Samenwerkende krachten
Walter Horemans,
Eric Van Meensel
& Patrick Heremans

Samenwerkende krachten

Regio - Berlaar Grobbendonk Herenthout

Het planlastdecreet van de Vlaamse overheid moest het papierwerk verminderen voor lokale besturen. Maar daar hebben de gemeenten Berlaar, Grobbendonk en Herenthout nog maar weinig van gemerkt. Daarom bundelen de gemeenten op verschillende fronten de krachten. De drie burgemeesters getuigen over het gevecht tegen de planlasten en de financiële zorgen, blikken terug op hun boeiende geschiedenis en vertellen vurig over de toeristische pareltjes in de regio.

Hoe moeilijk is het voor een kleine gemeente om te overleven? 

Walter Horemans (Berlaar): “Heel moeilijk. Er komt zo veel op ons af. Minister-­president Geert Bourgeois beloofde ons minder planlasten. Maar niets is minder waar. Verdwijnt er een verplichting, dan komt er een andere in de plaats. Ook financieel wordt het altijd zwaarder.”

Eric Van Meensel (Grobbendonk): “Om te overleven moeten we dus samenwerken. Wij doen dat met de vijf gemeenten van de politiezone Neteland: Grobbendonk, Herentals, Herenthout, Olen en Vorselaar. Met schaalvergroting besparen we geld en tijd. Die samenwerking gaat over heel concrete dingen. Bijvoorbeeld de bibliotheek. Binnenkort komt er een kaart waarmee je in de vijf gemeenten boeken kunt ontlenen. Ook staan we in groep veel sterker tegenover partners zoals De Lijn. Met de vijf gemeenten samen - goed voor 70.000 inwoners in totaal - onderhandelen we nu over de dienstverlening. Daarnaast delen we de knowhow van ons personeel. Niet in elke gemeente moet er een specialist vreemdelingenrecht zijn. Als we daarover een vraag hebben, bellen we naar een specialist in een andere gemeente. En zijn er toch meerdere experts in verschillende gemeenten? Dan creëren we een pool van specialisten die voor elkaar invallen als er iemand op vakantie is. Zo doen we dat onder andere met onze noodplanningsambtenaren.”

Patrick Heremans (Herenthout): “In het begin van de vakantie kregen onze inwoners de brochure 'Neteland zomert' in de bus, met een bundeling van de activiteiten van de vijf gemeenten uit de politiezone. Ook voor de Grabbelpas werken we samen.”

Horemans: “Voor toerisme bundelen we de krachten binnen het intergemeentelijk samenwerkingsverband Kempens Karakter. In een brochure verzamelden we vorig jaar elf winterwandelingen in de deelnemende gemeenten. De eerste jaren namen er 150 wandelaars deel. Vorig jaar waren er dat bijna 700. En samen met de gemeente Nijlen hebben we een verkeersdeskundige aangeworven. Hij werkt twee dagen per week bij ons, en op andere momenten bereiken we hem telefonisch of per e-mail. Samenwerken loont op veel vlakken.”

Hoe staan jullie tegenover een mogelijke fusie? 

Heremans: “Dat ligt gevoelig. We willen de eigenheid van onze gemeente behouden. Op politiek vlak is dat dus een moeilijk verhaal. Het leeft ook sterk bij onze inwoners. Toch moeten we als kleine gemeente beseffen dat we het wiel niet weer moeten uitvinden. We moeten op een gezonde manier van elkaar leren en elkaar sterker maken door samen te werken.”

Van Meensel: “Ook voor ons gaat een fusie te ver. Want hoe dan ook verlies je een stukje van je karakter. De schaalvergroting is wél broodnodig voor ons om te overleven.”

Regio_Berlaar_Grobbendonk_Herenthout_Walter_Horemans_Eric_Van_Meensel_Patrick_Heremans

Landelijk karakter

Waarvan liggen jullie nog wakker? 

 Horemans: “De bewaking van het landelijke, historische karakter van onze gemeenten ligt mij nauw aan het hart. Want we zien steeds vaker mooie huizen wijken voor grote, moderne appartementsgebouwen. De zusters van Berlaar slopen hun klooster achter de Sint-­Pieterskerk voor een blok van 60 appartementen. Begrijp mij niet verkeerd: een gemeente moet vooruit en wij hebben nog altijd een mooi centrum, met een gemeenteplein en veel bomen. Toch zal dat een heel ander zicht zijn. Ik hoor de Vlaamse bouwmeester zeggen dat we dichter op elkaar moeten bouwen, en meer in de hoogte. Toch vind ik dat we de authenticiteit van onze gemeenten moeten beschermen.”

Heremans: “Ook bij ons komt dat voortdurend terug op het schepencollege. Wij krijgen de ene na de andere bouwaanvraag binnen. Het zou goed zijn wanneer er hier duidelijkheid komt in wat er kan en niet kan. Daarom proberen we daar nu een visie rond te bouwen. Samen met het IOK, de Intercommunale van de Ontwikkeling van de Kempen, maken we een woonomgevingsplan, een soort bouwverordening. Zo willen we onze schaarse open ruimte beschermen. Wij kunnen tenminste nog gaan wandelen en fietsen in de buurt zonder huizen tegen te komen. In een Vlaanderen vol lintbebouwing is dat iets bijzonders.”

Van Meensel: “In Grobbendonk bestaat al zo’n gemeentelijke bouwverordening, toch zijn de bevoegdheden op dat vlak beperkt voor een gemeente. Ook bij ons gingen al heel wat architecturale, oude pareltjes voor de bijl. Wij krijgen gelukkig één nieuwe grote troef in de gemeente: Natuurpunt koopt in samenspraak met het Agentschap Natuur en Bos grote stukken natuur aan in Grobbendonk tegen de grens met Vorselaar. In totaal zal 250 hectare als beschermd natuurgebied worden beheerd én opengesteld voor het publiek. Dat is fantastisch natuurlijk, voor onze inwoners en voor toeristen.” 

Wat doen jullie om jonge ­gezinnen aan te trekken?

Van Meensel: “In Grobbendonk hebben we heel wat te bieden aan jonge gezinnen. Want dwars door onze gemeente loopt het Albertkanaal, de E313 en een spoorweg. Die trekken veel internationale logistieke ondernemingen aan en dus werkgelegenheid. Anderzijds zijn we een groene en rustige gemeente – een zaligheid om je kinderen hier te laten opgroeien. Op de site van de oude McCain-fabriek komt binnenkort een nieuwe woonwijk die veel gezinnen zal aantrekken.”

Heremans: “De toestroom van jongeren ligt in Herenthout gemiddeld lager dan in de rest van Vlaanderen. Dat zie ik duidelijk aan de cijfers van het aantal leerlingen op school. Jongeren trekken weg om te gaan studeren, naar Mechelen, Antwerpen, Leuven, noem maar op. En ze blijven daar hangen. We nemen wel initiatieven om hen terug naar hier te halen. We hebben als gemeente ervoor gekozen om de voetbalaccommodatie van KFC Herenthout te herlokaliseren waardoor er tientallen bouwgronden vrij komen. De intentie van de gemeente is om deze gronden vooral te verkopen aan jonge gezinnen van Herenthout en aan prijzen die voor deze mensen ook haalbaar zijn.”

Horemans: “Jonge gezinnen kunnen geen bouwgrond meer betalen. De prijzen swingen de pan uit. Zonder financieel duwtje in de rug van ma of pa zijn ze kansloos. En ik merk dat het toch vooral de ouderen zijn die in de nieuwe appartementen komen wonen. Als gemeente moeten we dus op twee fronten strijden: meer jonge mensen naar hier krijgen en de ouderen in de watten blijven leggen.”

Diamant-geschiedenis

Ooit was de Kempen het centrum van de diamantnijverheid. Wat is het verhaal daarachter? 

Horemans: “Aan het einde van de 19de eeuw kwamen gigantisch veel diamanten van Zuid-Afrika naar Antwerpen om bewerkt te worden. Omdat ze daar het werk niet aankonden, schakelden ze de noeste arbeiders van de Kempen in. Op een bepaald moment waren hier duizenden diamantbewerkers actief. Bijna alle families zaten in de diamant. Mijn vader was brillandeur en sleep de ruwe stenen tot hun definitieve vorm. Er waren er ook die onrechtstreeks van de diamant leefden. André Horemans bijvoorbeeld. Die man reed heel de Kempen rond om diamantslijperijen schoon te maken. Hij nam het zwarte poeder mee en filterde er de flinters diamant uit. Die mens heeft daar goed zijn brood mee verdiend. De diamant bracht ook leven in de brouwerij. Er waren ontelbaar veel cafés in die tijd. Want geld moest rollen.”

Heremans: “Ook in mijn familie zaten diamantslijpers. Zelfs de kinderen stonden mee te werken in de fabriek. Toch heeft het niet mogen zijn. Na verloop van tijd gingen de kostbare stenen naar lageloonlanden om ze daar te bewerken. Een zware klap voor de Kempen. Sommige slijpers gingen nog aan de slag in Antwerpen of trokken naar het buitenland. Anderen hebben zich gespecialiseerd in toebehoren of speciale diamanten. Maar de diamantnijverheid ging hier helemaal ten onder. In Nijlen staat nu het Kempense Diamantcentrum, een museum over de geschiedenis van de diamantnijverheid.”

Toerisme

Welke toeristische troeven hebben jullie te bieden? 

 

Van Meensel: “Grobbendonk is zalig om te wandelen en te fietsen. Met veel groen en op amper een half uur rijden van de Antwerpse binnenstad. Kom zeker eens naar hoeve d'Ursel, een kasteelhoeve in U-vorm met daarachter tien hectare bos, een prachtig domein. In afwachting van de restauratie startte Bartel Van Riet er een kleinschalig natuurproject.”

Horemans: “Ken je Gestel? Dat is een klein historisch paradijs aan de Grote Nete, met een hoeve, pastorij en kasteel. En op het dorpsplein staat er nog een oude schandpaal. In de schilderachtige kerk trouwen elk jaar veertig à vijftig koppels. Om te vergelijken: in de kerk van Grobbendonk zijn er dat jaarlijks twee. De dorpskern is stiltegebied en geklasseerd. Er is dus geen bouwgrond meer te koop en wie er woont, wil er niet weg. Een uniek dorp om te bezoeken.”

Heremans: “Van Gestel wandel je makkelijk tot in Herenthout. Via het natuurgebied Kruiskensberg naar ’t Schipke. Die taverne deed vroeger - toen er nog een veerpont was over de Nete - dienst als veerhuis, herberg en boerderij. Daar werden de opnames gemaakt voor de film Pallieter. Van ’t Schipke stap je verder naar het Prinsenhof, ook een herberg met een rijke geschiedenis. En zo kom je hier in het centrum. Herenthout is trouwens een carnavalsgemeente. Het komt ook terug in de slogan van de gemeente, ‘een stoet van mensen’. Neem het van ons aan: het is hier fantastisch om te wonen én te verblijven.”

AANTAL INWONERS

11.400 - Berlaar

11.200 - Grobbendonk

8.900 - Herenthout

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels