Heerlijk wonen, werken en winkelen
Christophe De Graef,
Erik Van Roelen
& Bert Moyaers
Regio - Diest - Halen -
Herk-de-Stad Burgemeesters

Heerlijk wonen, werken en winkelen

Regio - Diest - Halen - Herk-de-Stad Burgemeesters

Veel groen. Een goede bereikbaarheid. Bruisende binnensteden. De beleving in Diest, Halen, Herk-de-Stad is voelbaar. Zowel voor bewoners als handelaars. Burgemeesters Christophe De Graef (Open Diest), Erik Van Roelen (CD&V) en Bert Moyaers (Vooruit) zitten samen aan tafel om hun troeven en toekomstplannen te delen. 

STERCK. Kan u het economisch landschap even schetsen? 

Erik Van Roelen: “Zo’n 70% van ons grondgebied bestaat uit landbouwgebied. Dat overheerst qua oppervlakte, maar ook de tertiaire sector is goed vertegenwoordigd. Ook opvallend is onze hoge tewerkstellingsgraad. Als we naar de grootste bedrijven kijken, staan Mathys en vzw Huize Sint-Vincentius met stip op één; beiden met zo’n 160 medewerkers. Andere namen in de top vijf zijn woonzorgcentrum Sint-Lambertus, Stevens en de stad zelf. De landbouw an sich krimpt niet, maar het aantal landbouwers wel. In 2001 waren dat er nog meer dan 100, vandaag nog net iets meer dan 30.”

Bert Moyaers: “In Herk-de-Stad is dat vergelijkbaar. Landbouw – en dan vooral hard fruit zoals appels en peren – zijn hier ontzettend goed vertegenwoordigd. De grootste werkgever is zonder twijfel Jessa. Daarnaast zijn er ook heel wat werknemers in de scholengroep Sint-Martinus. Het saladeverwerkende bedrijf Nikita en familiebedrijf Windmolders Beton zijn andere kleppers.”

Christophe De Graef: “In Diest ligt het net wat anders. Daar is alles wat meer verdeeld. Historisch gezien is Diest een stad die gekenmerkt wordt door veel middenstanders. We hebben verschillende industrieterreinen. Bij Toyota werken meer dan 800 mensen. De lokale overheden stellen ook heel wat mensen tewerk. En hetzelfde geldt voor AZ Diest en het psychiatrisch ziekenhuis. Bij de familiebedrijven steekt Harol er met kop en schouders bovenuit. Daar is de derde generatie nu aan zet.”

Erik_Van_Roelen_Halen

Ruimte optimaal benutten

STERCK. Is er nog beschikbare ruimte om te ondernemen? 

Erik Van Roelen: “Er is in ieder geval nog veel vraag. Zowel van kleine zelfstandigen die groeien en meer opslagruimte zoeken als van de zone­vreemde bedrijven. We zijn nu bezig met de ontwikkeling van de site Bastijns op de hoek van de Stadsbeemd en de Singellaan. In Loksbergen is er nog een groot gebied beschikbaar, maar dat is slecht bereikbaar. Onze focus ligt daarom op het vullen van de beschikbare percelen en panden om daarna bepaalde stukken te herlokaliseren.”

De Graef: “Dat is bij ons ook zo. We hebben drie kmo-zones: Webbekom, Leuvensesteenweg en Molenstede. Door een schorsing van de Raad van State is er voorlopig geen uitbreiding mogelijk aan de Leuvensesteenweg, maar Webbekom-Noord is eventueel wel nog een optie. Een mooi voorbeeld van overleg tussen stad en ondernemers is Ford Morren Motor. Die waren gevestigd aan de Leuvensesteenweg maar zochten een nieuwe locatie en de stationssite werd een bewuste keuze. Aan het station is er vandaag nog een klein beetje open ruimte.”

Moyaers: “Bij ons is dat gelijkaardig. Waar we wel voor moeten opletten is dat de bedrijven die uitbreiden niet alle ruimte opslokken. Ik vind het belangrijk om ook vernieuwing te bieden.”

Voor Halen is het belangrijk om de bestaande plekken in te vullen en de site Bastijns te ontwikkelen.

Centrummanagement

STERCK. Wat zijn de speerpunten in het beleidsplan?  

Moyaers: “We hebben enorm geïnvesteerd in een ondernemersloket. We proberen nu ook een echt ondernemersplan op te stellen, samen met externe begeleiders.”

De Graef: “We waren een pionier op het vlak van centrummanagement met het Mercurius-project eind jaren 90. Vandaag ligt de focus op de lokale handel in de stadskern. Daar willen we vooral zoveel mogelijk lokale winkels behouden in plaats van alles op te vullen met (Nederlandse) ketens. Dat lijkt te lukken. De kleine detailhandel boomt. Ook al voor de pandemie. We merken ook dat de heraanleg van de winkelwandelstraat succesvol is. Bestaande handelaars verhuizen naar daar, en nieuwe ondernemers kiezen bewust voor een plek in die Koning Albertstraat. Deze legislatuur spenderen we ook nog aandacht aan het mobiliteits- en circulatieplan. En we gaan de terrassen herbekijken. De coronacrisis heeft aangetoond dat de Grote Markt ook een pleinfunctie zonder parkeerplaatsen kan hebben. De horeca heeft hier erg goed gedraaid. Aan de Leuvensesteenweg is mobiliteit een groter probleem. Iedereen komt met de auto van Hasselt en Leuven. Daar is dus nog werk aan de winkel.”

Van Roelen: “Voor Halen is het belangrijk om de bestaande plekken in te vullen en de site Bastijns te ontwikkelen. De mobiliteit zit goed, we liggen vlak bij de snelweg. Voor lokale economie hebben we een aparte dienst in het leven geroepen waarbij ook toerisme is ondergebracht. Van deze combinatie plukken de handelaars uiteraard ook de vruchten. En voor de horeca ligt er nog een nieuw terrassenplan op tafel.”

STERCK. Wat zijn de typische troeven voor ondernemers?

De Graef: “In Diest is de cultuurhistorische binnenstad een troef die we blijven uitspelen. De bereikbaarheid van het centrum is ook een pluspunt. Door de snelweg en de ring rond Diest is alles vlot bereikbaar. Die ontsluiting is zowel voor lokale handelaars als grotere bedrijven het allerbelangrijkst. Sinds 1 november hebben we ook een nieuw parkeerbeleid met goede tarieven – 1 euro per uur – en ook dat werd goed onthaald door de ondernemers.”

Christophe_De_Graef_Diest

Moyaers: “Onze ligging is ook ons grootste voordeel. Herk-de-Stad ligt centraal tussen Hasselt, Diest en Sint-Truiden. We hebben verschillende nationale wegen, de N2 Hasselt-Diest is erg belangrijk, maar daarnaast ben je vanuit Herk-de-Stad zowel snel op de E313 als de E314. Ik denk dat we er bovendien in geslaagd zijn om onze bedrijvensite en industriezone te concentreren naast die N2.”

Van Roelen: “We liggen tegen elkaar, dus hebben voornamelijk dezelfde troeven. Op een uur tijd ben je vanuit Halen in Antwerpen, Brussel, Luik en Maastricht. Een ander pluspunt vind je op cultuurvlak: het Museum Slag der Zilveren Helmen trekt heel wat toeristen naar Halen. En die gaan vervolgens wandelen en fietsen op de vele mooie holle wegen die we te bieden hebben.”

Moyaers: “Wat we allemaal vergeten te vermelden: we hebben in deze regio ook erg goede horecagelegenheden. Ondernemers kunnen op diverse plekken terecht voor een lekkere zakenlunch.”

Van Roelen: “Dat klopt. Tien jaar geleden was er niks!”

Moyaers: “We merken dat succesverhaal niet alleen in de binnenstad, maar ook in Schulen. Dat startte met één zaak, intussen vind je er een veelvoud.

En het oude gemeentehuis van Schulen is verkocht. Daar komt mogelijks in de toekomst ook nog een horecazaak. Parkeren is daar wel nog een probleem. Dat staat nog op de agenda.”

Historisch gezien is Diest een stad die gekenmerkt wordt door veel middenstanders.

Starters in de lift

STERCK. Zijn er speciale inspanningen voor starters? 

Van Roelen: “Niet op financieel vlak, maar de dienst Economie ondersteunt daar wel goed. Ondernemers krijgen een rechtstreeks aanspreekpunt en we merken dat er veel vragen komen. Uit de cijfers van 2020 blijkt ook dat we meer starters dan stoppers hebben.”

Moyaers: “Onze loketfunctie werkt. We zijn ook aan het kijken om starters een vrijstelling van het kadastraal inkomen te geven gedurende twee jaar. Dat is nog niet definitief goedgekeurd, maar de gouverneur gaf alvast het signaal dat dit een mooie denkoefening is. Iedereen kijkt wel met argusogen. Er zijn op dit moment drie gemeenten daarmee bezig. Wij dienden het voorstel als eerste in. In eerste instantie werd het teruggefloten, maar we zijn alles nu aan het verfijnen. Deze legislatuur moeten we dat rond kunnen krijgen.”

De Graef: “Er zijn geen speciale acties voor starters of pop-ups in Diest. We kijken liever op lange termijn. We willen de leegstand zo laag mogelijk houden en kijken of we wonen kunnen toelaten in het stadskerngebied. In Kortrijk heffen ze zware belastingen op de leegstand, misschien willen we dat voorbeeld wel volgen. Commercieel zitten we altijd met zo’n 10% leegstand. Anderzijds merken we ook dat er een kentering komt. Zo’n zes, zeven maanden geleden hebben twee families die grote winkelpanden bezitten, samengezeten omdat ze hun panden niet meer verhuurd krijgen. Mogelijks wordt het resultaat een indrukwekkend stadsontwikkelingsproject met kleinschalige winkels, een ondergrondse parking en woningen.”

STERCK. Is er bij jullie veel leegstand? 

Moyaers: “We blijven er ook niet van gespaard. Op dit moment hebben we 17 commerciële panden op ons grondgebied die leeg staan. We willen niet dat het allemaal appartementen worden. Dat is soms verleidelijk. Waar vroeger Bakkerij Brems zat, zijn er nu wel appartementen, maar daar hebben we kunnen afdwingen dat er op het gelijkvloers wel handelspanden bleven. De leefbaarheid in het centrum blijft belangrijk.”

Bert_Moyaers_Herk-de-stad

Van Roelen: “Bij ons zijn er een tiental lege panden. Op de site Bastijns maken we een mix van wonen en werken. Maar meestal zien we in Halen dat panden die vrijkomen snel verkocht of verhuurd raken. De prijs is – in vergelijking met Leuven en Hasselt – nog betaalbaar.”

Moyaers: “Wat overal stilletjes begint op te vallen: de panden van de banksector verdwijnen één voor één. Vroeger had je zoveel verschillende banken op de markten en in de stadscentra, nu is dat wat minder, we vrezen dat je in de toekomst er steeds meer naar moet gaan zoeken.”

Toerisme

STERCK. Wat zijn de toeristische troeven? Hoe overtuigen jullie dagjestoeristen om naar hier te komen?  

Van Roelen: “Heel wat mensen komen naar Halen voor onze mooie fiets- en wandelpaden. En het Helmenpark trekt ook veel bezoekers. Onze vakantiewoningen en B&B’s boomen. De vakantiewoning in de vroegere pastorie is bijna constant verhuurd.”

Moyaers: “Het wandel- en fietsverhaal werkt bij ons ook. Zeker in de omgeving van het Schulensbroek. Het Amaldinahuis is ook een echte trekpleister. We hebben zelfs een eigen brouwerij en wijndomein. Streekproducten scoren altijd goed. De bloesemfietstochten zijn ook populair. Net zoals onze mobilhomeparking aan het Olmenhof. Die staat bijna altijd vol. Er zijn nog wat kansen voor B&B’s. Wat ik nog mis? Een mooie plek om in de binnenstad te overnachten. Goed om te weten: we hebben ingetekend om toe te treden tot het Nationaal Park Demervallei. Herk-de-Stad zou daar wel eens een ideale toegangspoort kunnen worden.”

Onze ligging is ons grootste voordeel. Herk-de-Stad ligt centraal tussen Hasselt, Diest en Sint-Truiden.

De Graef: “We organiseren redelijk veel activiteiten. De diensten Economie en Toerisme werken nauw samen. Ons cultuurhistorisch centrum trekt natuurlijk ook veel volk naar Diest. Onlangs vierden we bijvoorbeeld nog 700 jaar Sint-Sulpitius. Onlangs vierden we bijvoorbeeld nog 700 jaar Sint-Sulpitiuskerk met bijzondere events, zoals rockconcerten in de kerk en een Grote Markt als zandstrand. Dat lokte. Dat lokte meer dan 5000 bezoekers. De hoteleigenaars zijn tevreden, maar er zijn er eigenlijk te weinig. En dan moet ik de site rond de Halve Maan nog vermelden. Iedereen kent die!”

STERCK. Hoe vaak zien jullie elkaar? Zetten jullie initiateven samen op poten? 

De Graef: “Ja. En dat verloopt altijd in een aangename sfeer. We hebben de afgelopen tijd bijvoorbeeld vaak samengezeten voor het vaccinatiecentrum.”

Van Roelen: “En Herk-de-Stad en Halen werken ook nauw samen. Bijvoorbeeld voor de politie en brandweer. We zitten bijna wekelijks samen.”

Moyaers: “Fuseren zie ik niet zitten, maar ik ben wel fan van nauwe samenwerkingen.”

De Graef: “De provinciegrens is bij ons natuurlijk een barrière. En fuseren? Tja, trouwen om het geld, werkt niet. Je moet eerst verliefd worden. Het moet 100% klikken. De regiovorming heeft volgens mij ook veel beknot.”

STERCK. Wat brengt de toekomst nog? Specifiek voor ondernemers?  

Van Roelen: “De ligging en prijzen blijven onze belangrijkste troeven. En de Bastijns-site. Bovendien hebben we een belastingvriendelijk regime. De drijfkrachtbelastingen willen we op termijn vervangen of indien mogelijk afschaffen.”

Moyaers: “Enkele weken geleden is hier aan het park de eerste steen gelegd voor een gloednieuw bouwproject van Glaudis. Dat is een troef voor bewoners en handelaars. We krijgen niet zoveel kansen door die betonstop, maar dit is een erg mooi project.”

De Graef: “In Diest is de ontwikkeling van de Leuvensesteenweg erg belangrijk. De eerste jaren komen er trouwens zo’n 600 wooneenheden bij, inclusief 800 parkeerplaatsen. Dat is voor handelaars dan weer een troef om te investeren in de binnenstad.”

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels