Onze maatschappij gaat door een grote transformatie, gedreven door digitalisering. Start-ups spelen hierin een hoofdrol. Of we het nu willen of niet, je kunt er niet meer omheen. Ze zijn met voorsprong de kenmerkende bedrijfsvorm van dit tijdperk. Maar zijn ze meer dan een hype? En wat is de strategie om de hype om te zetten in een duurzaam economische model? We legden deze vragen voor aan Omar Mohout, voormalig technologieondernemer, veel gepubliceerd technologieauteur, professor Ondernemerschap bij Antwerp Management School en verbonden aan Sirris, het kennisinstituut van de Belgische Technologie-industrie.
STERCK. Het start-up gebeuren is stilaan de hype voorbij. Maar in welke mate spelen ze al een rol van betekenis in onze economie?
Omar Mohout: “Je zou kunnen stellen dat start-ups in essentie niet zo belangrijk zijn. Het gaat over relatief kleine bedrijven met een laptop, die heel mobiel zijn en morgen naar Silicon Valley kunnen vertrekken. Ze hebben geen fabrieken, geen machines, …. En ze creëren niet spectaculair veel werkgelegenheid waardoor ze vaak niet zo sterk verankerd zijn. Die argumenten houden tot op zekere hoogte steek. Alleen is het vandaag wel zo dat innovatie sterk technologie gedreven is. We leven in het digitale tijdperk. En die innovatie komt tegenwoordig niet meer in de eerste plaats van universitaire instellingen of grote bedrijven maar van kleine en gedreven start-ups.”
STERCK. Hoe komt dat?
Mohout: “Het keerpunt was 2010. Toen is de drempel voor technologie voor een stuk weggevallen. Een server of database kostte vroeger stukken van mensen. Vandaag is de cloud zo goed als gratis, je hebt allerlei mobile apps, databases zijn open source en vrij toegankelijk, de programmeertalen zijn krachtig en gratis,…. Daardoor kan iedereen die goesting heeft en die kan programmeren nu vanuit zijn slaapkamer een eigen bedrijf starten. De film ‘The Social Network’ is trouwens ook in 2010 uitgekomen. Die toont hoe Mark Zuckerberg vanuit zijn kamer op een universiteitscampus een wereldbedrijf uitbouwde. Het was voor velen een inspiratiebron.
1. Team
Het team en talent maken altijd het verschil. Ik zie 1.000 ondernemers per jaar. Je ziet al snel of iemand het gaat halen of niet. Het enige wat ik niet weet is of het met dit bedrijf zal zijn of met een volgend. Goede ondernemers zijn als olie en komen altijd bovendrijven. De meeste investeerders investeren ook liever in de persoon. Het idee of het product kan je aanpassen. Je moet niet op het paard maar op de jockey wedden. En een goede jockey kiest een goed paard.
2. Marktpotentieel
Het marktpotentieel van een product of dienst is essentieel. Al moet achter elk goed idee ook een goed team staan. Soms kom je hele gekke ideeën tegen die toch werken. Zo is er een Antwerps bedrijf dat een app gemaakt heeft om de gedachten van katten te lezen. Ze zitten al aan 10.000 downloads.
3. Timing
Je kan te vroeg naar de markt gaan of te laat zijn. Een goed team zal dat mee in het oog houden en weten wanneer ze al dan niet iets gaan lanceren.
De tweede piek was 2014. In dat jaar ontstonden er enorm veel acceleratie- en incubatieprogramma’s die de drempel om te ondernemen verlaagd hebben. Via programma’s zoals startit@KBC krijg je 1 à 2 jaar ruimte, begeleiding, omkadering én goede koffie. Iedereen kan ondernemer worden, er is geen excuus meer. Om een horecazaak te openen moet je al gauw een investering van een half miljoen doen. En als het fout loopt ga je failliet. Een start-up vraagt nauwelijks een investering.”
STERCK. Veel klassieke kmo’s bekijken de start-ups met enige argwaan?
Mohout: “De digitale transformatie gaat iedereen aan. Een bestaande kmo die al jaren hetzelfde doet moet zich vragen stellen. Als je wacht tot een Airbnb of een Booking.com passeert heb je een probleem. Vroeger had je zoiets als de software-industrie in Vlaanderen. Vandaag is echter alles software. Niemand kan nog zonder digitaal. Zelfs de banken evolueren tot een softwarebedrijf. En software is schaalbaar. Het maakt weinig uit of je 1 gebruiker of 10 miljoen gebruikers hebt. ING Bank wil met veel minder mensen een even goede service leveren. Geen enkel bedrijf, ook niet de schoenmaker of de frituur, ontsnapt aan digitale innovatie.”
Een webshop heeft vanaf dag één 2,3 miljard potentiële klanten.
Wereldniveau
STERCK. Traditioneel komt innovatie uit de onderzoeksinstellingen en organisaties zoals Imec?
Mohout: “Nu de drempels weggevallen zijn heb je dat soort organisaties in veel sectoren niet meer nodig. Slechts 8 procent van de bedrijven die in 2016 in Europa, Israël en Turkije een miljoen dollar opgehaald hebben zijn een spin-off van een universiteit. 92% van de innovatie komt dus van buiten de campussen. Tot 2009 was Leuven op het vlak van technologische start-ups de tweede stad van het land. Intussen hebben Gent en Antwerpen hen voorbij gestoken. Het monopolie is voorbij en dat is een goede zaak. Ook al doet België het nog steeds zeer goed op het vlak van universitaire spin-offs. Acceleratieprogramma’s zoals deze van iMinds staan nu in de Europese top 5 en zijn zelfs van wereldniveau. Zij zorgen voor 10 tot 15 procent van de nieuwe bedrijven.”
STERCK. Het is de grote uitdaging van een start-up om tot een rendabel businessmodel te komen. Grof geschat slaagt slechts 10% daarin?
Mohout: “Maar dat geldt niet enkel voor start-ups. Kijk maar naar de horeca. Ook daar ligt het aantal mislukkingen zeer hoog. Het verschil is dat als je bij een horecazaak failliet gaat, je een schuldenput achterlaat. Een start-up doet de laptop dicht en begint opnieuw. Het is de onderneming die faalt, niet de ondernemer. De meesten starten met hun ervaring opnieuw of worden een ondernemende werknemer. En dan is er weinig verloren gegaan.
Uiteraard moet elk bedrijf een duurzaam model hebben. Een bakker kan in een straal van 5 km zijn klanten werven. Een start-up wordt niet beschermd door afstand en tijd. Een webshop is 24/24 uur open en bereikbaar vanuit de hele wereld. Als je digitaal gaat, ga je onmiddellijk wereldwijd. Je hebt 2,3 miljard potentiële klanten vanaf dag 1. Maar je betaalt ook een prijs. Je concurreert vanaf dag 1 met de hele wereld. Dat is een andere dynamiek waardoor je heel snel moet opschalen. Je kan niet klein blijven. Daar is kapitaal voor nodig. En daar wringt het schoentje in België.”
STERCK. Is er in België niet voldoende geld aanwezig?
Mohout: “’Seed money’ voor kleine startende bedrijven is er intussen zeker voldoende. Maar zoek je een miljoen, wat een relatief klein bedrag is (18 maanden cash), dan zijn daar vorig jaar slechts 50 bedrijven in gelukt om dat op te halen. Het jaar ervoor 26, dit jaar voorlopig 38. Dat zijn geen spectaculair grote getallen. Bedrijven die 10 miljoen ophalen kan je op één hand tellen. 50 miljoen is onmogelijk te vinden in België. Toch heb je zo’n bedrag nodig om een globale positie in te nemen. Het kost geld om over de hele wereld snel markten te veroveren.”
Blockchain
De bekendste toepassing van blockchain is het elektronisch geld Bitcoin. Onder blockchain wordt de internettechnologie bedoeld die toelaat om informatie gedupliceerd over duizenden computers op te slaan. Omdat het over zoveel computers verspreid is, is het onmogelijk om deze eenzijdig te wijzigen noch te betwisten eens deze informatie opgeslagen is. Het verschaft als het ware een kader waarin twee partijen transacties onbetwistbaar kunnen vastleggen waardoor bijvoorbeeld de notaris of een auditor overbodig kunnen worden. Ook het kadaster of zelfs een bank kan dan moeiteloos vervangen worden. De traditionele banken liggen er wakker van. Tegelijkertijd is het een hype want er zijn dit jaar nog maar 10 Europese bedrijven die minstens een miljoen euro hebben opgehaald in deze activiteit.
Kunstmatige intelligentie
Men gaat alles slim maken van de zelfrijdende auto tot een automatische chatbot die klantenservice gaat doen op basis van semantische analyse. Dit gaat de volgende jaren zeker doorbreken.
Internet of Things (IoT)
IoT is matuur aan het worden en de hype voorbij. Er zijn heel stevige bedrijven in België die deze technologie toepassen. Industrie 4.0, de grote fabrieken van de toekomst integreren IoT in hun oplossingen. Een logistieke topspeler zoals H.Essers is een IoT bedrijf geworden. Die technologie sijpelt door naar andere bedrijven.
Antwerpen als voorbeeld
STERCK. Het start-up ecosysteem in Antwerpen is één van de jongste van het land, maar intussen wel al het grootste?
Mohout: “Het start-up gebeuren in Antwerpen is vrij laat op gang gekomen. Bij het vorige bestuur lagen de accenten op de creatieve economie in het algemeen. Met het huidige bestuur ligt de focus op technologie start-ups. Dat uit zich in heel veel zaken. Antwerpen heeft als eerste en voorlopige ook enige stad een start-up manager aangenomen. Een ander voorbeeld is Digipolis, de ICT-afdeling van de Stad Antwerpen die duidelijk een beleid voert op maat van start-ups. Het was de bedoeling om een start-up community voor 100 start-ups te worden, maar er is nu al meer dan 1.000 man in betrokken. Men heeft zichzelf overtroffen. Antwerpen is in 2011 Leuven voorbij gestoken en in 2015 Gent in het aantal nieuwe start-ups.
Een ander voorbeeld is het feit dat het als start-up enorm moeilijk is om aan overheidsaanbestedingen mee te doen. De stad heeft dat omgedraaid en formuleert nu een probleem waarop bedrijven kunnen pitchen. Degene die het meeste overtuigt, mag de opdracht uitvoeren. In plaats van subsidies te geven (hand-out) kiest men voor hand-in (je moet presteren en krijgt een referentie in de plaats). Men noemt dat Pre-Commercial Procurement (PCP). Zo kan de stad van start-ups kopen, zonder alle administratieve Kafka daarrond. Het is nog maar door twee andere Europese steden gedaan: Helsinki en Barcelona. En dat zijn heel innovatieve steden. Al je alles samentelt kan je niet langer over toeval spreken. Dit is beleid. Antwerpen is op dat vlak een voorbeeld voor andere steden, zelfs in Europa.”
STERCK. De stad heeft er zelf een internationale erkenning voor gekregen?
Mohout: “Burgemeester Bart De Wever heeft vorig jaar de ‘Start-up Nations Award For Local Policy Leadership’ in ontvangst mogen nemen voor al deze verwezenlijkingen. Dat is een gerenommeerde wereldwijde prijs die hij gewonnen heeft van ministers van buitenlandse zaken en andere heel sterke concurrenten.”.
Startit@kbc: startte eerst in de Antwerpse Boerentoren, nu al 100-tal bedrijfjes
Idealabs: één van de eerste commerciële incubatieprogramma’s
Duval Union: gelanceerd als ecosysteem voor marketingbedrijven
Cronos Group: de grootste incubator van België die al 240 bedrijven gecreëerd heeft
Startup village: opgericht door de stad Antwerpen samen met een aantal belangrijke partijen waaronder iMinds
Co-Foundry: startup-programma van Cronos Group zelf.
Innovation Boulevard: alles op het vlak van winkelen connecteren en van Antwerpen de ‘City of Things’ maken
De Maakfabriek: rond hardware start-ups
NxtPort: vereniging van alle havennaties om disruptieve spelers in de sector voor te zijn