht aan. En er is natuurlijk ook een economisch verhaal. Onze loonkost wordt een stuk gesubsidieerd. Daardoor kunnen we andere tarieven aanbieden dan in de reguliere sector. Bedrijven kunnen dankzij ons hun concurrentiepositie verbeteren.”

Ketels: “Je staat er pas bij stil wat wij allemaal kunnen als je het een keer gezien hebt. We hebben een zeer brede waaier aan mogelijkheden. Daarom is het ook zo moeilijk uit te leggen aan een potentiële klant. Als iets te repetitief wordt, moet men de vraag stellen of wij dat niet kunnen. De beste opdrachten ontstaan vaak als we kunnen meedenken met de klant. We hebben ­klanten die hun machine bij ons neerzetten en waarbij we dan voor hen de hele behandeling doen en het finale eindproduct afleveren, bijvoorbeeld in afgevulde flesjes of flacons.”

Partnerships

STERCK. Vormen jullie concurrentie voor de reguliere economie?

Ketels: “We maken geen ­product, we ondersteunen bedrijven om hun concurrentiepositie te verbeteren, om bepaalde tekorten in ­personeel op te vangen. Of we doen taken die niet interessant zijn om zelf te doen. Op het vlak van groenbeheer werken we zowel voor bedrijven als overheden. De overheid schrijft specifieke aanbestedingen uit voor de sociale economie. Daar vormen we geen concurrentie voor de reguliere economie. We werken meer in de natuur, in buitengebieden met onkruidbeheersing, het scheren van hagen, … Het gaat dan puur om onderhoud. Reguliere bedrijven doen meestal ook ontwerp, aanleg, alles erop en eraan. Een aantal reguliere bedrijven binnen groenonderhoud zijn zelfs vragende partij om met ons samen te werken.”

Cheque voor particulieren

“Het is voor ons echt een uitdaging om de dip in tewerkstelling tussen januari en april op te vullen en economische werkloosheid voor onze mensen te vermijden”, zegt Tom Ketels. “We doen nu zelfs acties waarbij particulieren een ­cheque voor vier of zeven uur kunnen kopen, waarbij we hun tuin winterklaar komen maken, de zolder of de kelder helpen opruimen, … De eerste reacties daarop zijn alvast heel positief.”

Bongaerts: “Het is ­belangrijk dat bedrijven zien wat we kunnen, maar we komen ook graag bij hen over de vloer. Zo zien we heel specifiek wat ze doen en kunnen we het best aangeven wat onze mogelijkheden zijn. We zijn er niet om bestaande arbeidskrachten te vervangen door goedkopere. Maar wel om bijvoorbeeld nieuwe opdrachten aan te pakken of aanvullend werk te verrichten. Om te ontzorgen en mee te participeren in een project. En uiteraard dragen we ook bij aan maatschappelijk verantwoord ondernemen, wat veel bedrijven hoog in het vaandel dragen.”

Ketels: “We werken graag via partnerships. Dan denken we samen met bedrijven na over wat we voor hen kunnen betekenen. In een aantal gevallen kunnen we binnen een langlopende overeenkomst zelf een stuk investeren en samen een oplossing zoeken. Bedrijven moeten steeds vaker gaan samenwerken om tot een resultaat te komen dat ze individueel niet kunnen bereiken omdat ze elk hun eigen specialisme hebben.”

STERCK. Bewel verankert zich ook in bepaalde bedrijven in ruil voor tewerkstelling?

Bongaerts: “Bij Greenyard Bree hebben we bijvoorbeeld ­constant 70 tot 80 van onze mensen in huis. In die enclave hebben we geïnvesteerd in een nieuwe productielijn in ruil voor een bepaalde hoeveelheid tewerkstelling voor een langere periode. We gaan in Opglabbeek nu ook een nieuwbouw van 20.000 m2 bouwen die eind volgend jaar operationeel moet zijn. Daar hebben we met Scania een ­tewerkstellingsconvenant afgesloten waarbij een bepaald aantal mensen gedurende minstens negen jaar werk hebben. En dat laatste, daar gaat het voor ons om.”

STERCK. Jullie hechten veel belang aan jullie imago?

Bongaerts: “Iedereen in Limburg kent Bewel, maar vaak vanuit de verkeerde betekenis. Men associeert ons met het feit dat hier gehandicapten werken. Dat is een te stereotiep beeld. Bij ons werken ­mensen met een cognitieve beperking. Ze hebben misschien een IQ tussen de 50 en 70 en zijn soms minder slim, maar ze zijn wel perfect in staat om autonoom te functioneren in het leven. We hebben mensen die alleen wonen, of die kinderen hebben, mensen die zelf met de wagen naar het werk komen. Je merkt niet meteen dat ze een beperking hebben. We doen enorme inspanningen om die negatieve perceptie uit de wereld te helpen.”

BEWEL_Tom_Ketels

Werkloosheid vermijden

STERCK. Permanente tewerkstelling voor jullie mensen is een topprioriteit?

Bongaerts: “We komen uit een tijd waarin men nooit naar werk heeft moeten zoeken. Philips en Ford Genk zorgden automatisch voor handen­arbeid. Die tijd is voorbij. Daarom hebben we intussen een sterk uitgebouwde commerciële dienst en een customer service. We moeten constant op zoek naar nieuwe opdrachten. Voor onze moeilijk inzetbare mensen is dat niet zo evident. En onze 130 mensen van de groendienst moeten in de winter ook werk hebben. Je kan die mannen geen maanden in een werkplaats zetten. Die tewerkstelling in de winter is echt een bekommernis. Ik zou de gelukkigste mens ter wereld zijn als we ons contingent volledig ingevuld ­hebben én er permanent werk voor hebben. We proberen de economische werkloosheid van onze mensen tot een minimum te beperken, maar dat is niet altijd eenvoudig.”

STERCK. Wat zijn jullie belangrijkste actiepunten voor de toekomst?

Bongaerts: “We willen nog meer kunnen betekenen voor bedrijven. Een enclave die we starten moet minstens vijf mensen tellen, anders is dat niet rendabel. Er moet ook steeds ­begeleiding zijn. Maar we kunnen starters of kmo’s bijvoorbeeld ook ontzorgen door hun machine bij ons in de werkplaats te ­zetten. Dan kunnen we soms wel met één of twee mensen aan een opdracht werken onder toezicht van onze monitor.”

Bedrijven kunnen dankzij ons hun concurrentiepositie verbeteren.

Ketels: “Werken aan ons imago is sowieso een grote bekommernis. We krijgen veel vragen om extern te werken, maar het is ook een uitdaging om aangepast werk voor onze mensen naar onze werkplaatsen te halen. Daarnaast kijken we naar een aantal nieuwe ­sectoren, zoals de zorg en de circulaire economie, … En we werken aan een strategisch plan om op lange termijn meer richting te geven.”

Bongaerts: “Uiteindelijk zijn alle inspanningen die we doen gericht op de tewerkstelling van onze mensen.”

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels