Meer dan ooit is samenwerking tussen landen, gemeenschappen en politieke partijen cruciaal om de vele uitdagingen op alle mogelijke terreinen het hoofd te bieden. In dat verband kan er niet genoeg verwezen worden naar de ‘speltheorie’ van de Amerikaanse wiskundige en Nobelprijslaureaat John Nash. Waar gaat het om? Het betreft het dilemma van twee gevangenen die door de politie verhoord worden. Ontkennen ze allebei de misdaad, dan krijgen ze elk drie jaar cel. Bekent een van hen, dan gaat die vrijuit, en krijgt de andere tien jaar.
Als ze apart worden verhoord, zullen beide gevangenen besluiten om te bekennen. Ze krijgen dan elk vijf jaar cel. Dit is het zogenoemde Nash-evenwicht: de uitkomst waarbij iedere deelnemer aan het spel de voor zichzelf meest optimale beslissing neemt, rekening houdend met het gedrag van de anderen. Het fascinerende aan een Nash-evenwicht is dat er vaak alternatieve uitkomsten zijn waarbij alle deelnemers beter af zouden zijn, maar dat die uitkomst niet wordt bekomen door een gebrek aan coördinatie. Mochten de gevangenen kunnen samenwerken, zouden ze bijvoorbeeld beter af zijn door allebei te ontkennen.
De link naar de politiek ligt niet veraf. Europese landen beconcurreren elkaar met lage tarieven en allerlei gunsten om multinationals te lokken. Dat lijkt interessant, maar als alle landen dat doen, krijgt geen enkel land extra bedrijven binnen. Het resultaat is dat de riante belastingkortingen enkel een gat slaan in de eigen schatkist. Dezelfde redenering kan toegepast worden voor de Europese bankenwet.
Onze politici zouden zich wel eens vaker mogen buigen over de speltheorie van Nash. Iedere partij benadert de kiezer met beloften en vermits ze dat allemaal doen, gaat het effect verloren en ondermijnen ze eigenlijk hun eigen programma’s. Het besluit is duidelijk: coördinatie is de enige gezonde remedie. Deze coördinatie is momenteel vreemd aan het huidige beleid. Het wordt hallucinant als een lid van de Vlaamse regering een bosplan mag opstellen, met instemming van de partners, om dan te vernemen dat de leidinggevende minister het plan intrekt zonder de gevolgen in te schatten van een te verwachten overvloed aan aanvragen tot boskapping.
Een democratische rechtstaat heeft behoefte aan rechtszekerheid en daaraan verbonden een zekere rust. Op dit ogenblik wordt de rechtswereld echter in een daverend tempo door elkaar geschud door de minister van justitie met zijn potpourri wet 1, 2 en 3. Tegelijk wordt ook een totaal nieuwe faillissementswet aangekondigd en dat op een ogenblik dat de wijziging in het juridische landschap een versmelting veronderstelt van diverse arrondissementele rechtbanken tot één groter geheel. Dit is een managementoefening waar menig bekwame manager zijn tanden op zou stuk bijten.
Het is teveel tegelijkertijd. Rechtszekerheid uit de nieuwe wetgeving ontstaat pas wanneer de daaropvolgende rechtspraak en het Hof van Cassatie daarbij inbegrepen, tot rust gekomen is. Dat naast de cijferberoepen ook de advocatuur overstelpt zal worden door bedrijven die op zoek zijn naar rechtszekerheid, ligt voor de hand. In die mate althans dat de overvloed aan wetgeving hen toelaat rechtszekerheid te verschaffen. Een oud Vlaams spreekwoord geldt opnieuw: “Kalmte kan ons redden”.
door Eddy Van Camp