Lille, Vorselaar en Grobbendonk zijn drie welvarende gemeenten uit de Antwerpse Middenkempen tussen de E34 en E313. Terwijl Grobbendonk dankzij zijn ligging aan het Albertkanaal heel wat industriële activiteit kent, profileren Vorselaar en Lille zich vooral als groene dorpen waar het aangenaam wonen is. Bestuurlijke leefbaarheid komt vooralsnog niet in het gedrang, samenwerking is de boodschap.
Lille bestaat sinds de fusie van 1977 uit de deelgemeenten Gierle, Poederlee, Lille en Wechelderzande met in totaal 16.500 inwoners. “Het aantal puur industriële bedrijven is eerder beperkt”, vertelt Marleen Peeters. “We tellen twee vleesverwerkende bedrijven en een aantal transportondernemingen. De tertiaire sector is goed vertegenwoordigd met diverse horecazaken. Jammer genoeg sloot recent de laatste buurtwinkel in Lille zodat er weinig plaatselijke detailhandel meer overblijft.”
STERCK. Wat zijn de troeven van Lille op toeristisch vlak?
Marleen Peeters: “Wij zijn nog een groene plattelandsgemeente met een vijftigtal landbouwbedrijven, vooral veeteelt. Wij danken voorts onze bovengemeentelijke uitstraling op toeristisch en recreatief vlak aan de Lilse Bergen (zie kaderstuk). Een kwart van het grondgebied van Lille is bossen en heide.”
Lieven Janssens: “Ook Vorselaar is met 8.000 inwoners een plattelandsgemeente met onderwijs als belangrijkste tewerkstellingssector: één op de twee inwoners is student of leerkracht. Tijdens de vakantieperiode ligt Vorselaar in zijn jaarlijkse slaap en vanaf september ontwaakt ons dorp weer. Het groot aantal scholen heeft zijn directe logistieke impact op de omgeving met diverse parkings, busverbindingen, fiets- en autoverkeer, ... Alles is gegroeid vanuit de ‘Congregatie van de Christelijke Scholen’ met hoofdzetel in Vorselaar. Meer dan 100 scholen in Vlaanderen met circa 38.000 studenten zijn aan de congregatie verbonden.”
STERCK. Vorselaar was lang een centrum van diamant. Is die bedrijvigheid nog aanwezig?
Lieven Janssens: “In 1965 werkte niet minder dan 53% van de actieve bevolking in de diamantsector. Er was zelfs een beroepsschool voor diamantbewerking. Nu resten er nog drie diamantslijperijen. Met Vispluk en Sassenhout beschikken we over twee kmo-zones waarin een aantal grote bedrijven aanwezig zijn. Er komt een uitbreiding met 5 hectare van de zone Sassenhout in 2021. Er is al veel vraag voor deze extra ruimte. We kennen een hoge werkzaamheidsgraad, al is er wel nog steeds de problematiek van langdurig werklozen, een doelgroep die moeilijk te activeren valt. Wij zetten vooral in op zinvolle activiteiten zoals gemachtigd opzichter, medewerkers tuinonderhoud of bibliotheekmedewerkers.”
Marianne Verhaert: “Grobbendonk is een zeer dynamische gemeente en onze ondernemingen zorgen voor een belangrijke werkgelegenheid in de Kempen. Onder meer dankzij de ligging aan het Albertkanaal heerst er heel veel economische bedrijvigheid. We beschikken over twee industrieterreinen en een containerterminal. Meerdere bedrijven aan het Albertkanaal zijn gelinkt aan de bouwsector. Er zijn nog een beperkt aantal bedrijfsgronden beschikbaar aan het Albertkanaal; enkele ondernemingen zijn vragende partij om hun terreinen uit te breiden.”
Wij koppelen handelskernversterking aan dorpskernvernieuwing, met aandacht voor veel groen en ruimte voor terrassen en horeca.
Lokale handelskernen
STERCK. Wat zijn de belangrijkste uitdagingen op het niveau van lokale handelskernen?
Marleen Peeters: “Wij willen vooral inzetten op de detailhandel die helaas bijna helemaal verdwenen is. Alsmaar meer grote ketens doen een aanvraag om zich te vestigen aan de N153. Samen met onze coalitiepartner hebben wij besloten om dat tegen te houden, we wensen geen ‘Boomsesteenweg’ in onze gemeente. We zijn zeker niet tegen kleinere vestigingen in de kernen, maar heel grote ketenwinkels zien we liever niet komen. We zoeken, samen met IOK, nog naar gronden om kmo’s onder te brengen, wellicht gelegen aan de autosnelweg E34.”
Lieven Janssens: “Wij focussen eveneens op handelskernversterking. Vijf jaar geleden zijn we hiervoor geselecteerd door het Agentschap Ondernemen, een bewijs dat lokale handelsversterking ook in een kleine gemeente als Vorselaar zijn nut heeft. Wij koppelen dat alles aan dorpskernvernieuwing, met aandacht voor veel groen en ruimte voor terrassen en horeca. Dat komt de beleving in onze gemeente zeker ten goede. Binnen de bruisende dorpskern willen we nog verder inzetten op lokaal winkelen, gekoppeld aan duurzame producten uit de eigen regio. Dat moet de charme vormen van een kleine gemeente.”
Marianne Verhaert: “We bekijken momenteel hoe we ons centrum aantrekkelijker kunnen maken. Jonge starters geven we graag een duwtje in de rug. Vooral de horeca heeft nood aan ondersteuning. We zijn recent gestart met een wekelijkse markt en dat zorgt voor de nodige animo. Een markt werkt ook verbindend, inwoners ontmoeten er elkaar.”
De Lilse Bergen is een recreatiecentrum omringd door 400 hectare bos. De gronden waren tot nu toe voor 50% in handen van de gemeente Lille en voor 50% in bezit van IOK. In het najaar komt daar verandering in. Bij het begin van de legislatuur wilde het IOK zijn deel van de gronden verkopen aan de provincie, maar na onderhandelingen is Lille uiteindelijk de volledige eigenaar geworden van de terreinen van de Lilse Bergen. Financieel was dat een haalbare zaak voor de Kempense gemeente.
Mobiliteits-problemen
STERCK. Welke mobiliteitsproblemen ervaren jullie gemeentes, gelegen tussen de E34 en de E313?
Marianne Verhaert: “De aanwezigheid van de drukke verkeersaders die onze gemeente doorkruisen, zoals het Albertkanaal, de E313, de gewestweg N13 en de spoorlijn Lier-Herentals, geeft Grobbendonk interessante opportuniteiten, maar brengt ook de nodige lasten met zich mee.”
STERCK. Hoe evolueert de mobiliteit aan de Industrieweg in Grobbendonk?
Marianne Verhaert: “De bedrijven aan het Albertkanaal kampen met een aantal mobiliteitsproblemen omdat er maar één ontsluiting is aan de Industrieweg, die ook nog eens een woongebied doorkruist. In dat kader zijn we volop bezig met de aanpassing van het afrittencomplex van afrit 20. Daarnaast is er nog steeds geen fietspad op de Industrieweg. Met de provincie zijn we in gesprek voor een ‘Fietsostrade F5’. Dat zal wellicht nog enige tijd in beslag nemen en daarom willen wij ondertussen een ‘pop-up fietspad’ aanleggen, langs één zijde. Bedrijven zijn vragende partij, want zij ontwikkelen fietsplannen en vergoeden werknemers die met de fiets komen. Bluebikes - voor medewerkers die uitstappen aan het station van Grobbendonk - kunnen daarbij mogelijks soelaas bieden, maar eerst moet er een aangepaste infrastructuur zijn. Een apart probleem vormt het sluikstorten langs de Industrieweg, vooral afkomstig van vrachtwagenchauffeurs. Ten slotte bekijken we, samen met de gemeente Zandhoven, de mogelijkheden van een waterbus op het Albertkanaal.”
Lieven Janssens: “Studie Middenkempen voorziet een zeer innovatief idee van bushaltes op de autostrades E313/E34. Je zou dan vanop een brug met een lift of trap naar een beveiligde bushalte op de snelweg kunnen gaan. De snelbussen moeten dan de snelweg niet meer verlaten om reizigers op te pikken. Momenteel is er nog geen duidelijkheid of dat idee zal uitgevoerd worden, De Lijn is helaas niet enthousiast.”
Samen met onze coalitiepartner besloten wij om grote ketens te weren.
Bouwwoede
STERCK. In heel Vlaanderen heerst een bouwwoede. Is dat ook in jullie gemeentes het geval?
Marianne Verhaert: “Absoluut, ook bij ons is er sprake van een appartementisering. Dat stoot op alsmaar meer weerstand onder de bevolking.”
Lieven Janssens: “In Vorselaar hebben wij een RUP afgebakend met ruimte voor meergezinswoningen en met de voorwaarde om voldoende groen te behouden. Bij ons is er een tendens naar verkavelingen met kleinere oppervlaktes dichtbij voorzieningen. Er is zeker geen sprake van een vlucht naar de stad, Kempenaren blijven liefst in de eigen omgeving wonen.”
Marleen Peeters: “In samenspraak met het IOK voerden wij een woonkwaliteitsstudie uit, precies om de grote massieve blokken op de gewestweg tegen te gaan. Het is belangrijk om de kern aantrekkelijk te houden voor de plaatselijke bewoners. We moeten ook steeds meer rekening houden met de vergrijzing van de bevolking, met mensen die langer thuis willen wonen en met nieuwe woonvormen zoals kangoeroewoningen.”
Geen nood aan fusies
STERCK. Zowel Grobbendonk, Lille als Vorselaar zijn eerder kleine gemeentes. Is er voldoende bestuurskracht om de huidige en toekomstige taken naar behoren te kunnen uitvoeren?
Lieven Janssens: “Geen van onze drie gemeentes lijdt onder een zwakke bestuurskracht, integendeel. Wij hebben net een bestuurskrachtmeting achter de rug, een uitgebreide evaluatie van de Vlaamse overheid. Wij eindigden als de op één na sterkste gemeente van Vlaanderen. Dat bewijst dat de slagkracht van een gemeente niet samenhangt met het aantal inwoners. Vorselaar is eveneens een schuldenvrije gemeente. Bovendien maken wij deel uit van het samenwerkingsverband Neteland met nog vier andere gemeenten. We werken samen op niet minder dan 38 domeinen. Zoveel als mogelijk ondersteunen we elkaar op ambtelijk vlak. We zien dat dan ook als een volwaardig alternatief voor een politieke fusie.”
Marleen Peeters: “Wij zijn één gemeente om te besturen, maar eigenlijk praten we nog over vier dorpskernen. We zoeken ondersteuning bij diverse partners zoals onder meer het IOK. Met Kasterlee gaan we binnenkort een medewerker ‘delen’ om op die manier competenties te versterken.”
In afwachting van een fietsostrade op de Industrieweg willen wij een ‘pop-up fietspad’ aanleggen.
Marianne Verhaert: “In Bouwel is de fusie met Grobbendonk nooit verteerd geweest. Het draagvlak voor nog een nieuwe fusie is er zeker niet. Het samenwerkingsverband Neteland, het delen van personeel en materiaal, het uitbesteden van technische diensten, … Dat verhoogt onze slagkracht.”
Lieven Janssens: “Het debat over fusies mag niet verengd worden tot schaalvergroting. Dat is een te beperkte insteek. Er zijn diverse wegen om tot meer efficiëntie en een grotere bestuurskracht te komen. In het fusiedebat ontbreekt die nuance nog wel eens.”