Vlaanderen circulair: OVAM wijst de weg
Brigitte Mouligneau Vlaanderen Circulair

Vlaanderen circulair: OVAM wijst de weg

Sector bouw - Vlaanderen Circulair

Hoe maken we van Vlaanderen een urban mine? Dat is het uitgangspunt van het beleidsprogramma ‘op weg naar circulair bouwen’, dat de Vlaamse Regering in het voorjaar goedkeurde. Het beleid focust op de duurzame ambities van de Vlaamse bouwsector van vandaag tot 2030. De OVAM nam het voortouw wat het opstellen van de agenda’s en het plan betreft. Maar lang niet alleen OVAM krijgt een belangrijke rol toebedeeld. We gaan praten met Brigitte Mouligneau, transitiemanager bij Vlaanderen Circulair.

Het genoemde plan omvat de duurzame doelstellingen van de Vlaamse bouwsector om tegen 2030 de totale materialenvoetafdruk met 30% te verlagen. Ter herinnering: de Vlaamse regering heeft in 2018 de circulaire economie als één van de zeven transitieprioriteiten vastgelegd en de OVAM als initiator van Vlaanderen Circulair aangeduid. De huidige transitiemanager van Vlaanderen Circulair legt uit waar dat concreet voor staat.

Brigitte Mouligneau: “Vlaanderen Circulair is een publiek-privaat partnerschap dat samenwerkt aan de transitie naar een circulaire economie in Vlaanderen. In de stuurgroep Vlaanderen Circulair zitten een 20-tal partners samen. Allemaal relevante overheidsinstanties, alle professionele federaties, de middenveldorganisaties vertegenwoordigd door het BBL, de lokale besturen vertegenwoordigd door de VVSG en ook twee onderzoeksinstellingen. Die onderzoekinstellingen zijn de K.U. Leuven en het VITO (de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek, red.), beiden verantwoordelijk voor het CE Center, voluit het onderzoekscentrum voor de circulaire economie.”

Brigitte_Mouligneau_Vlaanderen_Circulair

STERCK. Wat is jouw rol hierin?

Brigitte: “De voorzitter van deze stuurgroep is Paul De Bruycker (CEO Indaver, red.). Ikzelf ben verantwoordelijk voor de programmatie. Ik werk dus samen met een groep van projectleiders die dit partnerschap verder uitwerken en in goede banen leiden.”

STERCK. De circulaire economie is iets wat ons allemaal aangaat en bijgevolg is de doelgroep breed. Op wie focussen jullie?

Brigitte: “Eigenlijk werken wij aan een maatschappelijke transitie, dus onze doelgroep is inderdaad heel breed. We werken niet alleen voor de ondernemingen, maar ook voor organisaties en de burger. Wat uniek is bij ons, is dat we het partnerschap telkens opbouwen rond verschillende thema’s. Wat we echter niét doen is een overheidsprogramma ontwikkelen dat vervolgens over heel Vlaanderen wordt uitgerold. We werken rond een zestal werkagenda’s vanuit een publiek-privaat standpunt. We bekijken dus wat circulair kan worden binnen die zes thema’s: circulair bouwen, chemie en kunststoffen, bio-economie, de waterkringloop, de voedselketen en de maakindustrie. Omdat dit type industrie zeer breed is, hebben we ook beslist om in eerste instantie te focussen op onder meer textiel en elektro, zowel voor de consument als professioneel.We zorgen ervoor dat voor elk van de zes agenda’s het meest relevante overheidsorgaan wordt aangetrokken, maar ook telkens iemand vanuit de privésector. Dat zijn dan voornamelijk de mensen van de federaties die het dichtst bij de materie aanleunen.”

STERCK. Wat is het voordeel daarvan?

Brigitte: “Het helpt om een heel goed beeld te krijgen van wat er gebeurt in de praktijk. Het geeft ons ook de kans om te bekijken wat haalbaar is om bepaalde versnellingen te realiseren. Ik wil wel nog even duiden wat we de afgelopen jaren voornamelijk hebben gedaan. Namelijk zoveel mogelijk sensibiliseren en de mensen duidelijk maken wat de circulaire economie precies is en wat de voordelen ervan zijn. Maar ook waarom dat die noodzakelijk is. Vroeger kon ik nog zeggen dat we in 2050 een tekort aan natuurlijke grondstoffen zullen hebben, maar vandaag hoef je maar de krant open te slaan om te beseffen dat er een versnelling nodig is. Kortom, die sense of urgency waar we een aantal jaren hard hebben op ingezet, die is er nu gewoon door de huidige omstandigheden.”

De kennis die ontstaat in onze projecten, willen we delen met bedrijven en organisaties.

STERCK. Is informeren en sensibiliseren dan minder aan de orde?

Brigitte: “Informeren blijft belangrijk, maar we willen de mensen vooral samenbrengen. We willen een netwerk creëren om de cirkel effectief te sluiten. De praktijk heeft geleerd dat samenwerken met een specifiek bedrijf niet toereikend is. We moeten de hele keten meenemen in het verhaal. Wat de bouwsector betreft, moet je echt gaan kijken waar de materialen vandaan komen. Komen die uit Vlaanderen? Komen die uit Europa of nog verder weg? Zijn die materialen en producten wel duurzaam? Kunnen die producten na gebruik opnieuw worden gebruikt? Kunnen ze op een goede manier gerecycled worden? Het zijn dat soort projecten waar we naar op zoek zijn en waarbij we alle spelers bij elkaar willen brengen. Het gaat dus verder dan experimentele projecten. We willen projecten waarbij we de innovatie in de praktijk en de maatschappij kunnen brengen. We zijn geïnteresseerd in het businessmodel dat erachter zit en ook of dat model klopt. En wat betekent dat dan voor alle actoren in de keten? In welke mate werken die goed samen of is dat een sterk partnerschap? De kennis die ontstaat vanuit dat soort projecten, dat willen we vervolgens delen met andere soortgelijke bedrijven en organisaties. Dat is de opzet.”

STERCK. Is dat tot op heden succesvol gebleken?

Brigitte: “De opzet dateert uit 2017 en dat is sindsdien een heel groot succes gebleken. Vier jaar lang zijn we heel breed qua thema’s en zeer intensief op zoek gegaan naar dat soort projecten. Het resultaat is dat we intussen genoeg bewijzen hebben verzameld van bedrijven die effectief volledig circulair werken.”

STERCK. Maar de cirkel volledig sluiten, dat is niet altijd haalbaar, toch?

Brigitte: “We hebben gemerkt dat er een aantal knelpunten zijn en dat er zaken zijn waar bedrijven tegenaan lopen. Om die knelpunten op te lossen, hebben we onze focus nu verlegd en zijn we op zoek naar heel specifieke projecten rond circulair bouwen. We willen daar bekijken hoe we met subsidies aan die knelpunten kunnen verhelpen. Maar ook om er samen met elkaar uit te leren en die kennis met elkaar te delen. In die optiek hebben we daarnaast het instrument van de Green Deals opgezet (zie kaderstuk, red.).”

Brigitte_Mouligneau_Vlaanderen_Circulair

STERCK. Zijn er intussen al voldoende interessante projecten geïdentificeerd wat circulair bouwen betreft?

Brigitte: “We hebben de oproep in 2019 gedaan en we hebben vrij snel zo’n 300 ondernemingen en organisaties bereid gevonden om met ons samen te werken. Intussen zijn het er zelfs 360 die zich geëngageerd hebben om versneld in de bouwsector experimenten te doen en die kennis te delen.”

STERCK. Over welk soort bedrijven en ondernemingen praten we dan?

Brigitte: “Alles (lacht). Echt, elk deel van de keten is vertegenwoordigd. Architecten, heel veel aannemers – groot en klein – maar ook aanbieders van bouwmaterialen, zelfs consultants die bouworganisaties en projectontwikkelaars adviseren. Het is dus echt de brede sector die daarin zit. Van kleine experimentele spelers tot grote bedrijven. Trouwens, veel spelers hebben al eerdere transities doorgemaakt. Denk aan energie en het klimaat. Die partijen beseffen heel goed dat men bij het ontwerp reeds moet voorzien dat gebouwen bij de oplevering ook effectief futureproof zijn. Kortom, hoe sneller je de nieuwste technieken implementeert, hoe beter. En het moet gezegd: de bouwsector was snel overtuigd om hier mee in te stappen.”

STERCK. Doet Vlaanderen het dan goed op dit vlak?

Brigitte: “Ik denk dat we vandaag één van de meest vooruitstrevende regio’s zijn op het vlak van circulaire economie in Europa. We staan vrij ver op het vlak van hergebruik en recyclage van zowel steenpuin als andere bouwmaterialen. De (positieve) impact op het milieu is dus aanzienlijk en een groot deel daarvan hebben we zelf in de hand. Dit in tegenstelling tot de elektronica waarvoor we voornamelijk afhankelijk zijn van Zuidoost-Azië, waardoor we minder grip hebben op de volledige keten.”

Ik denk dat we één van de meest vooruitstrevende regio's in Europa zijn op vlak van circulariteit.

STERCK. Vlaanderen is goed mee, maar wat met bedrijven die nog niet mee in het bad zijn getrokken? Welke tools reiken jullie voor hen aan?

Brigitte: “De meesten vragen nog altijd een eerste steun in hun experimentele fase. We werken daarom ook nauw samen met het VLAIO dat mee de projecten ondersteunt en waar bijvoorbeeld kmo-groeisubsidies worden ingezet. Maar er moet ook in de nieuwe projecten worden geïnvesteerd en daar werken we samen met de Participatiemaatschappij Vlaanderen. Maar we betrekken ook private fondsen en banken bij de circulaire projecten. De grote uitdaging voor iedereen in dit verhaal is om te achterhalen wat nu precies die duurzame en circulaire projecten zijn. Kortom, wanneer kunnen we vol vertrouwen een duurzaam project financieren. Voor een bank is het essentieel dat er door monitoring wordt bekeken of het verhaal klopt. Wat we intussen zelf al hebben ontwikkeld, in samenwerking met ons CE Center, is een monitoringtool. Die wordt nu op macroniveau ingezet – kleine processen – maar op termijn moet die ook ingezet kunnen worden op bedrijfsniveau. Doel is om na te gaan waar een project het verschil maakt. Dat kunnen we meten door er andere indicatoren naast te zetten. Het verminderen van afval is iets wat meetbaar is, maar er zijn nog vele andere parameters die we meten. Belangrijk daarbij is dat we alle meetresultaten en alles wat we leren, opslaan in een ‘doeners’ database en die is publiek toegankelijk. Daarin vind je dus alle goede praktijken terug. En die komen niet enkel uit gesubsidieerde projecten. Want wat circulair bouwen betreft, hebben we intussen meer dan 100 projecten geïdentificeerd die door de bouw zélf werden gefinancierd en die ons dus aangeboden worden om te delen. Dus als je iets wil doen met pakweg bakstenen, dan kan je in die database bekijken wat anderen op dat vlak al doen.”

Green deal

Begin 2019 lanceerden Vlaanderen Circulair, de OVAM en de Vlaamse Confederatie Bouw de Green Deal Circulair Bouwen. Via dit gezamenlijk engagement werken 360 organisaties samen om in de toekomst circulair bouwen in Vlaanderen tot dagelijkse realiteit te maken.

In de Green Deal staat ‘samen doen en leren’ centraal. De deelnemers starten experimenten en brengen hun kennis en ervaring samen in een lerend netwerk. Er worden tools uitgetest, evenals methodieken en nieuwe vormen van ketensamenwerking. Daarnaast werkt een onderzoeksgroep ondersteunend aan de zogenaamde randvoorwaarden: dat zijn juridische, economische en andere drempels die op het traject liggen. Zo’n vier keer per jaar worden de deelnemers van de Green Deal samengebracht om hen te inspireren met projecten uit binnen- en buitenland.

STERCK. Tot slot: jullie willen in de nabije toekomst ook circulaire ambassadeurs inzetten, maar wat verwacht je daar precies van?

Brigitte: “Dat is een volgende stap en is gepland voor volgend jaar. Dit najaar gaan we van start met een eerste groep van ambassadeurs. We hadden 75 kandidaten en hebben er 50 weerhouden waarmee we verder willen gaan. Onze toekomstige circulaire ambassadeurs zijn mensen met een specifiek profiel, mensen met kennis in de circulaire economie maar met de mogelijkheid om die kennis te delen in hun netwerk of via hun job. Dat kunnen consultants zijn maar evengoed ook een middenveldorganisatie, een UNIZO, VOKA of een federatie. Maar ook een vzw die bepaalde expertise opbouwt en deelt. Dus de samenstelling van die ambassadeurs gaat heel breed. Er zitten zelfs studenten bij, zeg maar ‘the next generation’. Zij worden ondersteund vanuit het Europese project C-Mart Life (spreek uit: smart life) en wij hebben de afspraak gemaakt om dit in 2023 in België uit te rollen, dus zowel in Vlaanderen, Wallonië en Brussel.”

STERCK. Wat verwacht je concreet van die ambassadeurs?

Brigitte: “Wel, we zijn zelf met een beperkt team –twaalf mensen – en kunnen nu eenmaal niet overal aanwezig zijn. Met de ambassadeurs erbij – dus bovenop alle andere zaken die we momenteel doen – hopen we onze adviezen en begeleiding bij projecten ook via hen verder en versneld uit te kunnen dragen.”

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels