Textielrecyclage op wereldschaal
Cédric Vanhoeck Resortecs

Textielrecyclage op wereldschaal

Over de grenzen - Resortecs

Je kent het wel: om de zoveel tijd vind je in je brievenbus een doorschijnende gele zak, waarin je afgedankte kleding kan stoppen die dan op een vastgesteld tijdstip wordt afgehaald. Dat geeft een goed gevoel: kleerkast opgeruimd én een bijdrage geleverd aan een betere kringloop van textiel. Resortecs bewijst dat je met circulariteit van textiel nog veel verder kan gaan. De scale-up van Cédric Vanhoeck en Vanessa Counaert legt zich sinds medio 2017 exclusief toe op technologieën die toelaten om de recyclage van kleding op industriële schaal een stuk professioneler aan te pakken via een vernieuwende techniek.

Gevoel voor esthetiek heeft Cédric Vanhoeck altijd al gehad. De Oost-Vlaming koesterde aanvankelijk de ambitie om interieurarchitectuur te studeren, tot hij concludeerde liever producten te ontwikkelen. 

“Om me daarin te bekwamen, ging ik aan de TU Delft (Technische Universiteit, red.) ‘industrial design’ studeren, een studierichting waarvoor je op dat moment in België nog nergens terechtkon. Daar hadden ze in 2011 al veel aandacht voor de circulaire economie. Ik kwam er in contact met de Ellen MacArthur Foundation, genaamd naar de eerste vrouw die erin slaagde de wereld rond te zeilen. De stichting is enorm gefocust op de ontwikkeling en promotie van de circulaire economie en slaagde erin dit hoog op de agenda van het World Economic Forum in Davos te plaatsen. Dat circulaire gedachtegoed fascineerde me enorm. Daarom ging ik naar Milaan, waar ik meer leerde over hoe je dat duurzaamheidsaspect kon vertalen naar de markt. Ik leerde er Vanessa kennen, die werkte voor de farmaceutische industrie en er tijdens een ‘break’ studies business design volgde. Daar zijn de eerste kiemen van onze latere samenwerking gelegd.”

We willen merken helpen om de verwerking van hun onverkochte en teruggebrachte kledij aan te pakken.

Stockholm

STERCK. Hoe merkte je dat de modesector op dat moment nog onvoldoende bezig was met recyclage?

Cédric Vanhoeck: “Dat was duidelijk toen ik ging studeren aan de Modeacademie van Antwerpen. De meeste ontwerpers zijn uiteraard vooral bezig met de identiteit van hun creaties, niet met het circulaire aspect. Dat terwijl 80 procent van de ecologische impact van de modesector zich in de designfase afspeelt. Net daarom is het zo belangrijk om in die fase al rekening te houden met wat je met die creaties kan doen, eenmaal die einde levensduur zijn. Het is een materie waar ik ontzettend veel over gelezen heb. Onder meer aan de universiteiten van Leuven, Londen en Boston zijn er veel papers geschreven over design van en voor disassemblage.”

STERCK. Wanneer hebben jullie Resortecs boven de doopvont gehouden?

Vanhoeck: “Dat was medio 2017. Met de steun van Vlajo en een win-winlening hebben we toen eerst een haalbaarheidsstudie laten uitvoeren. De zaak oprichten was noodzakelijk om in aanmerking te komen voor de Global Change Award van de H&M Foundation in Stockholm, een onderscheiding die we een jaar later daadwerkelijk hebben gekregen. Dat leverde ons extra financiële steun op (150.000 euro, die via subsidies kon worden verdubbeld, red.), waarmee we onder meer onze eerste medewerker hebben aangeworven.”

STERCK. Waarvoor was die award nog goed?

Vanhoeck: “Er begon een pr-molen te draaien, waardoor we in een mum van tijd globale bekendheid verwierven in onze specifieke nichemarkt. Naast dat weekje in Stockholm, mochten we ons als extraatje gaan voorstellen in New York en Hongkong. In de States leverde ons dat een boel interessante contacten op van investeringsfondsen, terwijl we in Azië kennismaakten met een enorm netwerk aan ‘sourcing’-partners en de textielincubator The Mills Fabrica. Ook daar hebben zich een aantal deuren geopend. Het heeft ervoor gezorgd dat ik, zeker in 2019, enorm veel heb gereisd.”

Resortecs in cijfers
  • 1,4 miljoen euro tot op heden opgehaald
  • 3,5 miljoen euro ophalen bij volgende kapitaalronde
  • 9 medewerkers
  • 25 pilootprojecten
  • 2017 oprichtingsjaar

STERCK. Heeft de markt jullie sindsdien helemaal ontdekt?

Vanhoeck: “Via het contactformulier op onze website werden we al bestookt door merken wereldwijd, die zich afvroegen hoe ze er konden in slagen om kledij te recycleren, zonder de hoge kwaliteit van de materialen daarbij te schenden. Dat, in combinatie met de vele reizen, heeft ons een 25-tal pilootprojecten van verschillende grootte opgeleverd. Die moeten ervoor helpen zorgen dat merken de verwerking van hun onverkochte en teruggebrachte kledij op industriële schaal kunnen aanpakken.”

STERCK. Hoe kunnen ze dat? Met andere woorden: hoe pakt Resortecs dat aan?

Vanhoeck: “We hebben daarvoor een heel specifiek naaigaren (‘Smart Stitch™’, red.) ontwikkeld, dat bij diverse producenten in Europa wordt gefabriceerd. Dat garen vertegenwoordigt amper 2% van de normale kost van kledingproductie, maar krijgt een essentiële rol bij de ontmanteling van textiel. Als kleding met Smart Stitch™ na verloop van tijd einde verhaal is, wordt het in een oven gelegd waarin de garens op hoge temperatuur oplossen. Daardoor kan je de kleding in verschillende stukken stof gaan verdelen, zodat die opnieuw bruikbaar zijn voor verwerking in nieuwe kledingstukken. Het textiel blijft intact en de vezellengte identiek.”

“Concordia Textiles uit Waregem gelooft rotsvast in dit verhaal: we werken nauw met hen samen om er een succes van te maken. Dat lukt aardig, want tot ruim 90% van een kledingstuk kan hierdoor na demontage worden verjongd. Daarvan kan 70% de originele kwaliteit behouden wanneer het textiel terug tot vezel verwerkt wordt met de Purfi™ (Concordia’s technologieproces). Purfi™ bezit de unieke knowhow van hoogkwalitatieve recyclage en Resortecs heeft de expertise om knopen, ritsen en labels te verwijderen. Behoud van kwaliteit én schaalgrootte: dat is de grote uitdaging.” 

Minder dan 1%

STERCK. Waarom slagen de huidige recyclagetechnieken daar niet in?

Vanhoeck: “Omdat het daarbij niet lukte om de verschillende materialen van elkaar te scheiden. Je moet weten: jaarlijks wordt zo’n 34 miljoen ton kleding afgedankt, waarvan ongeveer 40% nooit gedragen is. 5 à 10% van de creaties verlaat niet eens de fabriek, omwille van technische mankementjes en overproductie. 25 tot 30% raakt niet verkocht in de winkels. Van alle kleding wordt op dit moment minder dan 1% gerecycleerd. Dat komt omdat meer dan de helft van de kleding verschillende componenten bevat die recycling ofwel blokkeren, of omdat hierdoor de recyclage te veel kostelijk manueel werk vereist.”

Cedric_Vanhoeck_William_Allouche_Resortecs

STERCK. Welke opties hebben bedrijven die daar nu al op willen inzetten?

Vanhoeck: “Ze hebben er twee. Je kan ervoor kiezen de gebruikte kleding naar Pakistan te sturen, waar in grote fabriekshallen tientallen mensen op de grond in de weer zijn om knopen, ritsen en andere componenten uit de kleding te halen. Zo kan je de stukken wel scheiden, maar dat is omslachtig omwille van het import-exportverhaal, erg tijdrovend en maatschappelijk eigenlijk niet verantwoord. Optie twee is de stukken laten verhakkelen in shredders, maar dan beschadig je ook de vezels en heb je dus kwaliteitsverlies.

 Het gevolg is dat je amper 60% van de stoffen kan recupereren, waarvan 15% overblijft na mechanische recyclage. Die 15% zijn jammer genoeg van te lage kwaliteit. Ze moeten worden gemengd met nieuwe ‘virgin’ materialen om tot een mooi resultaat te komen.”

STERCK. Hoe ver staan jullie momenteel?

Vanhoeck: “Dé uitdaging is de productie van die ovens. Normaal beschikken we eind deze zomer over een eerste ‘batch oven’. Die heeft wat (corona-)vertraging opgelopen omdat een aantal componenten niet voorradig waren. In zo’n ‘batch oven’ kunnen we tot 1000 kledingstukken per dag verwerken. Op termijn moet die capaciteit omhoog naar 7 tot 10 ton met een nieuwe continue oven.”

STERCK. Jullie hebben ongetwijfeld al veel sensibiliseringswerk verricht. In hoeverre heeft dat bijgedragen tot een integrale mentaliteitswijziging bij de fabrikanten?

Vanhoeck: “Die mindswitch is bezig, maar nog lang niet bij iedereen. Er zijn nog veel hordes te nemen. Ten eerste is dit een markt met veel multinationals, die in hun structuur verschillende afdelingen tellen. Om alles optimaal te laten verlopen, moet je die allemaal samen rond de tafel krijgen. Secundo vertegenwoordigt het naaigaren maar 2% van de kost van een kledingstuk, maar de technologie kost uiteraard geld, waardoor het kostenplaatje plots gaat stijgen. Dat kan je recupereren door onverkochte kledingstukken ­efficiënt te verwerken, marketing te valoriseren en na verloop van tijd de verkochte stukken te recupereren. Jammer genoeg is geen enkel merk er momenteel op georganiseerd om zoiets mogelijk te maken: eenmaal verkocht, is de kleding niet meer traceerbaar. De fabrikanten moeten dus ook werk maken van ‘reverse logistics’. Pas op, er is veel bereidheid, maar het duurt nog even voor er sprake is van een opschaling waarbij alle stukjes figuurlijk in elkaar klikken en een ‘plug & play’-aanpak kan worden uitgerold.”

Raad van advies

In functie van de verdere strategische ontwikkeling, krijgt Resortecs steun van een raad van advies, samengesteld uit vier specifieke experten. “Christine Goulay is bij Kering verantwoordelijk voor duurzame innovatie. Professor Rebecca Earley is mededirecteur van het Centre for Circular Design aan de UAL in Londen. Mattias Jonsson was vroeger actief als CEO bij Renewcell, een Zweedse chemische katoenrecyclagespecialist. Hij is gefascineerd door digitalisering en groene technologie. De enige Belg binnen het klavertje vier is Bernard Gravez, oprichter van IFORI, dat zich toelegt op rechtsdomeinen zoals intellectuele eigendom en de privacywetgeving. Zij bundelen een schat aan ervaring en kennis inzake industrie, wetenschap en rechten en hebben ons al enorm geholpen”, vertelt Cédric Vanhoeck.

STERCK. Welke stukken kunnen jullie momenteel al verwerken?

Vanhoeck: “Dat is logischerwijs beperkt tot kledij waarin onze ‘Smart Stitch’ is verwerkt. We praten dus over de toekomstige collecties van de merken die met ons in zee gaan. In de kledij die momenteel op de markt is, is ons naaigaren nog niet geïntegreerd. Die markt is momenteel nog heel lineair georganiseerd, het zal erop aankomen daar steeds meer van af te wijken richting een model waarbij we de cirkel helemaal kunnen dichten.”

Internationaal team

STERCK. Hoe is Resortecs op vandaag georganiseerd?

Vanhoeck: “Onze maatschappelijke zetel bevindt zich in Waarschoot, maar we werken vanuit een coworkingspace in Brussel. Dat is ­handig op mobiliteitsvlak, want de meeste van onze medewerkers wonen hier. Naast de acht mensen die in België voor ons werken, hebben we recent ook iemand aangeworven in Turkije, die daar de markt verkent om aan extra productiecapaciteit te geraken. Op termijn zullen we er ook ons salesteam versterken en iemand aanwerven voor de technische ondersteuning.”

STERCK. Jullie werken in een heel specifieke branche. Duurde het lang om de juiste profielen te vinden?

Vanhoeck: “Dat viel uitstekend mee, omdat die rekrutering grotendeels via LinkedIn is gebeurd. Zo vind je meteen internationale én doorgaans jongere profielen. Het gaat onder andere over commerciële, mechanische en chemische ingenieurs en een milieuwetenschapper. Ons team telt momenteel onder meer een Fransman, een Spaanse, een Braziliaan en een Libanese. Enkelen onder hen werkten al in Brussel. Resortecs is op hr-vlak een toonvoorbeeld van diversiteit. Het was een bewuste keuze om geen bastion van witte mannen te worden: een progressief product vraagt ook op dat vlak een progressieve aanpak.”

Cedric_Vanhoeck_Resortecs

STERCK. Progressief betekende ook: vanaf dag één internationaal?

Vanhoeck: “Eigenlijk wel. Er zijn wel Belgische spelers op onze kar gesprongen (onder meer Alsico uit Ronse, gespecialiseerd in werkkledij, red.), het merendeel van onze pilootprojecten situeert zich in Europa. In de Verenigde Staten loopt ook een project rond sportkledij. Momenteel kunnen we alles vanuit Brussel behappen en is het nog de ver-van-ons-bedshow om elders een vestiging te openen. Turkije is een mogelijkheid, omdat daar veel jeans wordt geproduceerd. Op termijn zouden Hongkong of Singapore opties kunnen zijn, vermits veel merken daar ‘procurement’- and ‘sourcing’-kantoren hebben, onder meer omdat je daar ook de meeste grondstoffen en productie vindt. Die vormen een cruciale schakel in het verhaal.”

STERCK. Op het moment van het interview, was het alle hens aan dek bij jullie. Dat heeft alles te maken met jullie groeiplannen?

Vanhoeck: “Klopt. We hebben alle zeilen bijgezet om tijdig ons integraal dossier voor een Europese subsidie klaar te krijgen. Als alles naar wens verloopt, zou die ons deze herfst 2,5 miljoen euro moeten opleveren. Slagen we er daarnaast in nog eens 1 miljoen op te halen bij durfkapitalisten, kunnen we de plannen voor de bouw van een oven met een grotere capaciteit echt ontvouwen en zijn we helemaal gelanceerd. Op dit moment is break-even draaien evenwel nog een droom.”

Van alle kleding wordt op dit moment minder dan 1% gerecycleerd.

STERCK. Waar hopen jullie over pakweg vijf jaar te staan?

Vanhoeck: “Tegen dan willen we in Europa zijn uitgegroeid tot een marktleider in de demontage en recyclage van textiel en zijn we hopelijk al begonnen met het ontrafelen van kledingstukken die met Smart Stitch zijn uitgerust. Daarnaast hopen we bij te dragen tot het opzetten van een Europees ecosysteem voor verwerk ing van textielafval. Momenteel is dat nog lokale materie, maar dat moet dringend veranderen.”

STERCK. Mik je ook op andere markten?

Vanhoeck: “Textiel zal normaal altijd onze corebusiness zijn, maar ook in de meubel- en autosector zit er veel potentieel. Veel meubels zijn geassembleerd met nietjes, dat wordt dus nog een stevige uitdaging. De automarkt draagt momenteel nog te weinig verantwoordelijkheid inzake textielrecuperatie: eenmaal een wagen economisch is afgeschreven, wordt hij integraal geplet, terwijl je bijvoorbeeld de zetels relatief makkelijk kan recupereren. Hetzelfde geldt voor vliegtuigen. Het zou mooi zijn mochten we ook daar een rol kunnen spelen in het duurzaamheidsverhaal.”

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels