Door de toepassing van de principes van Industrie 4.0 slaagde het Kalmthoutse E.D.&A. erin om haar productie vanuit het buitenland terug naar België te halen. Tegelijk wordt er veel efficiënter en rendabeler gewerkt. Het familiebedrijf vervijfvoudigde zijn omzet op iets meer dan 10 jaar en groeit met 20 procent per jaar. De klare strategische kijk op de toekomst leverde het bedrijf dit jaar de prestigieuze titel ‘Factory of the future’ op. CEO Gert D’Handschotter is meer dan ooit een ‘believer’ van productie in West-Europa.
Het hypermoderne nieuwe bedrijfsgebouw van E.D.&A. in het hart van de Noorderkempen straalt een strakheid en zuiverheid uit die ook in de producten van E.D.&A. terug te vinden is. Het bedrijf ontwikkelt en assembleert elektronische besturingen voor consumenten- en industriële toepassingen die steeds op maat gemaakt worden. Ze worden onder meer toegepast in industriële wasmachines, ventilatie-units, vacuümmachines, bakkerijmachines, waterontharders, ….
E.D.&A. werd in 1981 opgericht door vader Flor D’Handschotter, die op dat moment leraar elektronica was aan de technische school in Schoten. De vader van één van zijn leerlingen werkte bij Miko Koffie waar ze een besturing nodig hadden voor een koffiemachine. Van het één kwam het ander en een paar jaar later werkten zowel vader als moeder D’Handschotter al voltijds binnen hun eigen bedrijf. De eerste twee medewerkers werden in 1985 aangeworven en zijn nog steeds actief binnen het bedrijf. Dat verhuisde in 1990 naar een grotere locatie, waar het bleef groeien tot ook daar geen plaats meer was. In 2014 werd een gloednieuw bedrijfsgebouw van 4.400 m2 in gebruik genomen.
Industrie 4.0 staat voor de vierde industriële revolutie, een nieuwe stap in de organisatie en sturing van de hele waardeketen over de levenscyclus van producten heen. Deze cyclus richt zich op de steeds verder geïndividualiseerde klantwensen en strekt zich uit van idee, de ontwikkeling en productie, de levering van een product aan de eindklant tot aan recycling, inclusief de bijbehorende diensten. Industrie 4.0 gaat niet alleen over de digitalisering en het netwerken van horizontale en verticale waardeketens, maar ook over de vernieuwing van producten en diensten van een bedrijf en de implementatie van nieuwe, vaak disruptieve business modellen. Industrie 4.0 zorgt ook voor de transformatie van belangrijke bedrijfsprocessen en een heroriëntatie van producten- en dienstenportefeuilles.
Intussen is E.D.&A. 100 procent in handen van zoon Gert D’Handschotter. Er werken zestig medewerkers. Dat zijn voornamelijk hoogopgeleide technische profielen, maar ook een aantal lager geschoolde mensen die een ‘on the job’ training kregen om flexibel te kunnen werken in de productie en het testen van de sturingen.
“Onze elektronische sturingen zijn altijd onderdeel van een machine of apparaat”, verduidelijkt Gert D’Handschotter. “Het gaat om maatwerkbesturingen die in series geproduceerd worden. Anders is de ontwikkeling te duur. Een standaardcomponent zoals een PLC kan 500 euro kosten. Als wij een elektronische sturing op maat maken kost die misschien slechts 30 euro, maar er gaat wel een serieuze ontwikkelingskost mee gepaard. Ze brengen dus pas op als het om een productie van een paar duizend controllers gaat. Onze doelgroep zijn de machine- en apparatenbouwers die seriematige besturingen nodig hebben.”
70% Export
STERCK. Waar bevinden jullie klanten zich?
Gert D’Handschotter: “Onze omzet zal dit jaar rond de 11,5 miljoen euro uitkomen. 30 procent daarvan wordt gerealiseerd in België. Vooral in West-Vlaanderen zitten veel machine- en apparatenbouwers. Maar het grootste gedeelte van onze productie is bestemd voor export naar Nederland, Duitsland, Tsjechië, … Onlangs is Zweden erbij gekomen en we leveren intussen ook aan Hongkong. Dat is een beetje de omgekeerde wereld. Heel wat van de componenten die je hier op een printplaat terugvindt worden geproduceerd in Azië. Wij ontwikkelen de besturingen, plaatsen de benodigde componenten op de printplaat en sturen deze dan getest terug naar Azië om daar in een apparaat ingebouwd te worden. We krijgen de specificaties van onze klanten en bespreken deze. Daarna maken we het ontwerp (hardware) en schrijven we ook de software ervoor. Die ontwikkeling is echt een partnership met onze klanten en altijd maatwerk.”
Productie naar België
STERCK. De productie van elektronica zit normaal heel vaak in het buitenland. Jullie hebben de omgekeerde beweging gemaakt?
D’Handschotter: “De factor loonkost is de belangrijkste reden om productie in het buitenland te doen. Zeker bij de grote bedrijven is intussen alles verdwenen richting Oost-Europa en Azië. In het verleden deden ook wij vooral de ontwikkeling en het testen van de eindproducten in België. De productie gebeurde - om competitief te zijn - in lage loonlanden. In 2012 hebben we echter gezegd dat we bewust terug gingen insourcen en de productie naar België halen.”
STERCK. Waarom terug in België?
D’Handschotter: “De eerste reden was om toch onafhankelijk te zijn. Als één van de producenten ginds omvalt kunnen wij niet meer leveren aan onze klanten en dat willen we niet meemaken. Maar ook qua kwaliteit merkten we heel wat problemen waarvan we dachten dat we dit beter zelf konden doen. En dan zijn er nog de synergievoordelen. Door ontwikkeling en productie samen te brengen konden we de kwaliteit en efficiëntie van onze producten verbeteren, doorlooptijden en transporttijden korter maken, ….
We zijn nu bijna 4 jaar op deze manier bezig en de voordelen blijken nog een stuk groter dan we initieel hadden ingeschat. De synergie tussen ontwikkeling en productie is bijvoorbeeld ongelofelijk belangrijk. We zetten onze ontwikkelaars en onze productie-engineers samen. Ze gaan nadenken om het product zo goed, eenvoudig en efficiënt mogelijk te kunnen produceren. En daar komen ongelofelijk knappe dingen uit. Dat noemen ze ‘design for manufacturing’ en ‘design for testing’. We passen dat heel consequent toe. Samen met automatisering kan je op die manier in West-Europa productie doen en de omgekeerde beweging maken.”
STERCK. Is jullie product duurder geworden door alles in België te doen?
D’Handschotter: “Volgens mij is het goedkoper geworden. Dat zou je misschien niet verwachten. Ik ben helemaal een ‘believer’ geworden door het proefondervindelijk vast te stellen. Door de verschillende disciplines samen te brengen kan je kostenvoordelen realiseren die je anders onmogelijk kan doen. De verschillende afdelingen gaan echt samen nadenken. De componenten op de besturing die hier op tafel staat, werden bijvoorbeeld vroeger met de hand geplaatst. Dat is kwaliteitstechnisch niet optimaal en ook niet naar efficiëntie toe. Door ontwikkeling en productie samen te brengen is men gaan kijken hoe we deze componenten machinaal op de printplaat konden plaatsen. Onze ontwikkelingsingenieurs hebben met die informatie in het achterhoofd hun ontwerp opnieuw bekeken waardoor dit nu machinaal kan. Zo verbeter je de kwaliteit en de efficiëntie van je productieapparaat en verminder je de handenarbeid. Begin 2013 plaatsen we nog 1 component op 5 met de hand. Nu zitten we ongeveer aan 1 op 30. Dat is een ongelofelijke omslag die we gemaakt hebben. En we denken daar nog stappen in te kunnen zetten en die automatisering verder te drijven. In mijn ogen hoort ontwikkeling en productie echt samen. Je ziet grote bedrijven ook meer en meer die beweging maken."
Mensen en processen
STERCK. Is dat de reden waarom jullie de titel van ‘Factory of the future’ hebben gekregen?
D’Handschotter: “Ja maar de principes van industrie 4.0. gaan nog een heel stuk verder dan louter het productniveau. We kijken ook naar het procesniveau en hebben helemaal zelf een aantal machines en productielijnen opnieuw ontwikkeld. Op die manier kunnen we de automatisering nog verder doordrijven. En we hebben daarin ook het ecologische aspect meegenomen. Heel ons gebouw wordt op energievriendelijke wijze verwarmd, gekoeld, verlicht, geventileerd,… We kunnen aantonen dat het gebouw in oppervlakte verdubbeld is, maar dat de energiekosten intussen daalden. Daar is zeer goed over nagedacht.
En het gaat ook over de mensen. Op welke manier stuur je jouw medewerkers aan? We hebben gekozen om met zelfsturende teams te werken. De productiecel werkt bijvoorbeeld vrij autonoom. Ze kunnen zelf hun planning opstellen. Het is een relatief kleine groep van 15-20 mensen die multifunctioneel inzetbaar zijn. De ene keer staan ze achter de machine, de andere keer monteren ze een component met de hand, en nog een andere keer doen ze de testen. Op die manier krijg je een heel afwisselende job met veel verantwoordelijkheid en dat vinden onze medewerkers leuk.”
Dichtbij produceren is terug in omdat men daar de voordelen van ziet.
STERCK. De titel is een extra troef naar jullie klanten?
D’Handschotter: “We zetten onze fabriek inderdaad ook echt in als een marketinginstrument. Als we de prospect effectief tot hier krijgen, dan zal hij in 99 procent van de gevallen ook tot aankoop overgaan. Het behalen van die titel is voor ons een belangrijke stap en ook een beetje ons uithangbord. In de ontwikkeling zijn het vooral mensen die achter hun computer zitten. Maar als je door de productie loopt dan zie je de verschillende machines, de stappen in het testproces, … dat is veel tastbaarder. Zo kan je klanten echt overtuigen.”
STERCK. Jullie nodigen zelfs andere bedrijven uit voor bedrijfsbezoeken. Wat zijn de reacties?
D’Handschotter: “Die zijn ongelofelijk goed. Het werkt trouwens niet alleen naar de klanten en leveranciers toe, maar ook naar de medewerkers die heel fier op de titel zijn. Veel van onze medewerkers waren er bij de uitreiking trouwens bij. En het werkt naar nieuwe medewerkers die zien dat ze in een innovatief bedrijf terecht komen.”
STERCK. De werving van technische profielen is voor veel bedrijven zeer moeilijk?
D’Handschotter: “We zijn daar heel bewust mee bezig. Bijna alle masteropleidingen elektronica uit de wijde omgeving passeren hier één keer per jaar. Ook de bachelors en de technische scholen tot 18 jaar komen op bezoek. Er lopen momenteel 7 à 8 master- of bachelorproeven en dan moeten we nog veel zaken weigeren. We stoppen daar veel tijd in, maar het levert ook op. Al is het een blijvend aandachtspunt. Het niet vinden van personeel zou de grootste rem op onze groei kunnen betekenen. Door er heel proactief mee om te gaan lukt het momenteel wel.”
20% groei per jaar
STERCK. Jullie groeien heel snel?
D’Handschotter: “De laatste 10 jaar zijn we gemiddeld met 20 procent per jaar gegroeid en ook dit jaar ziet het ernaar uit dat we dat gaan halen. De ambitie is om die groei verder te zetten. Dat getal is niet de maatstaf, maar we zijn wel een bedrijf dat vooruit wil. De verdere internationale groei is daarin heel belangrijk. We zien bijvoorbeeld nog heel wat opportuniteiten in het buitenland. Moeten we daar een overname doen of niet? Ook de instroom van nieuwe en bekwame medewerkers blijft heel belangrijk. Dat zijn voor mij de twee belangrijkste uitdagingen.”
STERCK. U ziet dankzij industrie 4.0 kansen voor de Belgische industrie. Maar ook voor werkgelegenheid?
D’Handschotter: “We zijn indertijd met twee mensen begonnen. Nu werken er hier 60, en dat ondanks een zeer doorgedreven automatisering. Industrie 4.0 helpt dus zeker om jobs naar hier te halen. Maar je ziet de complexiteit wel toenemen. De medewerkers die gewoon zijn om dagelijks één taak uit te voeren gaan er tussen uit. Je moet multifunctioneel kunnen zijn en overweg kunnen met een computer. Daarom hoeft dat niet altijd over hooggeschoolden te gaan. Maar een medewerker moet wel de wil hebben om zich bij te scholen en op die manier te groeien binnen het bedrijf of in zijn functie die steeds complexer wordt.
Tien jaar geleden stonden we op een beurs en liep iedereen je stand voorbij als je geen productie in China had. Nu is het terug in om productie dichtbij te hebben omdat men daar de voordelen van inziet. Meer en meer multinationals zoals Adidas en Omron zijn daar trouwens volop mee bezig. Dat kan je alleen maar toejuichen. Er zijn hier absoluut nog mogelijkheden maar je moet smart werken. Slim zijn. Als je dat niet doet verdwijnt alles hier.”.
E.D.&A. werkt sinds 2010 met een raad van advies. Daarin zetelen Frans Michielsen, de ex-CEO van Miko Koffie, Jan Voeten die CFO van Etap Yachting geweest is, Dominique van Unen, de financieel directeur van E.D.&A en Gert D’Handschotter zelf. “Die raad van advies is een ongelofelijk interessant orgaan”, legt Gert D’Hanschotter uit. “De externen houden ons op elk moment een spiegel voor en begeleiden mee de grote beslissingen. Ze zagen bijvoorbeeld tijdig aankomen dat de oude locatie te klein werd gezien onze groei. En ze helpen om bepaalde keuzes te objectiveren, die op het eerste zicht heel emotioneel zijn. We komen eenmaal per kwartaal samen. Je wordt uit je dagelijkse praktijk gehaald en gedwongen om na te denken over de toekomst. Alleen dat al is een heel groot pluspunt. De beslissing om onze productie intern te doen of niet was een goed voorbeeld. Daar hebben we jaren over gedaan. Het is dan ook een zware strategische beslissing naar bijvoorbeeld investeringen toe. Onze raad van advies volgt dat nog nauw op. Ook heel het proces van verdere professionalisering en internationale groei wordt mee door hen begeleid.”