Robots voor Rwanda
Fabrice Goffin & Tommy Deblieck Zorabots

Robots voor Rwanda

Over de grenzen - Zorabots

“Ooit veroveren wij de wereld met robots.” Tommy Deblieck en Fabrice Goffin hadden nooit vermoed dat de ‘dronkemanseed’ die ze ooit tussen pot en pint zwoeren, werkelijkheid zou kunnen worden. Vandaag hebben beide vrienden/vennoten klanten in alle werelddelen en koesteren ze het plan om, naast software voor humanoïde robots, ook zelf de hardware te bouwen. “Dat zou nog stukken makkelijker gaan mocht de Belgische fiscus iets minder paranoïde zijn …”

Fabrice Goffin en Tommy Deblieck zijn karakterieel tegenpolen, maar sinds jaar en dag ook opperbeste vrienden. “Ons verhaal begon toen Fabrice, die op dat moment een winkel in antiquiteiten had, langs kwam in mijn pc-zaak”, lacht Tommy Deblieck. “Het klikte meteen, merkten we toen we elkaar leerden kennen. We hebben ooit één deftige woordenwisseling gehad, maar sindsdien koesteren we een blind vertrouwen in elkaar.”

Fabrice_Goffin_Zorabots_Tommy_Deblieck

Star Wars

STERCK. Hoe zijn jullie zakenpartners geworden?

Fabrice Goffin: “Op een bepaald moment kreeg ik een interessante zakelijke opportuniteit uit Qatar, maar ik wist dat ik daarvoor de knowhow van Tommy nodig had. Het ging om de ontwikkeling van een ‘virtuele butler’ voor iPod, een applicatie die hotelklanten toelaat om deuren te openen, de lift te bedienen, roomservice te bestellen, … Smartphones bestonden toen nog niet. Het bleek een schot in de roos.”

Tommy Deblieck: “Tijdens dat Qatarees avontuur hebben we veel meegemaakt, dat kweekt sowieso een band. Toen we over onze jeugdjaren spraken, bleken we beide grote fans van ‘Star Wars’ te zijn. Het was toen dat we de eed zwoeren ooit de wereld over te nemen met robots. Dat leek op dat moment nog pure science fiction, maar amper twee jaar later stuurde Fabrice me een filmpje door van Nao, een robot van de Franse start-up Aldebaran.”

Zorabots IN CIJFERS
  • 2 miljoen euro omzet
  • 4 vestigingen
  • 50 medewerkers (direct en indirect)
  • 2013 oprichtingsjaar

STERCK. Welke rol hebben jullie in dat verhaal gespeeld?

Deblieck: “Die robot was mooi, maar er stond geen software op. Daarom zijn we gaan praten met het Japanse Softbank, dat Aldebaran intussen had overgenomen. We konden hen overtuigen om met ons in zee te gaan, waarbij wij dus de software voor die robots schreven. In eerste instantie mikten we, net als met die ‘virtual butler’, op het hotelwezen, maar al snel bleek dat die markt daar absoluut niet klaar voor was.”

Goffin: “Toen kwamen we in contact met UGent en UZ Gent, die vonden dat de robots een bepaalde aaibaarheidsfactor hebben: ze wilden onze Zora’s (naam van de robots, red.) inzetten om revalidatieoefeningen te tonen aan kinderen. Dat zorgde voor een waw-ervaring die de poort naar een andere toepassing open beukte: de Christelijke Mutualiteit nam contact met ons op om de robots in te zetten voor ondersteuning van revalidatie en animatie in woonzorgcentra. Bovendien bleken de robots ook voor een stuk de eenzaamheid van die mensen weg te nemen. Toch waren dat zowat de enige toepassingen in België. Voor de rest werden we vooral uitgelachen, zeker toen we investeerders zochten. Niemand geloofde in ons verhaal, zelfs in ons eigen klantenbestand voelde je het wantrouwen tegenover de technologie. Daarom hebben we het op een bepaald moment over een andere boeg gegooid.”

STERCK. Op welke manier?

Deblieck: “In de IT-wereld is het doorgaans zo dat de computerspecialist een idee ontwikkelt en het vervolgens aan de man probeert te brengen. We beseften dat het in ons geval anders moest: daarom betrokken we klanten in het proces om onze software te laten groeien. Dat gaf de gebruiksvriendelijkheid meteen een boost.”

Goffin: “Dat brengt ons vandaag in een unieke marktpositie, want wereldwijd doet niemand wat wij doen. Er zijn wel een aantal spelers die zich focussen op de ontwikkeling van robots en aangepaste software, terwijl wij robots voor álle software schrijven. Noem ons gerust de bedenkers van ‘Windows voor robotica’.”

Als ik in Rwanda in een taxi stap, kennen ze mij daar als ‘de robotman'.

Onafhankelijke software

STERCK. Hoe zit jullie businessmodel in elkaar?

Deblieck: “De robots zijn eigendom van Softbank. Wij schrijven er de software voor, verdelen ze en verzorgen de dienst-na-verkoop, terwijl Softbank voor bepaalde landen zelf onze software in hun robots integreert. Onze toekomst is verzekerd omdat onze software op 99,9 procent van de robots draait. De robots zelf gaan misschien vroeg of laat kapot, maar het programma – dat uiteindelijk de intelligentie van de robot bepaalt – niet. Dat is onze grote troef.”

Goffin: “Pas op, het is lang niet altijd van een leien dakje gegaan, integendeel zelfs. Drie jaar geleden moesten we klanten bijna nog smeken om ons een kans te geven, we dienden zelf de vraag te creëren. Vandaag worden we om de haverklap zelf gevraagd. We hebben daarbij het voordeel dat we, als pioniers, eigenlijk zelf wat de markt hebben bepaald. Wereldwijd beseffen steeds meer mensen de toegevoegde waarde van humanoïde robots, maar de markt is nog niet helemaal opengebroken. Om die reden werken we tot nu toe nog op een vrij beperkte schaal.”

STERCK. Waarom waren bedrijven zo angstig voor robots?

Deblieck: “We proefden vooral de vrees dat robots veel werk van mensen zouden afnemen, dat het veel banen zou kosten. Bij de inschakeling in bepaalde productieprocessen kan dat, maar met onze toepassingen tonen wij net dat robots mensen ondersteunen, zeker voor klusjes die ze niet zo graag zelf doen. Naarmate er ook in de media meer informatie over robots en artificiële intelligentie verscheen, is die angst wat afgenomen. Toch voelen we nog altijd dat we, zeker ‘onder de kerktoren’, geen sant in eigen land zijn. Elders rollen ze, bij wijze van spreken, de rode loper voor ons uit.”

STERCK. Dat vraagt om voorbeelden…

Goffin: “Als ik in Rwanda in een taxi stap, kennen ze mij daar als ‘de robotman’. Dat voelt aan als een ongelooflijke erkenning. Dat staat in schril contrast met België, waar we recent niet eens werden uitgenodigd om deel te nemen aan een economische missie naar China voor technologische bedrijven.”

Deblieck: “Als we de kans hadden gekregen, waren we zeker mee geweest, al was het maar om collega-ondernemers met ambities in die regio te laten delen in onze ervaringen. Want: eigenlijk is de Chinese markt passé. Het is heus geen toeval dat bijvoorbeeld veel Duitse bedrijven hun productie weer naar eigen land halen. Met de huidige technologieën is dat mogelijk aan heel concurrentiële prijzen. Maar: we dwalen af …”

Eigen robots

Als softwareprovider mag Zorabots zich momenteel al het ‘Microsoft van de humanoïde robotica’ noemen, maar het bedrijf wil meer. Deblieck: “De volgende stap is de ontwikkeling van eigen hardware, van de robots zelf dus. Dat zit eraan te komen, is heus wel meer dan ‘wishful thinking’. We zijn er nog niet uit of we dat zelf gaan doen, dan wel via een partner. Dat zal afhangen van de opportuniteiten die zich voordoen. Met de plannen die we nu sowieso al mogen uitvoeren, hebben we het potentieel om onze omzet volgend jaar te verdubbelen. Daarvoor zullen we ook extra medewerkers nodig hebben, maar die vinden we tot nu toe vlot en goed. De Zorabots spreken jongeren aan, de jonge generatie vindt het een erg aantrekkelijk product om hun kennis op toe te spitsen.”

Vriend 
van president

STERCK. Inderdaad: hoe komt het dat jullie zo ‘hot’ zijn in Rwanda?

Goffin: “Het eerste contact was met de pas benoemde consul van Rwanda. Hij bracht ons in contact met de ambassadeur, die een warm pleidooi hield voor zijn land, waar we op dat moment nog niet aanwezig waren. Hij nodigde ons uit om deel te nemen aan de ‘Rwanda Day’ in Bonn, waar we de kans kregen om president Kagame te ontmoeten. Tijdens een kort gesprek vertelde hij over de geplande forse investeringen in educatie. Na een demonstratie met een Zorabot was hij ervan overtuigd dat onze producten een absolute meerwaarde konden betekenen voor het onderwijs in zijn land.”

Deblieck: “Tijdens het eerste bezoek aan Rwanda stelden we meteen vast dat dit een boomende markt is. Bovendien hadden we het voordeel dat, na ons contact met de president, veel deuren voor ons open gingen. Zo werden we onder meer ontvangen door de ministers van IT en onderwijs.”

STERCK. Waarvoor zullen de Zorabots in Rwanda concreet worden gebruikt?

Deblieck: “Kagame is een groot voorstander van STEM (Science, Technology, Engineering, Mathematics), dat jongeren wil stimuleren om voor een loopbaan in de technologische sector te kiezen. Daarmee wil hij tijdig anticiperen op de op til staande shift in de arbeidsmarkt, die het gevolg is van de steeds verder gaande digitalisering. We leven in een wereld waarin alles ‘smart’ moet zijn. Daardoor zal er een immense nood aan programmeurs ontstaan. De Zorabots zijn een geschikte tool om de opleiding van jongeren op een leuke manier te ondersteunen: ze fungeren niet alleen als een ‘levende teaser’ om technologie bij jongeren aantrekkelijk te maken, bovendien zullen ze in Rwanda zowel in het lager, secundair als hoger onderwijs kinderen helpen bij het leren programmeren. Daarvoor leveren we in het eerste jaar al duizend robots aan dit Afrikaans land.”

STERCK. Was dat de belangrijkste reden om in Rwanda meteen een eigen filiaal op te richten?

Goffin: “Die vestiging komt er onder meer om onze dienstverlening in het land optimaal te ondersteunen. We werken daarvoor uitsluitend met lokale mensen. Er komt ook een showroom van 110 m2 waar we verschillende types robots zullen voorstellen. De bedoeling is om ook potentiële partners uit andere Afrikaanse landen daar uit te nodigen. De centrale ligging van Rwanda – vanuit elk ander Afrikaans land bereikbaar op maximaal drie uur vliegen – is daarbij een grote troef. Vanuit België ondersteunen wij onze lokale medewerkers met vakkundige uitleg over de toepassingsmogelijkheden van de Zorabots, helpen we hen bij het voeren van verkoopgesprekken, et cetera.”

Fabrice_Goffin_Zorabots_Tommy_Deblieck

Eergevoel

STERCK. In welke andere landen hebben jullie nog een eigen vestiging?

Deblieck: “Elk exportverhaal is het resultaat van inspelen op een opportuniteit. Zo zijn we bijvoorbeeld betrokken bij een joint-venture van een Canadese distributeur die intenser met ons wou samenwerken. In San Francisco hebben we zelf een kantoor opgericht, waar twee mensen zich focussen op business development. In de Verenigde Staten werken we ook met een specifieke partner per ‘state’, die op lokaal niveau dan de service verzorgt. Het deed ons oprecht plezier dat een distributeur in de buurt van Boston, die onze hele evolutie heeft meegemaakt, zijn hele website op de Zorabots heeft gefocust.”

Goffin: “We hebben ook nog een vestiging in Roemenië. Daar zijn ze niet met lokale sales bezig, maar ligt de klemtoon volledig op softwareprogrammatie.”

STERCK. Azië is het mekka van de technologische markt. Hoe vaak hebben jullie al een overnamebod uit die hoek moeten afwimpelen?

Deblieck: “Dat gebeurt heel regelmatig, maar we willen dit bedrijf zélf blijven beheren. We zijn believers van een sterk Europa, waar heel veel gebeurt om de privacy van mensen te beschermen. In China gaan ze daar veel losser mee om. Cashen zou makkelijk zijn, maar ook uit eergevoel willen we dat niet doen. We willen zelf blijven controleren wat er met onze robots gebeurt, voor welke toepassingen ze worden ingezet.”

Sterke tandem

Tommy Deblieck en Fabrice Goffin stippen het herhaaldelijk aan: alleen zouden ze nooit aan dit zakelijk avontuur zijn begonnen. Goffin: “We koesteren echt bewondering voor ondernemers die hun bedrijf alleen leiden, want iedereen krijgt vroeg of laat met tegenslagen te maken. Wij hebben het voordeel dat, als we eens een moeilijk moment beleven, de ene de andere er altijd door sleurt.” Deblieck: “We vullen elkaar ook perfect aan: Fabrice is de man die de sales op gang trekt en veruit het meest in het buitenland zit, ik kom in beeld van zodra het technologische aspect aan bod komt. Ook karakterieel zijn we tegenpolen, maar die wisselwerking maakt ons net zo krachtig.”

Goffin: “Eerlijk: we hebben al twee keer heel dicht bij een overnametraject gestaan, maar telkens voelden we op het ‘moment suprême’ de klik met de overnemer niet. Bovendien: we willen zelf onze droom waarmaken.”

STERCK. Welke rol speelt Bart Versluys in dat verhaal?

Goffin: “Versluys is een visionair die – anders dan andere investeerders – verder kijkt dan de huidige marktsituatie. Daarom heeft hij een participatie van 50 procent in ons bedrijf genomen. Hij beperkt zich tot de financiële inbreng en laat ons ons ding doen.”

STERCK. Worden jullie dan toch nog sant in eigen land?

Deblieck: “Helaas zijn er geen signalen die in die richting wijzen. Als technologische ondernemers die continu investeren, hebben we al vier keer een controleur van de FOD Financiën over de vloer gekregen. Dan moeten we uitleggen waarom we zoveel in het buitenland verblijven en waarom we het leeuwendeel van de opbrengsten meteen weer in het bedrijf investeren. Dat is best wel frustrerend, ja. We vinden het nogal kortzichtig van de belastingdienst om R&D-bedrijven zo het vuur aan de schenen te leggen.”

Aanvankelijk geloofde niemand in ons verhaal, zelfs onze eigen klanten waren wantrouwend.
Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels