Brecht en Wuustwezel zijn niet enkel buren, ze hebben veel meer gemeen. Hun burgemeesters beschouwen zich als ‘fiksers ten dienste van hun inwoners en bedrijven’. Dat is meer dan ooit nodig in dossiers, zoals Oosterweel, waarin nauwelijks vooruitgang wordt geboekt.
Brecht en Wuustwezel zijn niet enkel buren, ze hebben veel meer gemeen. Hun burgemeesters beschouwen zich als ‘fiksers ten dienste van hun inwoners en bedrijven’. Dat is meer dan ooit nodig in dossiers, zoals Oosterweel, waarin nauwelijks vooruitgang wordt geboekt.
Hoe zou u uw gemeente profileren en verkopen aan de buitenwereld?
Luc Aerts: “Voor mij staat Brecht voor dynamiek in het groen. Het is nog een zeer groene gemeente, zonder het als landelijk te omschrijven. Tegelijkertijd is onze gemeente in beweging, waardoor er op vele vlakken mogelijkheden ontstaan.”
Dieter Wouters: “De baseline van Wuustwezel is ruimte om te leven. Met onze open ruimte zetten we sterk in op de levenskwaliteit. We hebben het geluk om niet in de stad te wonen. Hier kunnen kinderen naar scholen zonder wachtlijsten gaan. Daarnaast heb je een rijk verenigingsleven en sterke buurtschappen. Dat zijn dingen die je in de stad toch minder ziet.”
Aerts: “Onze twee gemeenten zijn in grote mate vergelijkbaar. Brecht en Sint-Lenaarts zitten in hetzelfde vaarwater als Wuustwezel en Loenhout. Sint-Job-in-‘t-Goor en Gooreind kennen daarentegen een meer stedelijke mentaliteit.”
ls burgemeester moet je een natuurlijke verontwaardiging blijven bewaren.
Bruisende gemeente
Hoe is het met de lokale economie gesteld?
Aerts: “Allerlei onderzoeken van Voka en detailhandel Vlaanderen geven aan dat Brecht goed boert. We kennen relatief weinig werkloosheid. De leegstand van handels- en industriële panden is extreem laag. Ik zou zelfs durven zeggen dat het verwaarloosbare problemen zijn in vergelijking met andere gemeenten.”
Wouters: “Bij ons merken we dat ook en dat heeft voor een groot deel te maken met onze relatief jonge bevolking die hoofdzakelijk uit tweeverdieners bestaat. Wij hebben 20.000 inwoners en dan gaat er een belletje af bij bijvoorbeeld supermarkten die zich hier graag vestigen. Wuustwezel is voor hen interessant, want het gaat om inwoners die weinig tijd, maar wel geld hebben. Die willen alles graag in één winkel.”
Zetten jullie ook specifiek in op het aantrekken van die tweeverdieners?
Aerts: “Als gemeentebestuur hebben we daar alle belang bij want dat zijn de mensen die belastingen betalen. We moeten ervoor zorgen dat er nog bouwgrond beschikbaar is. Onze inwoners moeten betaalbaar kunnen wonen.”
Wouters: “Het scholenaanbod is daarbij heel belangrijk, maar dat is wel een kostenpost. In Loenhout bouwen we nu een school voor 500 kinderen. Dat kost ons 12 miljoen euro, waarvan 70 procent door de Vlaamse overheid wordt gesubsidieerd.”
Ruimte om te ondernemen
Is er voldoende ruimte om te ondernemen?
Wouters: “Er is gewoon te weinig plek om alle functies die we willen, toe te passen. We moeten er ons ook van bewust zijn dat 350 bedrijven in Wuustwezel puur land- en tuinbouwgericht zijn. De open ruimte wordt door iedereen geclaimd, dus ik ben ervan overtuigd dat overkoepelende samenwerkensverbanden mogelijk moeten zijn bij ontwikkelingen.”
Aerts: “Maar we hebben ook oplossingen nodig voor onze lokale ondernemers. De lokale schrijnwerker moet ergens terecht kunnen. Is die er wel mee gediend dat hij ergens op een kmo-zone terechtkomt? We werken wel grensoverschrijdend met Schoten aan de kmo-zone Kloosterveld.”
Als er weinig leegstand is, wordt er dan ook gewerkt aan nieuwe mogelijkheden voor kmo’s?
Aerts: “Brecht en Wuustwezel liggen in buitengebied, waarvan Vlaanderen zegt dat de economische ontwikkelingen beperkt moeten zijn. Dat wringt. De tijd van de jacht en de visvangst is voorbij. Wil je mensen aantrekken, dan moet je ruimte ontwikkelen om te ondernemen. Op ontwikkelde en verworven kmo-zones proberen we zoveel mogelijk Brechtse bedrijven een plek te geven. Toch is er dringend nood aan verdere ontwikkeling, zoals bijvoorbeeld in de stationsomgeving.”
Wouters: “Puur vanuit mobiliteitsoogpunt is dat de ideale plek om bedrijvigheid te ontwikkelen.”
Aerts: “Het is nu agrarisch gebied op het gewestplan, dus er zijn nog wel een aantal stappen voor nodig. Ik wil daar de komende jaren absoluut nog verder een duw aan geven. Mijn missie om dit te realiseren kan mislukken, maar dat zou geen goede zaak zijn. De bedrijvenzone mag op maat van Brecht zijn, maar nu ligt er een gebied dat om ontwikkeling schreeuwt.”
Hoe zien jullie de toekomst van de detailhandel in jullie centrum?
Wouters: “Wij willen de komende jaren werk maken van een ruimtelijk beleid voor het centrum van Wuustwezel, waar absoluut ruimte voor middenstand is. Nu is er een bouwpauze tot die verordening klaar is. Momenteel is er geen regelgeving met oog op kwaliteit. Wij willen werk maken van ruimte voor handel, maar dan in het juiste kader.”
Aerts: “Wij hebben al bijna tien jaar geleden onze gebieden voor detailhandel afgebakend. De middenstand heeft het goed in onze gemeenten. Toch merken we één probleem: we hebben moeite om horeca te houden en aan te trekken. Een goed café is tegenwoordig steeds moeilijker te vinden. Maar dat is een algemeen probleem.”
Mobiliteit
Is mobiliteit en bereikbaarheid een probleem in jullie gemeenten?
Aerts: “20 procent van de Brechtse werknemers werkt in het havengebied. Een goede ontsluiting en bereikbaarheid naar de haven is dus cruciaal. Het is dan ook een ramp als je ziet welk potje men van de Oosterweelverbinding heeft gemaakt.”
Wouters: “Onze mensen staan in de file, maar het buitengebied wordt niet gehoord in het Oosterweeldossier. De boodschap moet vooral zijn: beslis en doe voort.”
Aerts: “Het wordt uiteindelijk met Vlaamse middelen betaald, dus door ons allemaal. We zitten trouwens ook al veel te lang te wachten op de zogenaamde Beneluxtrein, met rechtstreekse verbinding naar Brussel, Zaventem, Breda, Rotterdam, Den Haag, Schiphol en Amsterdam. Als dat voor deze regio waarheid wordt, dan denk ik dat we nog een flinke groei gaan kennen ten noorden van Antwerpen.”
Fiksers
Welke dossiers willen jullie als burgemeester nog realiseren?
Wouters: “Wij zitten heel graag in de stoel van fikser. Dat geeft genoegdoening. Telkens lijkt er achteraf geen probleem te zijn, omdat we het opgelost hebben. Al moeten we daarvoor wel continu op dezelfde nagel blijven kloppen.”
Aerts: “We lossen dossiers op om ervoor te zorgen dat mensen voort kunnen. Ik moet regelmatig mijn gewicht in de schaal werpen voor de expansie van bedrijven. Ik zal mij dan ook blijven inzetten voor de ontwikkeling van bijvoorbeeld de stationsomgeving. De ringweg rond Brecht ligt er eindelijk, maar het is wel een dossier van 40 jaar. Burgemeesters moeten een natuurlijke verontwaardiging blijven bewaren. Iemand die dat niet doet, berust in de feiten.”