De grote wederopstanding

Vijf jaar lang was Alfa Romeo afwezig in het onontbeerlijke segment van de middenklasse berlines. De nieuwe Alfa Romeo Giulia moet de wederopstanding van het Italiaanse merk inluiden en de gevestigde Duitse waarden het vuur aan de schenen leggen. De volledig nieuw ontwikkelde Giulia lijkt die hooggespannen verwachtingen in te kunnen lossen. Alfa Romeo is terug van weggeweest.

Het belang van de nieuwe Giulia voor Alfa Romeo kan niet genoeg onderstreept worden. Dat bevestigt ook Teun van Hulzen, CEO van Buga-Auto met vestigingen in Antwerpen, Wijnegem en Geel. “We hebben voor Alfa Romeo gelukkig nog een aantal klanten aan het merk kunnen binden met de toffe Mito en de Giulietta. Maar uiteindelijk zijn we wel heel wat rijders van de 156 en de 159 verloren, omdat we in dat segment te lang geen auto meer hadden. Meestal mensen die echt wel een grotere berline nodig hadden voor de dagelijkse verplaatsingen.”

Wat is de belangrijkste troef waarmee de Giulia de harten terug moet veroveren? Teun van Hulzen: “Het belangrijkste is en blijft het ongelofelijk geslaagde design. Het uiterlijk van de wagen bepaalt nog steeds 70 procent van de keuze van een klant. En de reacties in de markt bevestigen dat de designers van Alfa Romeo op dat vlak schitterend werk geleverd hebben. Zelfs al rij je met een relatief anonieme kleur zoals de grijze testwagen, dan nog zie je voorbijgangers hun hoofd omdraaien. In tweede instantie zijn natuurlijk ook de technische aspecten van de wagen bepalend. Als we de kans hebben om deze aan een potentiële klant toe te lichten, dan beseft hij/zij meteen dat onder dat mooie exterieur fantastische technologie schuilgaat. En dat uit zich in de kwaliteiten van de wagen.”

De Giulia heeft een goede mix tussen comfort en sportiviteit.

Uitmuntend rijgedrag

Voor onze test mochten we een beroep doen op Kris Van den Kieboom van ABC-Domotica Projects uit Schoten. Hij is een Alfa-liefhebber pur sang die verschillende klassieke Alfa’s in zijn garage heeft staan. Als dagelijkse wagen schakelde hij enkele jaren geleden ook noodgedwongen over naar de Duitse concurrentie. Zijn laatste Alfa Romeo voor dagelijks gebruik was de Alfa 156 2,4 JTD, de Alfa 156 Sportwagen 2,4 JTD, de Alfa 166 2.0 V6 Turbo en uiteindelijk de GT 3,2 V6.

Kris Van den Kieboom: “Ik ben eerlijk gezegd nogal argwanend aan de eerste testrit met de Giulia begonnen. Dat was eerst met de manueel geschakelde 150 pk-versie. Maar het gaf me meteen een gevoel van thuiskomen. De wagen was zoveel beter dan ik had durven hopen. De belangrijkste indruk was dat ik precies met een kleine auto onderweg was, terwijl de Giulia in werkelijkheid flinke afmetingen heeft. Het rijgedrag was enorm plezierig. Het is echt een rijdersauto en dat is meteen ook één van de grootste troeven. Je voelt op geen enkel moment dat je ‘slechts’ met 136 of 150 pk onderweg bent en daardoor komt de sportiviteit van de wagen echt goed tot uiting. De Giulia stuurt beter dan veel van de Duitse concurrenten. Het stuur is heel direct, communicatief en het weggedrag in het algemeen geeft heel veel vertrouwen.”

Sportief karakter

“Dat goede rijgedrag heeft er alles mee te maken dat de Giulia oorspronkelijk ontworpen is als een 510 pk sportwagen in de versie van de fantastische Quadrifoglio”, legt Teun van Hulzen uit. “Dat was de basis en die technische eigenschappen zijn daarna vertaald naar de meer ‘brave versies’ en niet andersom. Zo is bijvoorbeeld de aandrijfas naar achter toe voor alle modellen volledig uit koolstof gemaakt. Ook in de lichtste versie zoals deze 2.2 JTDm 136 pk testwagen komt de sportiviteit perfect tot uiting. De meeste klanten die we met deze versie laten rijden hebben het gevoel dat ze met een veel krachtigere motor onderweg zijn.” 

Stabiele ophanging

Kris Van den Kieboom: “Dat klopt helemaal. De ophanging die grotendeels uit aluminium is opgetrokken, is opvallend goed afgesteld voor zowel mooie vlakke wegen als een meer hobbelig parcours. Het is een goede mix tussen comfort en sportiviteit. Ook de automaat is fenomenaal, zeker in combinatie met de DNA-knop waarmee je het karakter van de wagen kan instellen. Het is ongelofelijk hoe de automaat in elke modus specifiek reageert.” 

Teun van Hulzen: “Als je met een Giulia een verkeersdrempel neemt stabiliseert de wagen zich perfect en dat zelfs zonder actieve ophanging. De auto komt onmiddellijk terug in een stabiele rijhouding. Dat kan je eigenlijk alleen maar beschrijven door er mee te rijden. Het is echt een auto waar je 2.000 km mee kan afleggen en zonder een kreuk in je hemd kan uitstappen. Ook mensen die al een wat grotere of forsere postuur hebben zoals ikzelf, vinden een perfect zitcomfort in de wagen.”

Op het vlak van rijhulpsystemen en elektronica heeft Alfa Romeo goed gekeken wat er op de markt beschikbaar is en dit toegepast in de nieuwe Giulia. Ook de interieurafwerking staat intussen op punt. “Ik heb er speciaal op gelet”, zegt Kris Van den Kieboom. “Bij de eerste wagens waarmee de pers kon rijden was er wel wat kritiek op de afwerkingskwaliteit. Zelfs op het Autosalon van Brussel was de koffer nog niet helemaal in orde. Maar bij de laatste modellen waarmee ik gereden heb is dat aangepast en intussen volledig verholpen. Ik was eigenlijk niet van plan om van wagen te veranderen. Maar ik heb dan toch een testrit gemaakt en ik was verkocht, in mijn geval voor de krachtige Quadrifoglio-versie. Die geeft ongelofelijk veel rijplezier. Dan mag je de meest hatelijke werkdag hebben gehad, dat is in één klap vergeten als je achter het stuur gaat zitten.” 

Verkoopcijfers

Dat de Giulia een mooie én goede wagen is lijkt intussen buiten kijf te staan. Rest de vraag of de wagen er ook in slaagt om verloren klanten terug naar het merk te lokken én door te dringen tot de fleetmarkt? 

“We zien dat de leasingmaatschappijen enigszins terughoudend zijn omdat ze weinig geschiedenis rond het product hebben,” zegt Teun van Hulzen. “En dat is ook logisch. De kost per kilometer is echter heel gunstig en sluit aan bij deze van vergelijkbare wagens in deze klasse. De eerste verkoopcijfers zien er goed uit. We zien dat de zelfstandigen en de vrije beroepen terug de weg naar ons vinden. De kleinere kmo’s weten uit ervaring dat ze de gevestigde waarden niet hoeven te volgen. En dan komen de grotere bedrijven vanzelf wel.”.