Wie in Grobbendonk op de E313 richting Antwerpen rijdt, kan niet naast de grote gele kraan en bedrijfsgebouwen van Kerkstoel kijken. Het familiebedrijf is al vele jaren een gevestigde waarde in de betonsector. Met een investering van 14 miljoen euro zet Kerkstoel 2000+ de volgende jaren nog meer in op producten met een toegevoegde waarde.
De muur van het vergaderzaaltje vertelt met sprekende foto's de geschiedenis van het familiebedrijf. Een verhaal dat teruggaat tot 1902. Vandaag staat met Vincent Kerkstoel, Pascal Kerkstoel en schoonbroer Frederick Jonckheere de vierde generatie aan het roer. De eigenaars spelen een actieve rol in het bedrijf, waarbij ieder ook een aantal operationele verantwoordelijkheden voor zijn rekening neemt.
De Groep Kerkstoel overkoepelt naast een immo-vennootschap twee bedrijven die in de Belgische bouwsector en een stuk daarbuiten naam en faam hebben verworven. Kerkstoel Beton is gespecialiseerd in BENOR-gekeurd stortklaar beton, zelfdichtend beton, chape, stabilisé, metsmortel en schuimbeton. Guy van Rooy is er algemeen directeur. Kerkstoel 2000+ is dan weer één van de Europese marktleiders in prefab beton en gespecialiseerd in breedplaten en dubbele wanden. Kurt Guldentops heeft er sinds 8 jaar de operationele leiding. De totale groep is goed voor een omzet van 45 miljoen euro.
"Met de bouw van een volledig nieuwe hal voor betonproductie, hier iets verderop in de straat, beschikken we sinds dit jaar over drie productiehallen", legt Kurt Guldentops uit. "In onze eerste hal produceren we in drie shiften ongeveer 740.000 m2 aan breedplaten. In de andere hal maken we in twee shiften nog eens 175.000 m2 breedplaten en 175.000 m2 dubbele wanden. Onze nieuwe productiehal moet in eerste instantie in staat zijn om bijkomend in één shift 100.0000m2 dubbele wanden en 75.000m2 volle wanden te produceren. Daar hebben we nog de nodige groeimarge."
Nieuwe productiehal
STERCK. De nieuwe hal was goed voor een investering van bijna 14 miljoen euro. Waarom is die er gekomen?
Kurt Guldentops: "Onze huidige fabrieken dateren van eind jaren '90 en waren aan vernieuwing toe. Tegelijk kennen we een permanente groei en richten we ons ook meer op export. We willen onze portefeuille aan dubbele wanden vergroten en daarnaast sneller kunnen schakelen op het vlak van massieve wanden. Bovendien stelt de nieuwe fabriek ons in staat om stapsgewijs moeilijkere producten te maken. Het gaat om elementen met een hogere toegevoegde waarde die in het zicht blijven, zoals in trappenhallen en kelders. We kunnen die in de toekomst voorzien van een reliëfstructuur. Op termijn kunnen we ook gekleurde wanden aanbieden.
Over het algemeen kunnen we zeggen dat het concurrentieniveau gestegen is. Hier in België kan je op twee handen niet tellen hoeveel bedrijven breedplaten maken. Voor wanden valt de concurrentie nog mee, al is daar dan weer meer concurrentie vanuit het buitenland. De blauwe oceaan is een rode oceaan geworden. Daarom willen we terug die blauwe oceaan opzoeken. Door producten te maken die anderen niet kunnen produceren op ons niveau, met veel toegevoegde waarde. Al mogen we onze klassieke producten niet uit het oog verliezen. De familie Kerkstoel zet die al vele jaren op het hoogste niveau in de markt. Als een wand in het zicht moet blijven, denkt men vaak aan ons. In de appartementsgebouwen van Nieuw-Zuid in Antwerpen komen de wanden van de trappenhallen en liftkernen, en de ondergrondse kelderwanden bijna allemaal van ons."
STERCK. Jullie nieuwe productiehal is state-of-the art?
Guldentops: "In Europa zijn er in onze sector de laatste jaren nog maar weinig nieuwe betonfabrieken gebouwd. De meeste leveranciers die eraan meewerkten, hebben klanten over heel de wereld. Nog voor de hal goed en wel in werking was, kwam men al met bussen geïnteresseerden uit China en andere delen van de wereld kijken. We werken heel geautomatiseerd en sturen alles aan vanop de tekenplank. De gegevens worden ingelezen in een centrale computer in de fabriek. De bekistingen worden door een robot geplaatst, de tafels worden automatisch bijgestuurd, de wapeningsnetten worden op het juiste moment gelast en naar beneden gebracht. Ook het betonneren gebeurt automatisch. We gaan daar heel ver in.
Heel specifiek aan onze site is ook het feit dat we geprangd zitten tussen de E313 en het Albertkanaal. Dat is een voordeel voor de aanvoer van grondstoffen, maar we hebben daardoor weinig plaats om uit te breiden. Onze concullega's werken doorgaans met alles op één niveau. Wij hebben in onze fabriek drie à vier niveaus, die we mezzanines noemen. De staalfabriek zit op een bepaalde hoogte, andere afdelingen op weer een ander niveau. Dat is mooi om te zien, ook al is het een uitdaging om dat in goede banen te leiden."
STERCK. Wie zijn jullie klanten?
Guldentops: "Dat zijn vrijwel uitsluitend aannemers. Van heel kleine bedrijfjes met één à twee mensen tot de grote klasse-8 aannemers zoals een Besix of een Interbuild en alles ertussen. Kerkstoel 2000+ werkt niet voor particulieren, die verwijzen we naar de bouwmaterialenhandel waar we ook nauw mee samenwerken. Architecten en studiebureaus zijn wel een belangrijke doelgroep. We vertrekken immers altijd van de gegevens die zij uittekenen en uitrekenen."
Prefab maakt het mogelijk om sneller en nauwkeuriger te bouwen met minder bouwfouten.
Innovatie
STERCK. De bouw en betonsector zijn heel traditioneel. Toch is innovatie heel belangrijk voor jullie?
Guldentops: "Absoluut. Naast onze plannen voor nieuwe producten met veel toegevoegde waarde, hebben we ook in ons bestaande aanbod heel innovatieve oplossingen. Ik denk onder meer aan breedplaten voor betonkernactivering waarin leidingen voorzien zijn die op de werf aangesloten worden via een kliksysteem. We doen dat in samenwerking met Henco. Een andere variant zijn de breedplaten met gewichtsbesparende elementen. Een betonplaat neemt aan de bovenkant de krachten op en onderin zit de wapening. Het beton daartussen heeft weinig functie behalve het samenhouden van het geheel. Door er potten in te bouwen in polystyreen of plastic kan je gewicht besparen en zo kan de klant besparen op funderingen, balken, ... Over dat soort zaken denken we continu na."
STERCK. Met toepassingen zoals BIM kent de bouwsector een verregaande digitalisering. Hoe spelen jullie daarop in?
Guldentops: "De grote aannemers werken meer en meer digitaal. Doordat er steeds minder werkkrachten op de werf zijn en bouwvakkers vaak allerlei vreemde talen spreken, is het voor aannemers interessant om zoveel mogelijk met prefab te werken. Het maakt het mogelijk om sneller en nauwkeurig te bouwen met minder bouwfouten. Dat laatste is erg belangrijk, omdat daar de winst of het verlies van een aannemer zit. Wij gaan zoveel mogelijk mee in het BIM-verhaal. Veel van onze aannemers werken al in BIM. Ze bezorgen hun plan aan ons en wij tekenen het in met onze elementen. Vervolgens controleren zij of er geen tegenstrijdigheden zijn. Vooruitstrevende aannemers hebben nu al een BIM-manager. Bij ons is dat het hoofd van de tekenzaal. Wij evolueren dus van tekeningen in 2D (Autocad) naar 3D.
Onze producten sluiten bovendien perfect aan op die digitale ontwikkelingen. We produceren vandaag geen enkel element zonder dat we de tekening aan de klant voorgelegd hebben om te controleren. Heel dat BIM-verhaal helpt om fouten te vermijden. Dat is echt belangrijk. In België heeft de doorbraak trouwens best lang geduurd. We leveren ook op de Nederlandse markt en daar staat BIM al veel verder."
- 45 miljoen euro omzet
- 130 medewerkers
- 1.25 miljoen m2 producten per jaar
Export
STERCK. Export wint aan belang voor Kerkstoel?
Guldentops: "Vandaag gaat 18% van ons productievolume naar export. We komen van 12% en willen graag evolueren naar 25%. Met de nieuwe fabriek moet dat lukken. Het is ook een vorm van risicospreiding. Als de markt in een bepaald land het minder goed doet, kan je altijd bijschakelen op een andere markt. Al mag je een markt nooit helemaal verlaten. Dat hebben we gemerkt toen tussen 2004 en 2007 de markt in het Verenigd Koninkrijk volledig op zijn gat lag en we daar stopten. We zijn er nu vier jaar actief en het loopt goed, maar het kost veel tijd en energie om de contacten terug op te bouwen."
STERCK. Tot hoever kunnen jullie producten in de markt zetten?
Guldentops: "We leveren in een straal van 250 tot 300 kilometer rond Grobbendonk. Dus in Nederland tot boven Amsterdam, in Frankrijk tot net onder Parijs en tot Luxemburg. In Duitsland is de concurrentie erg groot. En als je dan naar het Westen kijkt zit je met een straal van 250 kilometer in Londen. Waarom zou je daar niet op mikken? Het is evenver dan andere buurlanden, alleen moet je het water over. Je bent iets langer onderweg en afhankelijk van trein of boot. Het is logistiek een iets moelijker verhaal en je moet voldoende op voorhand produceren, maar dat is het dan ook. Al was het Verenigd Koninkrijk vlak voor het referendum financieel nog interessanter. Het pond is intussen aanzienlijk verzwakt. Als we vier jaar geleden 100 euro vroegen, moesten de Britten maar 70 pond op tafel leggen. Nu is dat ongeveer 92 pond. We zijn dus duurder geworden voor hen. Met het wisselkoersverschil konden we onze extra transportkost goedmaken. Nu moeten we daar heel creatief in zijn."
Logistieke uitdaging
STERCK. Logistiek is een uitdaging?
Guldentops: "Het is één van onze grootste uitdagingen. Logistiek maakt ongeveer 15 procent van onze verkoopprijs uit. Door aan efficiëntie te winnen kunnen we voor iedereen een verschil maken. Maar het is niet gemakkelijk. Ik heb vroeger in Lier gewerkt. Daar hadden ze toen het nadeel dat je een tijd moest rijden voor je op de autosnelweg was. Nu hebben we hier in Grobbendonk het nadeel dat je onmiddellijk in de file staat zodra je op de autosnelweg komt. We proberen steeds just in time op de werf te leveren. Daar staat een kraan klaar om onze producten onmiddellijk op de juiste plaats te leggen. Dat is het principe van prefab. Als onze vrachtwagen een uur langer in de file staat, staat echter die kraan op de werf ook stil. Het is onze uitdaging om de logistieke kost niet te verhogen en tegelijk de service op topniveau te houden.
Een oplossing is bijvoorbeeld om onze producten 's nachts naar tussenopslagplaatsen te brengen, dichter bij de werf. Onze chauffeurs kunnen dan 's morgens heel vroeg hun vracht op de werf lossen. Wij moeten dan wel tweemaal rijden zonder dat de kostprijs mag verhogen. We testen dat nu met twee hubs. Het is een heel moeilijke oefening. In Nederland gebeuren dergelijke proefprojecten met subsidies van de overheid. In Eindhoven heeft men bijvoorbeeld een groot terrein net buiten de stad vrijgemaakt. Een logistieke partner beheert dat en alle materiaal voor de bouwwerven in de stad wordt daar geleverd, ook 's nachts. Wij zouden niet liever hebben."
STERCK. Is vervoer over water een oplossing?
Guldentops: "De terreinen van Kerkstoel liggen tussen de E313 en het Albertkanaal. Grondstoffen zoals zand en grind komen al zoveel mogelijk via het water. We zijn nu ook aan het kijken of we onze producten kunnen afvoeren via het water. Dat is vandaag zo duur, dat het nog altijd interessanter is om in de file te gaan staan. Dat evenwicht zal in de toekomst wellicht kantelen, dus we moeten daarop voorbereid zijn. Daarbij moeten we ook rekening houden met het specifieke formaat van onze producten. Een oplegger kan ongeveer 150m2 laden op één transport. Dat zijn zeven à acht platen op elkaar gestapeld. We moeten de opleggers met lading en alles op de boot zetten en ze in de buurt van de bestemming er zo terug afhalen."
Logistiek is één van onze grootste uitdagingen.
STERCK. Welke uitdagingen ziet u nog?
Guldentops: "De verdere uitbouw van onze nieuwe productie-eenheid is natuurlijk een belangrijke. We zijn heel goed in het maken van dubbele wanden. De volgende stap zijn de volle wanden waar we nu mee bezig zijn. En dan moeten we de stap zetten naar producten met een grotere toegevoegde waarde, zoals de wanden met reliëf en in kleur. Intussen mogen we de standaardproducten niet uit het oog verliezen. De volledige productiecapaciteit moet ten volle benut worden. We verhogen ons volume aan wanden met 50 procent. Dat is een uitdaging in de verkoop.
Een andere uitdaging die ook voor alle collega's geldt, is het vinden van de juiste mensen met de juiste attitude. Daarin hebben we misschien het nadeel dat beton niet het meest sexy product is. We zijn met een traject gestart met een externe partner om onze employer branding verder uit te bouwen. We willen Kerkstoel niet alleen naar klanten maar ook naar toekomstig personeel op de kaart zetten. Mijn grootste droom is dat als hier morgen iemand op pensioen gaat of een andere uitdaging vindt, er tien mensen klaar staan omdat ze bij Kerkstoel willen werken. Daarnaast besteden we heel wat aandacht aan het ecologische verhaal. We spelen zo sterk mogelijk in op recyclage en craddle tot craddle. Het beton, staal en alles wat in onze producten zit, moet apart gerecycleerd kunnen worden."