De familie Noyens is een gekende naam in de Kempense ondernemerswereld. Grootvader Jan Noyens startte in de jaren zestig zijn eigen bedrijf in de toen opkomende autosector. Later bouwden elk van zijn zeven kinderen hun eigen bedrijf uit. Eén van hen is Jan Noyens. Samen met zijn echtgenote Anita, zoon Jan en dochter Lien runt hij nu bijna twintig jaar het bloeiende familiebedrijf Jan Noyens nv. Dat is gespecialiseerd in de opbouw van vrachtwagens. Het gezin werkt zowel tijdens als na de uren enorm hecht samen.
De grootvader van Lien Noyens startte indertijd met het werken aan en het verdelen van auto’s. "Daar kwam al snel de vraag naar aanhangwagens bij. En dat is gegroeid tot een mooi bedrijf”, legt Lien Noyens uit. “Mijn grootmoeder is mee in de zaak gekomen en achteraf ook de kinderen. Ze waren met zeven en hebben allemaal de stiel geleerd in de zaak. Het gamma was toen vrij breed: van wagens en vrachtwagens verkopen tot aanhangwagens bouwen. De drie dochters werkten op kantoor, de vier zonen in het werkhuis. Zo ging dat in die tijd. In de jaren negentig had het bedrijf een flinke omvang. Toen de kleinkinderen zich begonnen te manifesteren, en de grootte van het bedrijf steeds toenam, is elk van de kinderen een eigen bedrijf gestart in zijn/haar specialiteit, als aftakking van het oorspronkelijke moederbedrijf Noyens nv.”
"De eerste die zelfstandig begon, was Herman Noyens met de Ford-concessies in Geel, Turnhout en Herentals. Frans is het bedrijf A&C Noyens in Olen gestart met aanhangwagens en carrosseriebouw. Wij doen met Jan Noyens nv dan weer vooral de hydraulische opbouw op vrachtwagens: kranen, containersystemen, laadkleppen, vee-opbouw en maatwerk binnen de carrosseriebouw. Dan is er nog Danny Noyens die in Olen Renault-vrachtwagens verkoopt. Er is LMJ Construct in Turnhout met de bouw van markt- en aanhangwagens. Er is uit het moederbedrijf van mijn grootouders dus een heel mooi ondernemersverhaal gegroeid. Veel van mijn neven en nichten werken ook in het bedrijf van hun ouders. Dat is plezant omdat we vaak binnen dezelfde sector actief zijn. We komen goed overeen. Op familiefeestjes komen we samen en dan is het fijn om elkaars verhalen te horen. We hebben ook heel wat gemeenschappelijke klanten.”
We willen niet de grootste zijn. Als je kleiner bent kan je de best mogelijke service garanderen.
Servicegericht
STERCK. Jouw vader is in 1999 met Jan Noyens NV gestart. Jullie spelen het familiale karakter sterk uit?
Lien Noyens: “Dat klopt. We bestaan volgend jaar twintig jaar. Dat familiale karakter vinden we heel belangrijk en is ook één van onze grote troeven. Onze klanten appreciëren dat heel sterk. Als ze naar ons bellen, krijgen ze altijd iemand aan de lijn die ze kennen en die hun verhaal kent. Ze zijn geen nummer. In totaal zijn we met vijftien medewerkers, de familie inbegrepen. We willen niet de grootste zijn. Als je kleiner bent, kan je de best mogelijk service garanderen, vlot inspelen op vragen van de klanten, flexibel zijn.
We hebben zelfs geen verkopers op de baan. Nieuwe klanten komen meestal tot bij ons omdat ze van ons gehoord hebben via bestaande klanten. We werken al jaar en dag zo en dat draait goed. Service is echt heel belangrijk. Als ’s avonds nog iemand komt binnengereden dan vangt mijn broer of mijn vader dat op. Als we groeien, moeten we een bijkomend filiaal starten met servicepunten die zich niet meer in Kasterlee bevinden, … Ik sluit dat niet uit, maar het is op dit moment niet aan de orde en het is ook een heel ander bedrijfsmodel.
Maatwerk is ook een van onze sterke kanten. Als een klant iets in een bepaalde richting wil hebben, dan maken we dat zo. Voor ons is het belangrijk om goede mensen te hebben en kort op de bal te spelen. Als familiebedrijf kunnen we die prijs-kwaliteitverhouding goed bewaken.”
STERCK. Hoe is de taakverdeling binnen het bedrijf?
Lien Noyens: “Mijn vader doet zo’n beetje van alles: hij is actief in de verkoop en werkt mee in de werkplaats. En als er een vraag komt die niemand anders kan oplossen, komt hij meestal in beeld. Mijn broer is werkplaatsleider. Hij springt overal in waar het nodig is en gaat vaak van vrachtwagen naar vrachtwagen. We hebben een ploeg die instaat voor de constructie van nieuwe laadbakken en kranen, en een andere ploeg die actief is in herstellingen. Mijn broer werkt op de twee. Mijn moeder doet dan weer de volledige administratie, van boekhouding tot personeelsadministratie en backoffice. Ik doe de verkoop samen met mijn vader, werk de offertes uit, ga op klantenbezoek, doe de homologatie van nieuwe voertuigen en de ontvangst aan de receptie.”
Van jongs af aan
STERCK. Was het voor jou en je broer van jongs af aan duidelijk dat jullie in het bedrijf zouden stappen?
Lien Noyens: “Mijn broer heeft een technische opleiding gevolgd en kwam na school op woensdag en zaterdag hier al werken. Hij zette zijn rugzak af en was in de werkplaats bezig. Zodra hij over het stuur van een vrachtwagen kon kijken, parkeerde hij hier de wagens en stond hij naast mijn vader mee te kijken en te helpen. Zo heeft hij de stiel geleerd. Hij werkt graag met zijn handen. Ik heb in Leuven voor handelsingenieur gestudeerd. Dat deed ik ook heel graag. Ik hou me veel liever bezig met het papierwerk. Dat maakt dat we een goede tandem zijn. Als je alle twee op dezelfde stoel wil zitten, dan werkt dat niet.
Ik heb erover getwijfeld om na mijn studies eerst ervaring op te gaan doen bij een ander bedrijf. Maar net op dat moment kwamen er nieuwe homologatievoorschriften en een nieuw online platform van de overheid. Er was binnen het bedrijf iemand nodig om dat op te volgen en meer dan werk genoeg. Ik ben dan ook direct na het indienen van mijn thesis begonnen en heb er geen seconde spijt van gehad. Ik werk nu vijf jaar in het bedrijf, mijn broer intussen al elf jaar.”
STERCK. Anita, jullie twee kinderen zijn actief in de zaak, een droom voor elke ouder?
Anita Noyens: “Zoals wellicht elke ouder droom je daar inderdaad van, maar je moet de kinderen er toch vrij in laten. En dat hebben we ook gedaan. Jan was heel technisch en sprong een gat in de lucht als hij mee mocht gaan met mijn man. En toen Lien in de zaak begon, was dat echt nodig. Je moet die kennis over de hele wetgeving in het bedrijf hebben. Toen Lien in de zaak begon, had ik meteen hulp aan de administratieve zijde. Het is ook leuk dat we met twee kunnen samenwerken op kantoor en de twee mannen in de werkplaats.”
Als je alle twee op dezelfde stoel wil zitten, dan werkt dat niet.
Opvolging
STERCK. Lien, jullie werken nu beiden in het bedrijf van jullie ouders. Zijn er al afspraken gemaakt rond de opvolging?
Lien Noyens: “Dat is nog wat vroeg. We hebben wel de intentie om de zaak over te nemen. Zolang we alle twee aan dezelfde kar blijven trekken, zal dat ook prima verlopen volgens mij. We beginnen wel geleidelijk te werken rond het thema van opvolging. Zo zijn er eerste gesprekken met de boekhouder geweest. En ik volg het Plato-project Nextgen binnen Voka. Daaraan nemen allemaal kinderen van familiebedrijven deel. Je hoort er dus interessante verhalen. Iemand heeft bijvoorbeeld een familiecharter opgesteld. Of iemand anders heeft de overdacht van het bedrijf al voltooid en vertelt over zijn of haar ervaringen. Zo leer je veel bij. Ik volg dat nu voor het tweede jaar op rij. En dan spreken we thuis over die informatie. Maar er is nog tijd. Zowel mijn broer Jan als ikzelf hebben nog geen kinderen. En de aangetrouwde partners werken ook niet in de zaak. Het is dus een vrij eenvoudig verhaal. Al weten we dat het belangrijk is om een aantal zaken uit te klaren voor de toekomst en daar tijdig aan te beginnen.”
STERCK. Jullie werken als gezin van ’s morgens tot ’s avonds samen. Bestaat er zoiets als een scheiding tussen werk en privé?
Lien Noyens: “Ja, dat is echt moeilijk binnen een familiebedrijf. In het weekend spreken we vaak af om samen met onze ouders te gaan eten. Maar de gesprekken gaan dan inderdaad wel heel snel over het werk. We proberen dat te beperken als de partners erbij zijn, maar het gaat vaak vanzelf. We zijn daarin opgegroeid hé.”
Anita Noyens: “We eten trouwens ook elke middag een half uurtje samen met de familie, zonder de werknemers. Dan wordt er besproken wat er de voormiddag is gebeurd. Zijn er vragen die dringend beantwoord moeten worden, zijn er klanten die opgevolgd moeten worden, ... En ’s avonds hebben we dat moment nog eens voor iedereen naar huis gaat. Dan komen we op het bureau samen om de planning voor de volgende dag te bespreken. Dat zijn belangrijke momenten. Als er eens eentje niet doorgaat, missen we dat echt.”
STERCK. Jullie kennen ook heel weinig personeelsverloop?
Lien Noyens: “We werken binnen het bedrijf inderdaad heel nauw samen met een goed team waar heel weinig verloop is. Mijn vader en broer staan letterlijk tussen het werkvolk, en zijn altijd aanspreekbaar. We hebben een heel goede mix van medewerkers van verschillende leeftijden. Elke vrijdag gaan we samen een broodje eten hier bij de broodjeszaak vlakbij. Dat is een leuk teammoment met het personeel.”
Anita Noyens: “Momenteel hebben we vier stagiairs, wat veel is, maar we proberen hen ook zo goed mogelijk te begeleiden. De leerkrachten voelen die familiale sfeer. We willen de jongens iets meegeven waar ze echt iets aan hebben. Sinds dit jaar is er trouwens een nieuw 7e specialisatiejaar hydraulische kranen. Dat is exact wat wij nodig hebben en die jongens weten ook wat ze willen doen. Een groot deel van de opleiding gebeurt op de werkvloer.”
We hebben veel klanten van de tweede en derde generatie die bij grootvader Jan klant waren en nu ook bij ons.
Complementair
STERCK. De samenwerking binnen het bedrijf verloopt harmonisch?
Lien Noyens: “We hebben uiteraard soms wel eens een andere mening, maar van je familie kan je veel verdragen. Er valt altijd te praten. Dit is met een vennoot die niet familiaal is misschien wat moeilijker. Mijn broer en mijn vader zijn heel technisch. Ik werk dan weer de offertes verder uit. We zijn echt complementair en dat maakt het heel fijn. Wat mijn broer doet kan ik niet en hetgeen dat ik doe wil hij niet doen.”
Anita Noyens: “We hebben nu een nieuw ERP-pakket aangekocht waarin ook ons tekenpakket geïntegreerd kan worden. Dat moet een deel van het werk verlichten. We kunnen het volledige traject van een opdracht volgen, inclusief nabestellingen die eventueel nodig zijn. Alles van elke klant zit dan bij elkaar. Dat is ook handig om nieuwe projecten te berekenen.”
STERCK. Familiebedrijven werken vaak met andere familiebedrijven samen?
Anita Noyens: “We hebben veel klanten van de tweede en derde generatie die bij grootvader Jan klant waren en nu bij ons. Ook de bouwwereld is een kleine wereld, en klanten horen of zien dan vaak van collega’s dat zij bij ons goed geholpen zijn.”
Lien Noyens: “Grootvader is nu gestorven. Hij is altijd nieuwsgierig gebleven naar lopende zaken binnen het bedrijf. En als je een keer iets voor had, kon je bij hem terecht voor zijn advies. Hij had natuurlijk ontzettend veel ervaring. En hij ging ook heel graag mee naar onze klanten, of naar het buitenland om iets te bestellen of lopende projecten op te volgen. Zelfs tot op de laatste dag. Dat zal met onze ouders later ook wel zo zijn.”
Anita Noyens: “Dat zou mijn man ook nog graag doen denk ik, als onze Jan of Lien hem zou meenemen. We werken ook vaak samen met de andere bedrijven binnen onze familie. De communicatie verloopt heel vlot, en we hebben meermaals mooie projecten samen neergezet. Uiteraard zijn we vaak ook klant bij elkaar. Aangezien iedereen de focus legt op zijn specialiteit, worden de krachten vaak gebundeld waaruit de klant enkel voordeel kan genieten.”