Hoogstraten staat wereldwijd bekend om zijn aardbeien. Maar deze gezellige stad heeft meer troeven in petto: de historische stadskern, waarin de Vrijheid een belangrijke rol speelt, het Begijnhof als uniek werelderfgoed en mooie velden met wandel- en fietsroutes.
Hoogstraten is een jeugdige stad met maar liefst 6.000 scholieren. Een plek waar men niet rond de kerktoren hoeft te leven, maar wel alles kán beleven. Ook als ondernemer. Door initiatieven als een detailhandelscoach, duurzaam warmtenet en het RUP voor Transportzone Meer.
STERCK. Is Hoogstraten voor bedrijven een goede plek om zich te vestigen?
Rombouts: “Absoluut. We hebben veel bedrijventerreinen met een ideale ligging dicht bij de grens en tussen twee havengebieden. We maken ook ruimte voor bedrijven om hen de kans te geven uit te breiden of te verplaatsen. Die ruimtes kunnen op hun beurt dan weer opgevuld worden door kleinere bedrijven. We breiden niet alleen uit in de breedte, maar ook in de hoogte. Daarvoor gaan we in dialoog met ondernemers en bedenken we innovatieve oplossingen. Sinds enkele jaren hebben we ook een aanspreekpunt Lokale Economie, om ons beleid te voeren in overleg met ondernemers. Samen hebben we meer kennis.”
We hebben veel bedrijventerreinen met een ideale ligging dicht bij de grens en tussen twee havengebieden.
Kernversterkend beleid
STERCK. Hoe komt het dat Hoogstraten een lagere leegstand heeft dan de rest van Vlaanderen?
Rombouts: “Dat komt niet door één maatregel, maar ons kernversterkend beleid speelt zeker een belangrijke rol. Het is een bewuste keuze om niet alle winkels in de periferie toe te staan. Dat biedt beperkingen, maar ook kansen. De detailhandel die gecentraliseerd is in de Vrijheid, biedt zo een groter aanbod en versterkt elkaar. Ondernemers zijn overtuigd van dit beleid en vullen het zelf in. Zo heeft een ondernemer in de vitrine van een leeg pand een kunstvoorstelling van de kunstacademie geplaatst. Een voorbeeld van fun shopping dat Hoogstraten zo typeert.”
STERCK. Wat verwacht u van de detailhandelscoach?
Tinne Rombouts: “Met de detailhandelscoach willen we een beter zicht krijgen op onze klantenstromen. Wie is ons cliënteel en wat trekt hen aan? De Vrijheid heeft een divers aanbod aan winkels, boetieks en horeca en die specifieke dynamiek koesteren we. Door onze ligging komen ook veel Nederlanders hier shoppen en genieten van de horeca. Onze detailhandel draait goed en dat willen we in de toekomst behouden. Dus moeten we proactief handelen. Met de marktkennis van de detailhandelscoach kunnen we onze ondernemers informeren en ons beleid aanpassen.”
Internationale samenwerking
STERCK. Welke meerwaarde levert het RUP rond Transportzone Meer?
Rombouts: “Transportzone Meer is een voorbeeld van een ontwikkeld bedrijventerrein, dat we aantrekkelijker gaan maken en waar we bedrijven meer ruimte gaan geven. Door middel van zuinig ruimtegebruik, een betere toegankelijkheid en vlotte doorstroming van zwaar verkeer. Daarnaast zetten we samen met Nederland in het noordelijke gedeelte een Business Centre Treeport op voor de boomteeltsector. Ook een van de vijf grootste tankstations ligt aan de grens, waar we duurzame brandstoffen zullen aanbieden.”
Duurzaam ondernemen
STERCK. Waarom wil Hoogstraten een voortrekker zijn op het vlak van duurzaamheid?
Rombouts: “Niet alleen de maatschappij, maar ook bedrijven staan voor klimaatuitdagingen. Met het Burgemeestersconvenant geven we bedrijven energieadvies en verminderen we de CO2-uitstoot. We hebben energiescans uitgevoerd en info- en netwerkavonden georganiseerd. Daarnaast maken we van De Kluis het duurzaamste bedrijventerrein van de Noorderkempen. Dat doen we door er een warmtenet aan te leggen. Dat warmtenet maakt het op termijn mogelijk om de ondernemingen op het bedrijventerrein te voorzien van energie door heet water uit de ondergrond op te pompen. Diepe geothermie heet dat. De bedrijven op De Kluis hoeven dan geen opslag van brandstof meer te voorzien, besparen energiekosten en hebben geen CO2-uitstoot meer. Ook nieuwe verkavelingen kunnen op dat warmtenet worden aangesloten. Door gebruik te maken van bedrijventerreinmanagement zorgen wij er voor dat het terrein kwaliteitsvol en leefbaar blijft, want het beheer van de waterpartijen, de groene buffers en de baangrachten wordt door de bedrijven zelf collectief verzorgd.”