Wij Belgen zijn trots op onze Belgische bieren. We halen er internationale roem mee. Tientallen grote en kleine brouwerijen dragen onze internationale reputatie als bierland uit. Geen witbieren, trappisten of speciale streekbieren echter zonder de Mouterij Dingemans. Hun mout gaat naar brouwerijen over heel de wereld.
Karl en Jan Dingemans zijn mouters van de vijfde generatie. Zij positioneren zich met hun familiebedrijf ten aanzien van internationale reuzen zoals Cargill en Boortmalt. Het bedrijf uit Stabroek stelt zijn mout samen in functie van het gewenste bier. Zelfs voor brouwers uit Ecuador, de Verenigde Staten of Mexico. En straks mogelijk ook uit Cambodja. De omzet bedroeg in 2016 22 miljoen euro. “Het is ons niet om de grote volumes van de pilsmouterijen te doen,” zeggen de zaakvoerders. “Wij oriënteren ons met onze mout helemaal naar de speciaalbieren en bepalen er, in overleg met de brouwer, mee het karakter van.”
Mout is een belangrijke grondstof voor bier. Het wordt gemaakt uit gerst dat men in zogenaamde kiemkasten kunstmatig tot kiemen brengt in een omgeving van water en geconditioneerde lucht. Dat natuurlijke proces wordt op een bepaald moment onderbroken waarna de gekiemde gerst wordt gedroogd. Precies dat droogproces bepaalt de latere kleur en smaak van het bier. De mouter pleegt daarvoor overleg met de brouwer. Het professioneel talent om de kwaliteit van de gerst af te stemmen op het hele productieproces in de brouwerij, maakt de essentie en de dynamiek van een mouterij uit. Naast de traditionele mouten worden in Stabroek ook zogenaamde gekarameliseerde en geroosterde mouten aangemaakt.
Er hangt een lekkere weeë geur rond de installaties van de Mouterij Dingemans. Een geur die de mensen uit de streek altijd al gekend hebben. De fabriek werd destijds in 1875 opgestart als de ‘Stoommouterij der Polders’. Er werd toen ook nog bitterpeën en chicorei gebrand. Sommigen in de brede omgeving hebben het al eens moeilijk met de geur en spreken dan over milieuproblemen. Maar of ze de dingen in het licht van de brede industriële omgeving van Stabroek niet opschroeven? Mout is finaal een natuurproduct dat al eeuwenlang in allerlei voedingsproducten wordt verwerkt, zoals brood.
De Mouterij Dingemans tekent intussen al vele decennia mee de internationale uitstraling van België op het vlak van bier. Bovendien is het Antwerpse bedrijf een van de enigen die de kaalslag in de sector overleefd heeft. Het bedrijf heeft de afgelopen jaren de hernieuwde doorbraak van de vele geroemde Belgische streekbieren helpen waarmaken.
Overlever
“Iedereen heeft het vandaag over de globalisering van de economie. Er is allicht geen enkele sector waarin die internationalisering zich zo sterk doorgezet heeft als in de onze,” zeggen Karl en Jan Dingemans. “Ook in eigen land zijn vele bekende mouterijen verdwenen en weggespoeld in het internationale geweld. De Wolf Cosijns in Aalst bijvoorbeeld. Dat wij die uitdaging als familiebedrijf overleefd hebben maakt ons bijzonder trots. Het is alvast niet evident om de internationale concurrentie met zo’n kleine groep het hoofd te bieden. Wij werken echter uitstekend samen en hebben onze naam al die jaren kunnen bevestigen.”
zijn VASTE KLANT
België telt officieel zes trappistenbieren: Achel, Chimay, Orval, Rochefort, Westmalle en Westvleteren. “Wij leveren aan huis bij alle zes,” zegt Karl Dingemans. “De paters zijn trouwe afnemers van onze mout. Waarmee we ook onze internationale uitstraling bevestigen. De trappistenbieren zijn overal bekend, denk maar aan Westvleteren dat enige tijd geleden uitgeroepen werd tot het beste bier van de wereld.” Er zijn de facto tien erkende trappistenbieren. Nederland telt er immers ook nog twee: La Trappe en Zundert. En het Oostenrijkse Engelszell en het Amerikaanse Spence dragen eveneens het officiële label.
Hoe doen jullie het om als kleine KMO te overleven in de schaduw van grote industriële reuzen?
Karl Dingemans: “Wij ‘pushen’ niet. Wij gaan niet vastberaden de internationale markten op om waar ook ter wereld nieuwe klanten te werven. Wij zetten alles op de kwaliteit van onze productie zodat de klanten de facto zelf naar ons toe komen. Wij willen ook niet in die mate groeien dat we de vraag niet meer kunnen volgen. Dan zouden we té grote risico’s nemen. Wij gaan heel voorzichtig te werk en spitsen ons toe op onze nichemarkten. Wanneer zich een potentiële klant aandient, gaan wij samen met hem aan de slag op basis van zijn recept. Wij stemmen de samenstelling van ons mout af op het bier dat hij wil brouwen. Maar dan gaat het telkens om relatief beperkte volumes aan mout, geen bulk zoals bij de grote huizen.”
Verenigde Staten
Jullie groeiden ook internationaal door tot in Mexico en de Verenigde Staten toe. Komen die klanten naar hier?
Jan Dingemans: “Effectief wel. Het lijkt een onwaarschijnlijk verhaal maar een belangrijke afnemer van onze mout in Mexico is inderdaad op doorreis in Brussel hier komen aanbellen om ons productieproces te bekijken. Hij kende onze naam en ons product. Het is allemaal heel beperkt begonnen en de man heeft niet meteen enorme hoeveelheden mout besteld. Maar die ene zak van toen is vandaag wel een container geworden. En zo gaat het met bijna alle nieuwe klanten. Onze dealers in het buitenland brengen hun brouwers met ons in contact, vooral dan op internationale beurzen zoals op de grote Amerikaanse Craft Brewers Conference in Washington. Verscheidene Amerikaanse brouwers zijn wild van onze mout. ‘Belgian beers’ zijn voor hen heuse iconen. Maar we werken net zo goed heel kleinschalig. Op vrijdag kan je als particulier hier gewoon één zak mout komen ophalen.”
Wij zetten alles op kwaliteit zodat de klanten zelf naar ons toestappen.
Karl Dingemans: “Een en ander heeft er wél toe geleid dat we vandaag 50% van onze productie effectief naar het buitenland verschepen. Wij zetten zo’n 35.000 ton aan mout af. 15% daarvan zelfs buiten Europa. Straks misschien zelfs naar Cambodja. Ik ben er heel even op prospectie geweest.”
Van hieruit zie je de schepen liggen in de haven van Antwerpen. Die nabijheid is belangrijk voor jullie?
Jan Dingemans: “Zonder twijfel. We werken hier op hooguit vijf kilometer van de haven. Dat geeft ons een enorm concurrentievoordeel ten aanzien van bijvoorbeeld een mouter uit het zuiden van Duitsland. En dan niet alleen voor de export. Ook voor de aanvoer van gerst uit landen als Groot-Brittannië liggen wij hier uitstekend. Gerst kan gemakkelijk verscheept worden in een bulkschip en hier vlot aangeleverd worden.”
zet zich door
Mouterij Dingemans heeft zwaar geïnvesteerd in de uitbouw van een geavanceerde afzakinstallatie die bediend wordt door een robot. Er werden ook bijkomende opslagruimtes gebouwd. De internationale trucks kunnen daardoor in een beweging tot in de fabriek rijden en hun bestelde goederen afhalen. Vrachtwagens die zelfs uit Rusland komen aangereden.
Het klantenbestand van Mouterij Dingemans is op die manier ook heel erg gespreid?
Karl Dingemans: “We tellen vandaag zo’n 500 afnemers. Daaronder ook veel dealers die dan zélf weer tientallen klanten bevoorraden. En we hebben ook enkele heel grote klanten zoals Duvel-Moortgat. De consumenten hebben het de laatste jaren wel een beetje gehad met de gewone pilsbieren. Ze gaan op zoek naar speciale bieren en naar streekbieren. En in dat opzicht zijn wij uiteraard uitstekend geplaatst. De doorgroei van al die kleine brouwerijen in nagenoeg elk dorp en in elke stad is een beweging waar wij als gespecialiseerde mouterij van kunnen profiteren.”
Natuurlijk product
Jullie leiden het bedrijf samen als broers. Ieder doet zijn ding?
Jan Dingemans: “Wij hebben een concrete taakverdeling afgesproken. Ikzelf houd me bezig met de technologie. Het is mijn taak de installaties optimaal te laten draaien. Ik teken ook de investeringen uit. Zoals onlangs de bouw van een moderne afzakinstallatie, een project van toch wel 2,5 miljoen euro. Mijn broer Karl zorgt voor de aankoop van de grondstoffen en voor de verkoop van de mout.”
Karl Dingemans: “Gerst is als grondstof een heel variabel en natuurlijk product. Het is ook afhankelijk van de oogstomstandigheden in landen zoals Frankrijk. De gerst is dan ook elk jaar anders. In de aankoopfase komt het er op aan om de juiste keuze te maken. Eenmaal de gerst gekocht is, moeten we het eigenlijke moutproces aanpassen aan de kwaliteit van de grondstoffen. De afgewerkte mout wordt nadien opgeslagen in silo’s en vertrekt in bulk of in zakken naar de brouwerijen.”
Op een boogscheut van Stabroek heeft de mouterij Boortmalt de verhoging van zijn productie aangekondigd van 360.000 naar 470.000 ton. Daarmee wordt Boortmalt met zijn vestiging in de haven van Antwerpen een van de grootste mouterijen van de wereld. “Boortmalt is een van die grote jongens die specifiek voor de bulkmarkt werken”, zeggen Jan en Karl Dingemans. “Wij komen elkaar op de gerstmarkt uiteraard wel tegen, maar wij volgen vanuit onze nichemarkt een heel andere strategie.”
De hele markt is nagenoeg leeggekocht door de multinationals. Weten ze Stabroek niet liggen?
Karl Dingemans: “Oh ja wel. We hebben hier al verschillende kandidaat-overnemers aan de deur gehad. Maar we hebben ze na rijp overleg toch maar beleefd wandelen gestuurd. Weet je, we doen onze job ontzettend graag. Onze markt is zo boeiend, zo mooi ook. Wij houden van ons product, zijn er graag mee bezig om samen met de brouwers nieuwe dingen uit te zetten. Wat zouden we dan gaan doen op het moment dat we ons bedrijf effectief zouden verkocht hebben? Waar zou de uitdaging, de drive dan zitten?"
De mouterij wordt nog onafgebroken verder uitgebreid. Hoe financieren jullie als kmo die expansie?
Jan Dingemans: “We hebben een gezonde financiële basis. Voor de volgende grote investering gaan we wel een beroep doen op KBC. De bank heeft het project intussen al onderschreven.”
Jullie vertegenwoordigen de vijfde generatie. Is de zesde al in aantocht?
Jan Dingemans: “Wij hebben samen vijf kinderen. Maar ze zijn nog te jong om nu al vast te stellen of ze enige belangstelling hebben voor het bedrijf. Laat ons hopen. Het zou mooi zijn indien we de traditie hier in Stabroek verder zouden kunnen zetten.”
Als familiebedrijf de internationale markt opgaan is zeker niet evident. Mouterij Dingemans slaagt er niettemin in om zich in zowat alle werelddelen door te zetten. Persoonlijk contact:
- Persoonlijk contact:
Het persoonlijk contact met de klant is uiterst belangrijk. Respect tonen voor de klant doe je als je als ondernemer geregeld zelf naar hem toe gaat en niet snel een of andere verkoper op hem afstuurt. De klant apprecieert het als je persoonlijk zijn problemen komt bespreken en allicht voor een oplossing kan zorgen. - Korte lijnen:
De korte lijnen in een familiebedrijf hebben zo hun voordelen. Bij grote firma’s duurt het beslissingsproces vaak eindeloos lang. Voor dringende zaken spring ik gewoon zelf in de auto om te overleggen met de klant. Niet volgende week, maar nu onmiddellijk. We laten alles vallen om goede klanten te bedienen. Dat vergeten ze later niet en het creëert een band. - Referenties:
Kunnen terugvallen op bekende Belgische referentiebieren is in onze sector van levensbelang. Sommige Belgische bieren hebben een onwaarschijnlijk grote uitstraling. We pakken dan ook graag uit met het feit dat we ‘the full range of Belgian malts’ kunnen aanbieden. Dat spreekt sterk aan.