De overheid heeft met veel bombarie de wet ‘Werkbaar en Wendbaar Werk’ uitgevaardigd. Die wet vertrekt vanuit de vaststelling dat wij met z’n allen in de nabije toekomst langer zullen moeten werken in een economie die steeds meer flexibiliteit vereist. Om dat haalbaar te maken zal de work-lifebalance verbeterd moeten worden.
Maar hoe kan die nieuwe wet daartoe bijdragen? Er is een resem van maatregelen voorzien:
Eén van de aandachtspunten is bijvoorbeeld de vrijwillige overuren. Werknemers zullen vrijwillig tot 100 overuren per jaar kunnen presteren, betaald aan 150% tijdens de week en 200% tijdens het weekend, maar zonder inhaalrust;
Het systeem van de glijdende uurroosters wordt versoepeld; De overuren bij deeltijdse arbeid worden geregeld;
Werknemers zullen vrijwillig kunnen instappen in een systeem van loopbaansparen waarbij ze gewerkte tijd kunnen opsparen om later tijdens hun carrière als extra verlof op te nemen;
De strenge wettelijke voorwaarden van uitzendarbeid worden versoepeld. Uitzendarbeid voor onbepaalde tijd wordt mogelijk en neemt zo een volwaardige plaats in, verankerd in het permanente arbeidscircuit;
Er wordt ook een kader gecreëerd voor occasioneel telewerk (thuiswerk) om tegemoet te komen aan de steeds toenemende mobiliteitsproblemen. De regelgeving wordt almaar complexer. Bedrijven die er snel en verstandig op inspelen, steken hun concurrenten de loef af. Als advocatenkantoor helpen wij hen daar niet alleen mee, maar staan we ook klaar als het misloopt.
Beantwoord door Sofie Vandermeersch,
Partner bij Buyssens, advocaten sociaal recht