iMinds creëert pijplijn van jonge starters
Wim De Waele

iMinds creëert pijplijn van jonge starters

Sector: ICT

Vraag naar de meest succesvolle Belgische regio op het vlak van ICT-innovatie en je zal steevast Gent als antwoord krijgen. Dat is mede te danken aan iMinds, het strategische onderzoeksinstituut van de overheid, dat jaarlijks een twintigtal Belgische starters klaarstoomt om de markt te veroveren. Wim De Waele verdiende onder meer zijn sporen in Silicon Valley en staat sinds 2004 aan het hoofd van iMinds (het vroegere IBBT). Op de Hasseltse Corda Campus start rond de jaarwisseling een Limburgse antenne die dezelfde dynamiek naar Limburg moet brengen. 

“Aan onze universiteiten en hogescholen is ontzettend veel kennis aanwezig,” legt Wim De Waele uit. “Het komt erop neer om die naar de markt te brengen en er economische waarde uit te genereren. In heel Europa is die innovation gap een uitdaging. Men is goed in de basisresearch maar minder goed in het creëren van economische successen ermee. Dat is ook zo in software en ICT waar de Verenigde Staten als markt veel dominanter is.” 

In de ICT-sector moet je innovatieve challengers stimuleren.

STERCK. Wat zijn jullie belangrijkste doelen?

Wim Dewaele: “Enerzijds richten we ons onderzoek op de markt of op een specifieke vraag. We schakelen universitaire onderzoekers in voor trajecten met bedrijven. En we zorgen ook voor een gedeeltelijke financiering ervan. Er is bijvoorbeeld veel te doen over de kost van de vergrijzing. Langere thuisverzorging kan een deel van de oplossing zijn. Daarin speelt technologie dan een belangrijke rol. Maar het is meteen een sterk multidisciplinair gegeven waarbij ook gebruiksvriendelijkheid, economische, juridische en maatschappelijke factoren een rol spelen. Een typisch iMinds-project in de gezondheidszorg zal dus niet alleen één of meerdere technologieproviders bevatten, maar ook een zorginstelling, een logistiek bedrijf, een specialist in usability, en noem maar op. We bouwen consortia van bedrijven die met ons aan bepaalde oplossingen werken. In Limburg hebben we op deze manier onder meer samengewerkt met de Groep Essers.”

Zaai-kapitaal

STERCK. Jullie tweede grote pijler is het iStart-programma?

De Waele: “Als je de ICT-sector wil ondersteunen moet je oog hebben voor bestaande initiatieven, maar moet je ook innovatieve challengers stimuleren. Die verstoren eigenlijk de bestaande marktwerking. Die iStart-pijler is in het Gentse sterk gegroeid. We faciliteren de incubatie van nieuwe projecten en zorgen voor zaai-kapitaal. Dat gebeurt in een heel vroege fase. Het start al bij bewustmaking van studenten en de identificatie van student-ondernemers. Daarnaast voorzien we opleidingen voor potentiële ondernemers om hen te coachen hoe ze een professionele productmarketing opzetten, hun organisatie structureren, financiering zoeken, omgaan met het internationale verhaal.” 

Wim De Waele

STERCK. Hoeveel investeren jullie?

De Waele: “We richten ons op potentiële ondernemers die al een technisch prototype hebben, maar nog zoeken naar marktvalidatie en financiering. We investeren 50 tot 100.000 euro in geselecteerde cases. Dat is geen subsidie maar risicokapitaal in de vorm van een participatie. Het bedrijf krijgt de kans om een markttest uit te voeren. Voor software kan dat vaak al met een relatief beperkt bedrag. Na een jaar moet het bedrijf vervolgfinanciering zoeken op de private markt of bij instanties zoals LRM. Per kwartaal doen we een oproep. Het afgelopen kwartaal hebben we uit 33 aanvragen een achttal geselecteerd. Dat leidt tot 20 à 25 starters per jaar. Nu komen nog teveel projecten uit het Gentse. Dat is ook één van de redenen om in het kader van SALK met een tweede incubator in Hasselt te starten. Coaching is minstens even belangrijk als funding. Zeker voor startups die uit een researchcontext komen. Het zijn meestal nog jonge mensen zonder marktervaring die misschien wel een goed idee hebben.” 

Netlog

STERCK. Is het Gentse succesverhaal ook in Hasselt mogelijk?

De Waele: “In Gent is er intussen een hele reeks van bedrijven die verkocht zijn en waaruit nieuwe bedrijven voortkomen. Het meest gekende voorbeeld is Netlog. Als je ziet hoeveel bedrijven daaruit ontstaan zijn: Showpad, Engagor, Pedigree, In The Pocket, Teleatlas, … Zo creëer je een eigen ecosysteem. Dat is ook best mogelijk in Limburg, maar niet van de ene dag op de andere. We zullen starten met sensibilisering en aansluiting zoeken bij bedrijven die met ons als satelliet willen werken, genre Mobile Vikings en Right Brain.”

Naast een klimaat van mogen falen heb je rolmodellen nodig.

STERCK. Zit risico nemen wel voldoende in onze cultuur?

De Waele: “Psychologische elementen spelen inderdaad een rol. Bij startups ga je er altijd meer hebben die falen dan die lukken. Dat mag niet stigmatiserend werken. Succes hangt niet alleen van de kwaliteit van de mensen af. Zo is er hier in Gent het voorbeeld van Posios. Ze maken iPad-gebaseerde software voor kasregisters en bars, volledig cloudbased. Hun mobiele technologie zit heel goed en is veilig. Wel, die mensen zaten in een vroegere startup van ons die failliet gegaan is, maar die ook had kunnen lukken. Ze hebben daar een belangrijke leercurve doorgemaakt en zijn nu succesvol. Naast het klimaat van mogen falen heb je ook rolmodellen nodig. Ondernemers die tonen dat het kan en anderen de zin geven om te beginnen. Eén echte succescase kan al voldoende zijn.”

STERCK. Heb je de VS nodig als je het groot ziet?

De Waele: “Succes van hieruit is zeker mogelijk maar je moet per definitie voor een globaal verhaal gaan. De vraag is welke functies je waar voorziet en waar je je hoofdkwartier vestigt, voor zover je dat al hebt. Er zijn bedrijven zoals Acquia van Dries Buytaert en Sparkcentral van Davy Kestens die direct naar de States trekken. Maar ik heb er ook al gezien die lokaal beginnen, hun R&D hier houden en vooral de sales en marketing vanuit de States organiseren. Er is geen formule die beter is dan de andere, zolang je maar beseft dat je je moet richten op een globale markt. Als je in de B2B-sfeer zit en software moet leveren aan productiebedrijven kan Duitsland bijvoorbeeld een heel interessante markt zijn. Je kan de VS in de meeste gevallen niet negeren als je ambitie hebt, maar het hangt van case tot case af wanneer je er naar toe moet gaan.” 

STERCK. Wat vindt u van de kritiek dat het moeilijk is om snel te groeien in België?

De Waele: “Ik kan daar wel inkomen. Niet omdat er geen risicokapitaal is want dat is er wel. Maar vooral omwille van het feit dat het hier als klein bedrijf heel moeilijk is om grote klanten te krijgen, zowel op de private markt als bij overheidsaanbestedingen. We zijn hier vrij risicoschuw en zullen niet vlug software van een klein bedrijf implementeren. Eén van de eerste klanten van Davy Kestens in de VS was als ik me niet vergis Delta Airlines, een gigantisch bedrijf. Hier zou dat veel minder evident zijn. In de VS moet zelfs een bepaald percentage van overheidsopdrachten naar kleine bedrijven gaan. Dat geeft een boost aan de hele startup- en technologiesector. We zouden dat ook in Europa moeten toepassen".

Onderzoek toegankelijk voor KMO’s


“In ons toegepast onderzoek hebben we de harde regel dat er zeker bedrijven in vertegenwoordigd moeten zijn,” zegt Wim De Waele. “Veertig procent van onze partners zijn KMO’s, meestal wel technologisch gesofisticeerde bedrijven. Typisch aan hen is dat ze op relatief korte termijn resultaat willen zien. Onze ICON-formule komt daaraan tegemoet omdat dit onderzoek binnen 2 jaar tot een resultaat moet leiden dat omgezet kan worden in een product. Maar zelfs daar zie je dat het soms nog te lang duurt voor de bedrijven. We hebben ook proeftuinprojecten waar we ondersteuning bieden in de testfase en bij gebruikersfeedback. Dit gebeurt om het product te verfijnen en aan te passen aan de noden van de markt. De interesse van KMO’s neemt hiervoor toe. Soms gaat het om heel kleine projecten van enkele tienduizenden euro’s. De tijd is voorbij dat innovatie alleen van de grote bedrijven komt. Veel innovatieve kracht komt van kleine en middelgrote ondernemingen.”

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels