To trace or not to trace?
Peter Bouts Polemieck

To trace or not to trace?

Polemieck

Dat is niet de vraag die ons bij de opheffing van de inperkingsmaatregelen bezighield. Maar wel de vraag of de manuele contact tracing diende versterkt te worden met een digitale tracing app. En zo ja, met welke technologie het recht op privacy maximaal kon gevrijwaard blijven. Hoewel het in april nog de ambitie van de Europese commissie was dat alle lidstaten voor dezelfde technologische oplossing zouden kiezen, is de EU er spijtig genoeg niet in geslaagd om één applicatie voor alle Europese burgers te ontwikkelen. De meerwaarde van één app op basis van dezelfde technologie voor alle Europese landen zou nochtans bijzonder groot geweest zijn. Het virus kent geen grenzen of culturele verschillen.

Zoals bij de uitbraak de grenzen meteen dichtgingen en de lidstaten de mondmaskers voor elkaars neus wegkaapten, zijn de nationale regeringen voor de ontwikkeling van een eigen app gegaan. Niet de absolute noodzaak maar wel de keuze tussen een centraal of een gedecentraliseerd systeem met meer waarborgen voor de privacy stond ter discussie. In het eerste is de anonimiteit van de gebruiker niet gegarandeerd en geldt een bij de overheid gecentraliseerde opslag van data. In het tweede zal de app geen namen, andere persoonlijke informatie of locatie van de gebruiker registreren. Als je zelf besmet raakt en dus positief hebt getest, mag je dit ingeven. De app zal dan met behulp van bluetooth de mensen verwittigen die de afgelopen weken dicht en gedurende meer dan 15 minuten bij jou stonden.

In landen die voor een (door viro- en epidemielogen aanbevolen) gecentraliseerde opslag kozen, is al snel gebleken dat er geen draagvlak is bij de bevolking. In Noorwegen werd de app al vrij snel terug offline gehaald wegens een onevenredig grote impact op de privacy van de gebruikers. Om dezelfde reden werkt de app ook niet in Frankrijk waar slechts 2 % van de mobiele gebruikers deze gedownload hebben. Dit in tegenstelling tot 12 andere Europese landen die gekozen hebben voor een gedecentraliseerde opslag zoals Duitsland, waar op minder dan anderhalve dag 6,5 miljoen mensen de tracing app hebben gedownload.  

Terwijl in zowat alle landen enkel discussie bestond voor welke technologie zou gekozen worden en de ontwikkeling van een tracing app al een feit was, heeft het in België tot midden juni geduurd om naast de allesbehalve probleemloze manuele contact tracing dan toch te gaan voor een digitale tracing app. Vervolgens heeft het opnieuw tot midden juli geduurd vooraleer de aanbesteding werd gegund aan een relatief klein en niet onbesproken IT-bedrijf dat tot september de tijd had om de app te ontwikkelen. Nochtans was reeds van bij aanvang geweten dat het Duitse en voor eenieder opengestelde platform zou worden overgenomen en de app dus zeker niet nieuw zal zijn.

Terwijl in België nog de overbodige vraag naar de noodzaak van een tracing app werd gesteld, was deze in andere landen, ook buiten Europa, al in volle ontwikkeling of zelfs in gebruik. Hierdoor is alweer kostbare tijd verloren gegaan. Onze app blijft uiteraard wel vrijwillig. Volgens een bevraging van VIAS zou 37 % van de Belgen daartoe bereid zijn. Volgens een andere studie zou in Vlaanderen 55 % de app installeren en 37 % nog twijfelen. Het is in het belang van ons allen dat zolang het vaccin er niet is, alle middelen die kunnen bijdragen tot een min of meer normalisering van ons economisch en maatschappelijk welzijn, niet alleen worden ingezet maar ook aangewend.

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels