Duurzaamheid troef
Georges & Paul Lenssen

Duurzaamheid troef

Verzinkerij Lenssen

De tijd dat de verzinkerijen een negatief imago had op het vlak van milieu en gezondheid behoort al even tot het verleden. “De ecologische footprint van wat wij doen wordt hoe langer hoe kleiner”, zegt Georges Lenssen van Verzinkerij Lenssen in Genk, één van de grootste verzinkerijen in de Benelux. “Onze producten gaan tegenwoordig 50 tot 100 jaar mee. We maken eigenlijk een heel duurzaam product.”

Thermisch verzinken is het onderdompelen van ijzer en staal in een bad van vloeibare en voorbehandelde zink van 450 graden. Het metaal krijgt door de behandeling een flinterdun laagje zink, dat er als een legerings-
laag komt op te zitten. De dikte kan, afhankelijk van het materiaal en de toepassing, variëren van 50 tot 250 micron, met een gemiddelde van 70 micron voor de meeste toepassingen.

“Op het moment dat het ijzer afkoelt tot een temperatuur die lager is dan 418 graden krijg je een hechtingslaag. Het is meer dan een gewone coatingslaag en echt een hechting tussen het zink en het ijzer. Je kan de laag er niet afkloppen”, legt Georges Lenssen uit.

STERCK. De verzinkerijsector heeft veel aandacht voor duurzaamheid? 

Georges Lenssen: “We zijn met de sector aan het zoeken om effectief erkend te worden als duurzaam product. In de tijd van de zure regens, 20 jaar geleden, bedroeg de zinkerosie tot 10 micron per jaar. De gemiddelde laag had een dikte van 70-80 micron waardoor je dus een levensduur had van 7 tot 8 jaar.  Nu zitten we nog aan een gemiddelde erosie van een halve micron per jaar. De levensverwachting van verzinkt materiaal bedraagt vijftig jaar tot honderd jaar. Dat is bijna eeuwig. De ecologische footprint wordt hoe langer hoe kleiner.”

Recyclage

STERCK. Jullie kunnen ook een groot deel van het zink opnieuw recupereren? 

Lenssen: “Materialen die niet meer voldoen aan de eisen waarvoor ze dienen, zoals bijvoorbeeld de welfsels van een fabriekshal die afgebroken wordt, kunnen we perfect terug ontzinken.  We werken daarvoor met verschillende baden. Verroeste materialen behandelen we in een apart voorbereidingsbad en in een ander bad doen we ontzinkingen. Op die manier kunnen we de voorbereidingsbaden waar zink in zit apart van de hand te doen en het zink er volledig terug uit halen. De producten waarmee we werken zijn eerder een grondstof dan een afvalproduct geworden.”

STERCK. Het zink wordt zo voor het grootste deel gerecupereerd? 

Lenssen: “Er gaat nog maar een klein deel verloren in de omgeving. Dat verlies is heel miniem geworden. Vroeger was er geen afzuiginstallatie om de dampen die tijdens het verzinken vrijkomen op te vangen. We waren 25 jaar geleden de eerste om een overkapping van ons zinkbad te doen. Daarmee vangen we de dampen volledig op en kunnen we ze reinigen. Het poeder dat uit die reiniging komt, dient opnieuw als grondstof om flux te maken. Dat is een vloeimiddel dat ervoor zorgt dat het vloeibare zink beter contact maakt met het ijzer. Het is op die manier een product dat elke keer opnieuw gerecycleerd wordt. Ook onze stapelplaats voor verzinkt materiaal is trouwens volledig overdekt." 

De producten waarmee we werken zijn eerder grondstof dan afvalstof geworden.

STERCK. Het verzinkingsproces is nog hetzelfde als 150 jaar geleden? 

Lenssen: “De techniek op zich wel. Die is eigenlijk heel eenvoudig. Alleen zijn de legeringen enigszins aangepast. Daardoor kunnen we bepaalde stalen die vroeger niet verzinkbaar waren omwille van een te hoog gehalte aan silicium en fosfor, nu wel verzinken.” 

STERCK. Voor welk soort klanten werken jullie voornamelijk? 

Lenssen: “We verzinken heel veel buizen voor sprinklerinstallaties, profielijzers in de bouw, hondenhokken, aanhangwagens en we werken ook vrij veel voor de kassen- en serrebouw, en voor de industriebouw. Binnen de sector hebben we één van de diepste baden waardoor we bepaalde stukken kunnen behandelen die anderen niet aankunnen.”

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels