Eigen identiteit koesteren
Koen Metsu & Kristof Bossuyt

Eigen identiteit koesteren

Regio: Wilrijk - Edegem - Berchem

Edegem (21.500 inwoners) en Wilrijk (40.000 inwoners) zijn twee gemeenten in de periferie van Antwerpen, met een eigen identiteit maar tegelijkertijd met veel overeenkomsten. Een rode draad is de ambitie om de lokale economie te versterken en ondernemerschap te stimuleren. 

STERCK. Hoe profileren Edegem en Wilrijk zich als gemeenten ‘onder de rook’ van Antwerpen?

Metsu: “Het is zeker niet onze aspiratie om te verstedelijken, we wensen onze autonomie te behouden. Wij zijn een charmante gemeente aan de zuidrand van Antwerpen, op nog geen tien kilometer van de kathedraal. Edegem wordt vooral getekend door detailhandel, de dagelijkse behoeften worden hier perfect ingevuld met winkels van een hoog kwaliteits­niveau. We willen niet concurreren met de stad Antwerpen, maar onderscheiden ons met eigen accenten. Naast detailhandel beschikt Edegem over heel wat dienstverlenende bedrijven en vrije beroepen. Met het UZA heeft Edegem overigens een heel belangrijke werkgever voor de regio binnen de gemeentegrenzen.”

Bossuyt: “Het identiteitsgevoel is cruciaal. Wij profileren ons als ‘Het dorp in de stad’. Daarnaast is Wilrijk – na de Meir en de Huidevetterstraat – het derde handelscentrum van Antwerpen. Dat heeft zeker te maken met het niveau en de verscheidenheid aan winkels maar zeker ook met het gratis parkeerbeleid. We hebben bewust geen systeem van bewoners­parkeerkaarten want dat is vaak de voorbode van betalend parkeren.”

STERCK. Wat zijn de belangrijkste uitdagingen op het niveau van de lokale economie?

Bossuyt: “Een bloeiende lokale middenstand zorgt voor een leefbare en aangename woon- en dorpskern, wat eveneens de aantrekkelijkheid van ons winkelcentrum blijvend versterkt. We hebben twee actieve middenstandsverenigingen: UNIZO en Wizo. Voorts zet de vzw Handel & Industrie Wilrijk zich in voor de belangen van de bedrijventerreinen. Wij promoten een nog bedrijfsvriendelijker klimaat ten aanzien van middenstanders en vrije beroepen. We voeren een beleid dat er op gericht is om ondernemers aan te sporen om zich (nog meer) in Wilrijk te vestigen.”

Metsu: “Edegem is een ‘run-shop’ gemeente, wat betekent dat mensen vooral heel gericht willen winkelen. Wij trachten daarom exclusieve winkels aan te trekken zodat bezoekers voor een bepaalde winkel naar onze gemeente komen. We willen een aantrekkelijk winkelaanbod en bruisende handelscentra creëren en de winkelknooppunten versterken. Voorts zetten we in op horeca, zonder horeca leeft een gemeente niet. Het domein Meihof hebben we nieuw leven ingeblazen waarbij ook Pegode - een vereniging voor mensen met een beperking – ingezet werd in het kader van een tewerkstellingsproject.”

Regio

Kernversterking

STERCK. Edegem is actief in het pilootproject van UNIZO ‘De Bedrijvige Kern’. Wat houdt dit concreet in?

Metsu: “Wij zijn inderdaad als enige gemeente in de provincie Antwerpen geselecteerd door UNIZO om deel te nemen aan het pilootproject ‘De Bedrijvige Kern’. De bedoeling hiervan is onder meer om de dorpskern te reactiveren, leegstand tegen te gaan en om de shopping-belevenis te verhogen.”

STERCK. Zijn er nog uitbreidingsmogelijkheden voor bestaande industrie- en kmo-zones?

Bossuyt: “De logistieke ligging van Wilrijk - tussen E19 en A12 - bepaalt grotendeels de inplanting van bedrijven. Het gaat daarbij niet alleen om baanwinkels maar ook om industrie, gevestigd aan Terbekehof, de Kernenergiestraat en rondom de Rizla. Het betreft een mix van kleine en zeer grote productiebedrijven, logistieke spelers en retailbedrijven. Al deze bedrijven samen genereren werkgelegenheid voor meer dan 5.000 mensen.” 

Metsu: “Wij beschikken niet echt over grote kmo-zones. Economische activiteit vindt vooral plaats op de Prins Boudewijnlaan en op de Mechelsesteenweg, hier bevinden zich de grote winkelketens. Een eventuele mogelijkheid is de uitbreiding van de IHK-site. Deze site kan enkel als bedrijventerrein worden ingevuld als het over bedrijven gaat die daar ook echt werkgelegenheid genereren. Het louter creëren van opslagruimtes biedt geen economisch meerwaarde voor Edegem.” 

STERCK. Wat zijn verder nog belangrijke uitdagingen tijdens deze legislatuur?

Bossuyt: “Tijdens deze legislatuur zullen wij de Terbekehofdreef heraanleggen, inclusief de vervanging van de riolering. We blijven er over waken dat de Moerelei – een belangrijke toegangsweg voor het industriegebied – niet zal doorgeknipt worden. In samenwerking met de stad Antwerpen en de POM zoeken we naar oplossingen in het kader van waterbuffering gecombineerd met een buffering van vrachtwagens. Dat alles zal de bewoners in de omgeving van het industriegebied ten goede komen. Wat betreft mobiliteit zal er veel afhangen van de herbestemming van de gronden rond de Boomsesteenweg. Graag vermeld ik nog de toekomstige ontwikkelingen rond industrieterrein Terbekehof. Het industrieterrein heeft de ambitie om energieonafhankelijk te worden, en dus zelf te voorzien in energie via eigen opgewekte hernieuwbare energiebronnen. De mogelijkheden gaan van windturbines, zonnepanelen, warmtepompen en warmtenetten.”

Metsu: “Van een anonieme wijk een veiligere en meer leefbare buurt maken: inzetten op het vernieuwen van straten, ettelijke nieuwe buurtspeeltuinen aanleggen, het kordaat aanpakken van overlast allerhande, het optimaal toegankelijk maken van ons openbaar groen, ... noem maar op. Heel wat mensen uit het noorden van Antwerpen – onder meer Brasschaat en Kapellen – verhuizen naar Edegem omwille van het woon-werkverkeer en het aangename karakter van onze gemeente. Edegem is een residentiële gemeente, men komt hier wonen in het groen. Wij zijn een slaapdorp geweest, maar we zijn aan het ontwaken. Het is belangrijk dat inwoners hier over voldoende voorzieningen beschikken om te winkelen en te recreëren. Mensen willen zich na een drukke werkdag niet meer verplaatsen over een al te lange afstand, tijd is immers het nieuwe geld.”

STERCK. Hoe werken bedrijfsleiders mee aan de economische ontwikkeling van Edegem? 

Metsu: “Wij hebben heel veel ondernemers binnen onze gemeentegrenzen, zonder dat hun bedrijf hier gevestigd is. Die ondernemersgeest werkt zeer positief, in de adviesraad lokale economie kunnen wij rekenen op de inbreng van deze bedrijfsleiders. Ze zorgen voor vernieuwende en verfrissende ideeën.” 

Regio

Mobiliteit

STERCK. In hoeverre is mobiliteit een issue in jullie gemeenten?

Bossuyt: “Mobiliteit staat bij ons hoog op de agenda. Wij hebben een aantal zwarte kruispunten op de Boomsesteenweg en trachten hiervoor oplossingen te vinden in overleg met alle betrokken partijen. We zetten vooral in op de verkeersdoorstroming rondom de huidige bedrijventerreinen. Een nieuw bedrijventerrein is er niet bij gebaat wanneer de randvoorwaarden voor mobiliteit niet ingevuld zijn. En het kan niet zo zijn dat het verkeer stilstaat bij de aanleg van een nieuw bedrijventerrein. We onderzoeken ook de mogelijkheden van deelfietsen voor werknemers. Positief is de mogelijke uitrol van de velostations uit Antwerpen tot buiten de Singel. Voor het doortrekken van een tramlijn doorheen het centrum van Wilrijk is er geen draagvlak. Het is nuttiger om het huidige openbaar vervoer te optimaliseren.”

Metsu: “De realiteit is dat het aantal personenwagens de afgelopen tien jaar met 30% gestegen is, terwijl de weginfrastructuur dezelfde bleef. Als residentiële gemeente willen wij het sluipverkeer uit de wijken trekken richting gewestwegen die daarvoor ingericht zijn. Wij willen een vlotte bereikbaarheid met het openbaar vervoer van de bedrijventerreinen op de Prins Boudewijnlaan. Ook de huidige werken aan de Drie Eikenstraat zijn het levendige bewijs dat we willen inzetten op een veilige verkeerssituatie voor zowel fietsers, voetgangers als automobilisten. Veiligheid en inzetten op mobiliteit is iets wat we overal in de wijken, en vooral in de handelsknooppunten willen bewerkstelligen.”.

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels