Bij de start van een nieuwe vennootschap, klein of groot, is het absoluut aangewezen een aandeelhoudersovereenkomst op te stellen. Daarmee legt u de werking van uw vennootschap en de stabiliteit van het aandeelhouderschap vast:
- Hoe gaan de aandeelhouders samenwerken?
- Hoe wordt de vennootschap bestuurd en hoe regelt men de besluitvorming?
- Hoe moet de overdracht van aandelen verlopen?
- Welke rechten en plichten hebben aandeelhouders ten opzichte van elkaar?
- Wie gaat wat doen en wat verdienen?
Dit zijn kwesties die u niet moet vastleggen met een overeenkomst. Als vennootschap hebt u altijd nog het Wetboek van Vennootschappen om op terug te vallen. Maar u kent het gezegde: goede afspraken maken goede vrienden. Voor goede vennoten geldt dat des te meer. Het Wetboek bevat geen maatwerk, dus de afspraak die perfect bij uw vennootschap past, zal daar niet altijd te vinden zijn.
Aandeelhouders overeenkomst versus statuten
“Goed”, horen wij u zeggen, “maar waarom al dat extra papierwerk? Daar dienen onze statuten toch voor?” Dat klopt deels. Statuten kunnen op maat gemaakt worden, maar ze zijn openbaar en staan voor iedereen te lezen in het Belgisch Staatsblad. Een aandeelhoudersovereenkomst blijft tussen u en de andere aandeelhouders en is dus veel discreter. Bovendien kunnen de statuten gewijzigd worden door de algemene vergadering met een bijzondere meerderheid. Een aandeelhoudersovereenkomst is alleen te wijzigen met akkoord van alle partijen.
Wat staat er in een aandeelhouders overeenkomst?
Een overeenkomst tussen aandeelhouders is geen standaarddocument. Want uw vennootschap is uniek, en de afspraken die u onderling maakt zijn dat dus ook. Agio lost dat op zoals het altijd doet: met maatwerk. Zo maken wij een aandeelhoudersovereenkomst die past als gegoten. Indien er dan toch problemen komen, dan heeft de wetgever een regeling voorzien: de geschillenregeling.
De geschillenregeling
Twee voorbeelden uit de praktijk
Familiebedrijf Peeters ( fictieve namen)
Mark is samen met zijn neef en nicht aandeelhouder en bestuurder van hun familiebedrijf, Peeters NV. De familietak van de neef en de nicht hebben om historische redenen een kleine meerderheid in de algemene vergadering. Mark en de andere twee bestuurders raken het maar niet eens over de bedrijfsstrategie. Door het conflict gebruiken neef en nicht hun meerderheid in de algemene vergadering en hun tweederdemeerderheid in de raad van bestuur om Mark buitenspel te zetten. Ze hebben hem uit het management van de vennootschap gezet en keren geen dividenden uit. Op die manier beroven ze Mark van alle inkomsten uit de vennootschap.
BVBA Bart en Anita fictieve namen
Bart en Anita zijn allebei aandeelhouder (50/50) en zaakvoerder (met volledige vertegenwoordigingsbevoegdheid) van hun BVBA. Maar het botert niet meer tussen hen. Bart heeft nog een ander bedrijf en is alleen nog met zijn eigen belangen bezig. Dat gaat ten koste van die van de vennootschap. Als noodzakelijke besluiten hem niet zinnen omdat ze botsen met zijn andere belangen, blokkeert hij die in de algemene vergadering.
Moet Mark met lede ogen aanzien hoe hij als aandeelhouder compleet buitenspel gezet wordt? En kan Anita Bart dwingen zijn aandelen over te dragen en uit de vennootschap te stappen?
Vennootschaps rechtelijke oplossingen
Zit u op het puntje van uw stoel? De betrokkenen in deze cases in elk geval wel. Voor hen staat er veel op het spel. Het verlossende antwoord is: ja, er is een uitweg uit situaties waarin de aandeelhouders van een BVBA of een niet-genoteerde NV elkaar het leven zuur maken. De vennootschapsrechtelijke geschillenregeling voorziet twee vormen: de uittreding en de uitsluiting.
Uittreding
Een uittreding is de beste oplossing voor de eerste case. Iedere aandeelhouder kan vorderen dat andere aandeelhouders zijn of haar aandelen overnemen. Daarvoor moet een gegronde reden bestaan die verband houdt met de andere aandeelhouders en die maakt dat het van de eisende partij niet langer in redelijkheid gevergd kan worden dat zij aandeelhouder blijft. Het feit dat Mark door toedoen van zijn neef en nicht geen inspraak meer heeft in vennootschapsorganen en geen dividenden meer ontvangt (‘uithongering’) is zo’n gegronde reden tot uittreding.
Uitsluiting
In het tweede geval, waarbij Bart de belangen van de BVBA opzij zet ten voordele van zijn andere onderneming, kan de rechter beslissen tot uitsluiting. Daarbij kunnen aandeelhouders die – alleen of gezamenlijk – minstens dertig procent van de stemrechten bezitten, vorderen dat een andere aandeelhouder zijn aandelen overdraagt aan de eisende partij(en). Ook hier moet er een ‘gegronde reden’ bestaan met betrekking tot de geviseerde aandeelhouder. Het vennootschapsbelang geeft de doorslag. De procedure is mogelijk wanneer het in het belang van de vennootschap niet langer redelijk verantwoord is dat de geviseerde aandeelhouder nog aan boord blijft.
Deze procedures verlopen zoals in kort geding. Er is dus redelijk snel een uitspraak, waarbij de rechter ruime bevoegdheid heeft om de prijs van de aandelen te bepalen. Tijdens de procedure kan de rechter ook de stemrechten die aan de over te dragen aandelen verbonden zijn, schorsen.