Veel aandeelhouders van kmo-vennootschappen tellen vol ongeduld af naar 2020. Vanaf dan kunnen immers de eerste liquidatiereserves fiscaalvriendelijk worden uitgekeerd. Of misschien toch nog niet? Vanaf 2020 moet er immers rekening worden gehouden met de regels van het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen. En deze verstrengen de voorwaarden om dividenden uit te keren aanzienlijk voor de Besloten Vennootschap of BV …
Balans en liquiditeitstest
Voor de BV, de “opvolger” van de BVBA, moet voortaan verplicht aan 2 testen voldaan worden vooraleer het eigen vermogen kan worden uitgekeerd:
- De “netto-actieftest” voor de aandeelhouders, die inhoudt dat het eigen vermogen door de uitkering niet negatief mag worden of niet mag zakken beneden het statutair onbeschikbaar eigen vermogen.
- De “liquiditeitstest” voor de bestuurders die inhoudt dat de vennootschap, na de uitkering, nog in staat moet zijn om minimaal haar schulden te betalen die zullen vervallen of opeisbaar worden binnen de twaalf maanden vanaf de datum van de uitkering.
Deze testen zullen voor bestaande BVBA’s moeten gebeuren voor alle uitkeringen die plaatsvinden vanaf 1 januari 2020. Voor nieuw opgerichte BV’s en sommige BVBA’s zullen deze testen onmiddellijk van toepassing zijn.
De testen moeten niet alleen gebeuren voor dividenden, maar ook voor alle andere uitkeringen van eigen vermogen zoals een kapitaalvermindering of een inkoop eigen aandelen.
Bestuurders aansprakelijk
De bestuurders zullen in een bijzonder verslag moeten motiveren dat aan de liquiditeitstest is voldaan. Als nadien zou blijken dat zij wisten, of hadden moeten weten, dat de vennootschap door de uitkering niet meer in staat zou zijn om aan haar betalingsverplichtingen te voldoen, kunnen zij persoonlijk en hoofdelijk aangesproken worden. Het zal dan ook belangrijk zijn om een gedegen cash flow planning op te stellen vanaf 1 januari 2020.
Terugvordering bij aandeelhouders
Als er toch een uitkering zou hebben plaatsgevonden in strijd met deze testen, kan de vennootschap bovendien ook de uitkeringen terugvragen aan de aandeelhouders. En dit zelfs als deze zich van geen kwaad bewust waren …
Opletten bij “familiale ondernemingen”
Wanneer de aandelen van een familiale BVBA in het verleden werden vererfd of geschonken onder het gunsttarief van 0% of 3%, moet men voortaan ook voorzichtig zijn met dividenduitkeringen. Onder de oude regels waren immers enkel kapitaalverminderingen verboden gedurende de sperperiode na de schenking/vererving, maar voortaan wordt geëist dat het eigen vermogen niet mag dalen tot onder het bedrag van de tot op de datum van het overlijden of de schenking verrichte inbrengen.