MiFID II, UCITS V, speculatietaks, … het zijn maar enkele van de exotisch en minder exotisch klinkende nieuwe regels waarmee uw private banker de afgelopen maanden rond de oren werd geslagen. Hoe groot is de uitdaging om in tijden van nulrente het vermogen van klanten toch te laten groeien? En welke trends zien we in private banking? STERCK. Magazine bracht drie vooraanstaande Antwerpse bankiers rond de tafel voor een gesprek.
STERCK. De verstrenging van de regelgeving leidde het afgelopen jaar tot bewegingen naar schaalvergroting in de sector van private banking?
Peeters: “Ik denk dat de tendens tot schaalvergroting niet alleen ingegeven is door een striktere regelgeving maar bijvoorbeeld ook door het creëren van aandeelhouderswaarde. Het blijft de vraag wat het belang van de cliënt daarin is en op welke horizon men één en ander ziet. Even belangrijk is volgens mij de tendens waarbij een aantal grote talenten hun eigen spin-offs opzetten. Het is een perpetuum mobile. Zowel de aanbieders als de klanten maken een keuze waar ze zich het best bij voelen. Wij doen bij Leo Stevens & Cie bijvoorbeeld heel veel zaken bewust niet, waardoor we ondanks onze schaalgrootte gemakkelijk de regelgeving kunnen volgen.”
Van Goethem: “Het banklandschap is momenteel zeer uitdagend en competitief. Er is de moeilijke economische conjunctuur met een extreem lage rente. En alleen al in Antwerpen kan ik vlot een 25-tal concullega’s opnoemen. Dat is veel, zelfs voor een rijke regio. De sector wordt algemeen geconfronteerd met dalende marges en hogere kosten. We moeten meegaan in de digitale evolutie en strengere regelgeving. En de cliënten worden mobieler en hebben hogere verwachtingen. We denken dat er nog een verdere consolidatie in de sector zal gebeuren. Als marktleider met zetel in België heeft Bank Degroof Petercam de ambitie om hierin ook een actieve rol te blijven spelen. We zijn klein genoeg om flexibel in te spelen op veranderingen in de markt en dicht bij onze klant te staan. Anderzijds hebben we voldoende taille om gekwalificeerde medewerkers aan te trekken en gespecialiseerde diensten aan te bieden die vergelijkbaar zijn met de grootbanken.”
Cranshoff: “Ik kan me daarbij aansluiten. Schaalvergroting heeft zijn belang. Zeker in het licht van stijgende kosten door compliance-maatregelen, ICT-kosten, speculatietaks, … Het verdienmodel staat door de marktomstandigheden onder druk. Aan de andere kant valt er ook iets te zeggen voor kleinschaligheid en proximiteit. Het ideale is om de combinatie van de twee te maken.
Van Lanschot is in ons land een relatief kleine speler die echter kan terugvallen op de expertise van de grote groep in Nederland. Daardoor kunnen we flink wat kosten spreiden. Ik verwacht dat de regelgeving nog gaat toenemen en dat gaat het voor heel wat kleine spelers toch heel moeilijk maken. Misschien zullen het niet altijd fusies zijn die volgen, maar toch samenwerkingsverbanden, allianties, … Dat er nog veel gaat bewegen is een zekerheid."
“Ons credo is dat we voor iedereen een oplossing moeten kunnen bieden zowel via discretionair beheer (in handen van de bank), niet-discretionair beheer als in een beleggingsadviesrelatie”, vertelt Patrick Cranshof (Van Lanschot). “Naast oplossingen met open architectuur à la carte vragen sommige beleggers duidelijk eenvoud, transparantie en een heel overzichtelijke kostenstructuur. Daarom hebben we een bijkomende formule ontwikkeld met een overkoepelend profielfonds waarbij op een heel eenvoudige manier belegd wordt, dat transparant is én fiscaal geoptimaliseerd wordt als extra dimensie. Het is bijvoorbeeld niet onderhevig aan beurstaks, Reynderstaks, … en dus een heel fiscaalvriendelijke oplossing. Op die manier trachten we ervoor te zorgen dat iedereen zijn of haar gading kan vinden.”
STERCK. Wat merkt de klant van de sterk wijzigende reglementering?
Cranshoff: “Intussen weten de mensen dat alle nieuwe regels niet het idee van één bank zijn, maar opgelegd worden aan een hele sector. Enkele jaren geleden was het veel moeilijker om dat uitgelegd te krijgen. Het is complex en lang niet iedereen begrijpt dat het net om bescherming van de klant gaat. Op Belgisch niveau verandert de regelgeving nog veel sneller. Het maakt het ons niet gemakkelijk, maar de klant begrijpt het wel.”
Peeters: “De nieuwe regelgeving is natuurlijk ingegeven door het falen van de zelfregulering en autocontrole in de bankensector. Als de regelgever dan met een overdaad op de proppen komt, is dat verschieten. Door de schaalvergroting ontstaat er een vorm van depersonalisering. Je krijgt grote groepen waar je bij wijze van speken niemand nog kent. Dan doen de private bankers dat toch beter en mag je ze niet op één hoop gooien met de rest van de banken. Er is een evolutie naar meer standaardisering en minder maatwerk. De burger moet daarin meegaan, maar beseft ook dat zaken zoals een speculatietaks totaal nergens op slaan.”
Van Goethem: “De bureaucratie neemt toe, voor ons en voor de klant. Maar er zijn ook goede dingen. Op het vlak van risicoprofielen en kennis bij het publiek is er duidelijk vooruitgang geboekt en klanten zijn veel beter beschermd dan vroeger. De transparantie neemt sterk toe. Ook de rapportering aan de klant zal nog verder evolueren. Het is een onomkeerbaar proces.”
Rendement zoeken
STERCK. De markt kent momenteel de hoogste volatiliteit sinds de crisis. Hoe vertaalt zich dat?
Cranshoff: “Dat is een zeer grote uitdaging. Er staat al enkele jaren 230 miljard euro op de spaarboekjes. Belgen hebben altijd een grote voorkeur gehad voor vastrentende beleggingen zoals obligaties en cash. Ze nemen liever minder risico. Dat heeft de laatste 20 jaar ook geloond, maar nu is het rendement in obligataire beleggingen nagenoeg volledig verdwenen. En risicodragende beleggingen hebben de perceptie tegen.”
Van Goethem: “Lage rente en hoge volatiliteit leiden tot onzekerheid, tot een zekere vorm van passiviteit en zelfs angst. Een private banker moet daarom zeer dicht bij zijn klant staan om hem of haar op moeilijke momenten aan boord te houden. Op het dieptepunt van de markt je portefeuille verkopen is het ergste wat je kan overkomen. De uitdaging blijft om in deze markt goede resultaten neer te zetten. We zetten in op teams van macrospecialisten en analisten om goed te begrijpen wat er aan de hand is en maken gebruik van nieuwe beheertechnieken om risico’s goed in te dekken. Je moet innovatief kunnen inspelen op die nieuwe marktcontext.”
Peeters: “Op momenten zoals nu is het belangrijk om vast te stellen of het profiel van je klanten juist zit. Als je hen goed kent weet je wat ze aankunnen. Tegelijk hebben we deze situatie als professioneel ook nog nooit meegemaakt. We moeten daar bescheiden in zijn. Maar klanten moeten op hun private banker kunnen rekenen om risico’s die ze misschien niet vermoeden toch te beheersen. Een markt met lage rente heeft een groter risico dan gedacht. Er heerst een vals gevoel van veiligheid. Iedereen weet dat er iets niet klopt. Toch moeten we proberen om antwoorden te bieden op thema’s zoals vergrijzing, rentenieren dat binnenkort misschien niet meer zal kunnen door de extreem lage (zelfs negatieve) rentestand, .... Je kan je inkomen momenteel niet meer oppompen vanuit je vermogen zonder je vermogen aan te spreken. Dat is een nieuwe oefening. Het komt erop neer om in de huidige marktsituatie met verantwoordelijkheidszin een aantal goede ideeën naast elkaar verzamelen. Er bestaat niet 1 recept dat goed genoeg is om alle uitdagingen te counteren.”
Roerend vastgoed
STERCK. Is vastgoed nog een alternatief of intussen overroepen?
Peeters: “Vastgoed is een volwaardige activaklasse binnen een vermogenspositie. De vastgoedmarkt is de laatste 25-35 jaar bijna ononderbroken gestegen. Daarom is voor veel Belgen het gewicht ervan in hun portefeuille proportioneel erg hoog. Zelfs in de huidige lage rentemarkt is dat een risico. Al is het zeker niet verkeerd om in roerend vastgoed – zoals vastgoedbeveks – te investeren. Je vindt er een beheerst risico, een goede spreiding, een goed wetgevend kader, goed rendement en het valt te managen zonder notariskosten en registratierechten. Het gaat nog in populariteit toenemen.”
Cranshoff: “Er is in België op geen enkel moment een afkoeling geweest in vastgoed. Voor wie nu nog in vastgoed wil stappen, is het toch niet risicoloos. Je betaalt nu vrij dure prijzen en er hangt ook een mogelijk wijzigende fiscaliteit rond onroerende investeringen. Dat kan een invloed hebben op het toekomstig rendement. Producten zoals vastgoedbeveks zijn dan inderdaad een valabel alternatief omdat je meer spreiding genereert.”
Van Goethem: “Dat vals gevoel van veiligheid wordt vandaag nog in de hand gewerkt door de zeer lage hypothecaire rente. De ommekeer daarin zal er komen en misschien sneller dan we denken, met alle gevolgen van dien voor de risico’s in obligaties maar ook in de vastgoedmarkt. Zij die denken dat enkel vastgoed het walhalla is zullen van een kale reis thuiskomen.”
Peeters: “De verwachting en de hoop is dat de huidige inspanningen van de centrale bank toch tot - weliswaar beperkte - resultaten zullen leiden. De minimale beterschap die er is, is volstrekt niet in proportie tot de verwachtingen. Maar hoe lager de rente in België is, hoe meer er gespaard wordt. Men wil de onzekerheid compenseren.”
Cranshoff: “Als we naar de VS kijken, waar men veel eerder met een soortgelijk centraal beleid begonnen is, dan staan we in Europa nog voor vele jaren van zeer lage rente. Dat is alvast onze verwachting. Dat maakt het niet gemakkelijk, noch voor ons, noch voor onze klant. Zeker de defensieve klanten zijn gewend dat het vastrentend gedeelte van hun portefeuille de buffer was t.o.v. het kleinere aandelengedeelte. Maar vandaag evolueert zo’n portefeuilles gewoon mee met de beurs. Men ervaart dat als een stijging van de volatiliteit, maar de beurzen hebben altijd bewogen. Alleen voelden die klanten dat niet door hun grote buffer die vandaag zijn werk niet meer doet. Ze gaan iets meer risico moeten nemen of tevreden moeten zijn met een nulrendement. Al hou je dat laatste geen jaren vol.”
Peeters: “Ik denk dat je als je een zekere mate van volatiliteit accepteert, je de lage rente volledig moet kunnen compenseren. Veel bedrijven hebben zich de afgelopen jaren zeer goed kunnen saneren. Het vet is overal weggesneden. We zien velen het zeer goed doen. De M&A business is aan het aantrekken. Bepaalde bedrijven worden weggehaald van de beurs. Ook dat is een goed teken. De economie zit klaar voor een conjunctureel herstel. Die signalen krijgen nog niet de aandacht die ze verdienen omdat het consumentenvertrouwen nog moet groeien. De werkgelegenheidscijfers spelen daar een belangrijke rol in. Maar er groeit wel een vertrouwen, al is dat nog zeer broos.”
“Het is voor ondernemers die middelen ter beschikking hebben soms minder evident om in klassieke beursgenoteerde activa te beleggen”, aldus Marc Van Goethem (Degroof Petercam). “Ze willen vooral beleggen in instrumenten die ze goed begrijpen en waar ze een affiniteit mee hebben. Naast het klassieke aanbod met een zeer gediversifieerd beheer, bieden we daarom ook alternatieven onder de vorm van beleggingen in privat equity. Zo hebben we twee jaar geleden de lancering van het buyout-fonds Down2earth mee begeleid. Zo’n fondsen worden beheerd door mensen die de ondernemerswereld door en door kennen en een bewezen trackrecord hebben. Er wordt vooral belegd in Vlaamse bedrijven. Maar ook investeringsprojecten in niet-beursgenoteerd vastgoed doen het goed.”
Meer risico nemen
STERCK. Jullie beroep is de afgelopen jaren veel moeilijker geworden?
Cranshoff: “De uitdaging bestaat erin om het verlies aan zekere inkomsten in het vastrentend gedeelte op te vangen met andere zaken. Je gaat die veilige achtertuin een beetje moeten verlaten, maar er stellen zich ook heel wat opportuniteiten. Tal van bedrijven voeren bijvoorbeeld een verstandig dividendbeleid. Ze kunnen de rol overnemen voor de obligatiebelegger, weliswaar met een iets hoger risico.”
STERCK. Zijn klanten bereid om een hoger risico te aanvaarden?
Peeters: “Het is een kwestie van dit goed te communiceren. Als je bijvoorbeeld blijft redeneren in termen van rente en het consumeren van de vastrentende opbrengst van een vermogen, dan snapt iedereen dat het verhaal op is. Het komt erop neer om het licht te laten schijnen op alternatieven zoals leningen met variabele rente, kwaliteitsaandelen van bedrijven die een duurzame dividendpolitiek voeren zoals een Elia of een Solvay, beursgenoteerd vastgoed, .... Mits een goede dosering timmer je aan de weg. We moeten de mensen duidelijk maken dat het vandaag geen schande is om een beetje in te teren op kapitaal. Je moet al een onwaarschijnlijk groot vermogen hebben om uitsluitend te kunnen leven van rente.”
Technologie vs vertrouwensband
STERCK. Hoe is het gesteld met trends zoals de roboadvisor en de groeiende digitalisering versus het persoonlijke advies?
Cranshoff: “In communicatie en rapportering is de digitalisering een belangrijke rol aan het spelen is. Echt geautomatiseerd advies is nog iets anders. Al zie je dat de jongste generatie er meer voor open staat.”
Van Goethem: “Je hebt de twee. Er zijn de laatste jaren heel wat nieuwe spelers bijgekomen die bijna louter een digitaal platform hebben. Maar om een rendabele business te voeren moet er om te beginnen een goede cliëntenbasis zijn en daar ontbreekt het die spelers toch wel aan. De gevestigde waarden investeren ook volop in ICT. Digitalisering is een tool om de toegankelijkheid tot de dienstverlening te verbeteren. Maar performance en persoonlijk contact blijven prioritair. Ik zie het eerder als een kans dan een bedreiging.”
Peeters: “De Binkbanken, Bolero’s en Fortuneo’s zijn voor mij geen concurrenten. Ze doen zaken die wij niet willen doen en waar de cliënt ook niet voor wil betalen. Als men er niet voor wil betalen is het vaak ook niet veel waard. Cliënten kunnen kiezen tussen een product of een dienst. De mensen willen een klankbord. De vertrouwensrelatie met de cliënt is prioritair. Het gaat over de centen waarvoor hij heel zijn leven voor gewerkt heeft. Al de rest zijn tools om die relatie te onderhouden. Communicatie, luisterbereidheid, beschikbaarheid, … Technieken zoals Facetime en dergelijk zijn een hulp. De jonge generatie vindt dat vanzelfsprekend. Daarop moeten we anticiperen. Maar het dienstverlenend aspect van onze métier moet voorop blijven staan.”
Cranshoff: “Wij hinken vandaag wat op twee gedachten. We hebben enerzijds Van Lanschot private banking, waar het persoonlijke voorop staat. Aan de andere kant zijn de twintigers van vandaag de potentiële klanten van de toekomst. Daarom hebben we een tweetal jaar geleden de onlinebank Evi opgestart. Die maakt vermogensbeheer online mogelijk, volledig geautomatiseerd op basis van een risicoprofiel. We denken dat de jonge generatie wel eens in die richting kan evolueren, waarbij men later nog een keuze kan maken of men het persoonlijke contact toch belangrijker vindt of niet.”
“Mensen stellen zich vragen vanuit de huidige context van lage rente, onzekerheid, minder consumentenvertrouwen, … “, zegt Erik Peeters (Leo Stevens & Cie). “Zeker in kader van de vergrijzing waarbij men steeds ouder wordt. Alle statistieken die bestonden kunnen de prullenmand in. Hoeveel geld heb je nodig om het inkomensverval goed te maken? Zorg dat een expert de tijd neemt om de balans op te maken van wie je bent, wat je familiale context is, welke financiële ruggengraat je hebt, welke financiële kasstromen nodig zijn nu en in de toekomst, … . Bekijk samen binnen welk risicoprofiel een batterij van maatregelen genomen kan worden om de doelstellingen te realiseren. Je moet je hoeden voor overdreven risico’s en niet alles in aandelen steken omdat er nauwelijks of geen rente is, maar bijvoorbeeld wel een onderscheid maken met dividend dragende aandelen die dat al vele jaren duurzaam doen.”
Duurzaam beleggen
STERCK. Is de sterke belangstelling voor duurzaam beleggen meer dan een bevlieging?
Van Goethem: “Het is helemaal weg uit de sfeer van geitenwollen sokken. Privé-beleggers bekijken duurzaamheid vooral vanuit ethisch standpunt, maar we zien dat de grote institutionele beleggers het ook bekijken vanuit een puur financieel-economische overweging, namelijk de beheersing van risico’s. Er zijn wereldwijd zoveel risico’s waar we mee geconfronteerd worden: milieu, terrorisme, voedselrampen, … Je kan niet alle risico’s blijven verzekeren, maar wel preventief optreden en daar is duurzaam en verantwoord beleggen een antwoord op. Duurzame beleggingsportefeuilles doen het tegenwoordig soms beter dan andere.”
Peeters: “De markt is er helemaal klaar voor. De kernramp in Japan, de sjoemelsoftware van VW, … het zijn een aantal katalysatoren geweest die maken dat duurzaamheid meer en meer maatschappelijk aanvaard is. Wij kijken vooral welke beleggingen we eventueel uitsluiten omdat ze niet duurzaam zijn. Dat is een pragmatische aanpak. Men vindt duurzaamheid meer en meer vanzelfsprekend.”
Cranshoff: “De institutionele belegger was op dit vlak al jaren voor, maar we screenen ook al onze beleggingen op het vlak van duurzaamheid. Uitsluiten is één van de mogelijkheden, maar we stappen soms ook zelf naar bedrijven toe om hun voor hun verantwoordelijkheid te plaatsen, soms zelfs met meerdere fondsenbeheerders tegelijk. We hebben er in België trouwens ook het Ethibel-certificaat voor gekregen.”
Speculatietaks
STERCK: Welk effect zien jullie van de speculatietaks?
Van Goethem: “De meeste cliënten beleggen bij ons via beleggingsfondsen en daar speelt dat niet. Degenen die toch in individuele effecten beleggen doen dat vooral op een termijn die langer is dan zes maanden. Maar die taks is een maat voor niets en zelfs contraproductief door alle inkomsten die er mislopen worden. Erger is echter de vrees die ontstaat dat dit de deur opent naar veel dramatischer zaken zoals een vermogenswinstbelasting. Zoiets kunnen we missen als kiespijn. Er zijn genoeg argumenten om te stellen dat het roerend vermogen in België al zeer hoog belast wordt.”
Peeters: “De speculatietaks is in mijn ogen een kwakkel van jewelste omdat de echte speculanten ontzien worden. Die werken met producten zoals ‘trackers’ die om het probleem heen fietsen. Het klopt dat lange termijnbeleggers minder getroffen worden. Maar het is wel fundamenteel verkeerd dat een politieke maatregel het beleggingsgedrag gaat beïnvloeden. Stel je maar eens voor dat je een belegging hebt gedaan met een horizon van een paar jaar en ineens moet je je dochter helpen om deel te nemen in een bouwproject en je valt binnen de zes maanden. Is dat de bedoeling? Willen we geld in het bakje of willen we een politieke zoethouder om een zogenaamde taxshift te realiseren? Fiscaliteit is voor de mensen geen enkel probleem als die billijk, rechtszeker en vereenvoudigd is. Nu blijft het loodgieterij in de marge.”
Cranshoff: “Men heeft de fout gemaakt door al dan niet bewust te vergeten dat mensen hun gedrag aanpassen aan nieuwe omstandigheden. Uiteraard passen de beleggers hun gedrag aan de nieuwe belasting aan. Het uitgangspunt was ook bedenkelijk. Men wil het vermogen belasten, maar een vermogende is daarom geen speculant. Men treft er ook heel wat kleine beleggers mee.”
Van Goethem: “Kijk maar naar de verlaging van de schenkingsrechten die geleid heeft tot een aanzienlijke verhoging van de inkomsten. Hetzelfde met de Kaaimantaks en de CRS-wetgeving. We moeten het resultaat nog afwachten maar men beseft niet welke mentaliteitswijziging dit met zich meebrengt bij mensen die in het verleden geneigd waren om tegoeden in het buitenland te parkeren. Dat is een enorme omwenteling die heel wat gelden naar België terug zal brengen, maar het is een complex verhaal dat niet eenvoudig uit te leggen is.”.