Veel maatschappelijke standpunten worden gevoed door gissingen, die gebaseerd zijn op onbewuste en voorspelbare vooroordelen. Zowel in de ontwikkelde als in de minder ontwikkelde landen heerst er bij de bevolking een schrijnend gebrek aan feitenkennis. Mensen laten zich leiden door media en politici die vaak op zich reeds betwistbare gegevens selectief belichten.
Het doemdenken is erg populair, voornamelijk bij (extreem) rechtse en linkse partijen en burgers. Ondergangsdenken is de voedingsbodem van zowel een rechtse repressieve dictatuur als van een streng communistisch regime. Partijen ter linker zijde verwijzen daarvoor naar de excessen van de vrije markt, de onaanvaardbare accumulatie van rijkdom door sommigen, de schrijnende staat van armoede van een ander deel van de bevolking, de roofbouw op de natuur en de klimaatopwarming. Zij strijden voor het behoud van verworven rechten, het herinstellen van protectionisme, subsidies en staatsinterventionisme, de terugkeer naar een pré-modernistische samenleving.
Rechtse pessimisten wijzen op de teloorgang van de normen en waarden in onze maatschappij, het verlies van identiteit, de gevaren van migratie en ze pleiten voor de herinvoering of versterking van de natiegrenzen, de afbouw van Europa, het verhinderen van migratie en een desnoods repressief afgedwongen ethisch reveil. Zij doen dit surfend op en gebruikmakend van de onwetendheid en vooroordelen van het volk.
Cicero noemde dit de aura popularis: de volkswind, het populaire briesje dat de veranderlijke volksgunst bepaalt. Recent hebben verschillende auteurs dit probleem van desinformatie aangekaart. Er is het leerrijke boek “Feitenkennis – 10 redenen waarom we een verkeerd beeld van de wereld hebben en waarom het beter gaat dan je denkt” van Hans Rosling. Op grond van de naakte feiten illustreert hij dat onze wereld in een veel betere staat is dan we zouden denken.
Ook Steven Pinker in zijn boek “Verlichting nu – een pleidooi voor rede, wetenschap, humanisme en vooruitgang” wijst er geruggesteund door feiten en statistieken op dat we niet alleen in het rijke westen, maar overal ter wereld gezonder, rijker en gelukkiger worden en meer in vrede leven dan ooit tevoren.
Ook de bij onze noorderburen controversiële filosoof-politieker, Maarten Boudry pleit in zijn boek “Waarom de wereld niet naar de knoppen gaat” op basis van feitenonderzoek voor een “verbeterlijk optimisme”.
Lezers die zich een meer objectief beeld van de wereld willen vormen, wordt de kritische lectuur van dergelijke werken warm aanbevolen. Hun wereldbeeld zal er onvermijdelijk rooskleuriger door worden.