Data, geld en macht. Ze staan niet in willekeurige volgorde. De digitale wereld heeft begrepen dat data haar voornaamste brandstof zijn. Massaal geldgewin, maar ook sociale en politieke macht volgen quasi vanzelf.
De digitalisatie beheerst onze sociale contacten, geeft ons toegang tot kennis en controle over - of dat denken wij tenminste - onze consumptie, aankopen en nieuwsgaring. Ondernemingen die digitale platformen uitbaten, zoekmachines, netwerken van sociale media en online market places zijn extreem machtig en rijk geworden door onze toegang tot die digitale instrumenten te controleren.
Hun keuzes bepalen welke websites of business aan de top van de rangschikking komen te staan of lager, welke informatie doorkomt en welke niet. Ongeveer 95% van de clicks op Google heeft betrekking op het eerste resultaat op pagina 1. Op pagina 2 krijgt het eerste resultaat ongeveer 1% van de clicks. Wij weten niet hoe de filtering gebeurt, maar wel dat die platformen hun macht gebruiken voor eigen commercieel belang. Zo werd aan Google in 2017 een monsterboete van 2,4 miljard euro opgelegd wegens misbruik van zijn zoekmachine om rivalen op de markt voor vergelijkend shoppen te benadelen. Vorig jaar werd een boete van het dubbele opgelegd wegens misbruik van dominante positie van het smartphone-besturingssysteem Androïd.
Als consument beseffen wij dat indien wij die digitale platformen gebruiken, we hen de toelating moeten geven om onze data te verzamelen en te gebruiken. Maar we realiseren niet hoe ver dit gaat. Met de GDPR heeft Europa tevergeefs getracht daaraan paal en perk te stellen. Sinds de invoering ervan is surfen op internet niet meer mogelijk, zonder quasi blind akkoord te gaan met cookies, die wij al lang niet meer lezen. Zo verandert er voor de platforms niets en blijven zij nu gelegitimeerd onbeperkt toegang tot onze data behouden.
Op de rauwe data wordt artificiële intelligentie losgelaten, die met deep learning snellere en betere beslissingen neemt dan de mens. Die bewerkte data laten de platformen toe digitale publiciteit te richten en te differentiëren. Geen wonder dat Google en Facebook samen 60% van het globale digitale publiciteitsbudget van de Verenigde Staten voor hun rekening nemen. Met de daardoor gemaakte winsten kunnen zij probleemloos de boetes betalen die hen door de Europese Commissie worden opgelegd, maar ook massaal start-ups en innovatieve bedrijven opkopen om zo kleinere spelers onder de duim te houden.
De Europese Commissie heeft dat goed begrepen, nu aan commissaris Margrethe Vestager naast de post mededinging, ook de post digitale zaken werd toegekend. Gezonde concurrentie is nog slechts mogelijk door de manipulatie van data en het misbruik ervan via digitale platformen te muilkorven. Daartoe zal een zekere transparantie moeten worden opgelegd. Zo niet, zullen onze fundamentele maatschappelijke waarden vermorzeld worden, zal ons leven beheerst worden door onbekende big brothers en zullen zij het zijn - denk aan Cambridge Analytics - die bepalen wie de volgende president van de VS wordt.