Stumabo (Aartselaar) maakt precisiemessen voor industriële snijmachines, het zusterbedrijf FAM (Kontich) ontwikkelt en produceert de eigenlijke snijmachines. Beide bedrijven behoren samen met het vastgoedbedrijf Origo en Relex, de specialist in wellnes, tot de Hifferman-groep. Gedelegeerd bestuurder Mark Van Hemelrijk (60) rekent de top van de internationale voedingsindustrie tot zijn klanten. Voor de verwerking van hun producten garandeert hij "een snijtolerantie tot op een tweehonderdste van een millimeter.”
Je staat er niet bij stil. Toch zijn zowel de spekblokjes van Herta, het fruit in de yoghurt van Danone, de groentjes van Bonduelle of de vismoten van Iglo langs de messen en de snijmachines van Stumabo en FAM gepasseerd. Wie waar ook ter wereld frietjes van McDonald’s eet, kan er vanop aan dat de fijn gesneden patat een culinaire topper werd dankzij de specialisten uit Aartselaar en Kontich. Materne, Vache Bleue, Nestlé, Kraft, Del Monte of Dole weten de technologie van de Antwerpse ondernemingen sterk te waarderen.
Stumabo en FAM hebben een merkwaardige ontwikkeling achter de rug. Als Studiebureel Machinebouw (Stumabo) heeft de kleine kmo uit Aartselaar ooit nog schaatsen geslepen. De overstap naar de productie van messen verliep heel geleidelijk. FAM is ontstaan als een bedrijf dat actief was in de machinebouw met zelfrijdende oogstmachines voor de oogst van vooral bonen en erwten en afvulmachines voor producten zoals mayonaise, ketchup en geëvaporeerde melk. FAM is nadien zeer actief geworden in het snijden van diverse groenten en stap voor stap uitgegroeid tot een wereldleider in het verkleinen en precisie snijden van honderden diverse voedingsproducten. Onder de koepel van de Hifferman Group zijn beide ondernemingen voorzichtig naar elkaar toe gegroeid. Ze zijn vandaag met z’n tweeën Europees marktleider en moeten enkel rekening houden met een Amerikaanse concurrent.
De twee ondernemingen kenden een haast onafgebroken groei tot de groep met meer dan 140 werknemers die ze vandaag vormen. Die groei loopt parallel met de ontwikkelingen in de voedingsindustrie. Van de naoorlogse conserven tot de eerste diepvriesproducten en vandaag de bereide maaltijden, de versmarkt met vers gesneden sla, worteltjes of boontjes.
Allemaal verpakt in zakjes. Stumabo en FAM hebben mee een rol gespeeld in die ontwikkeling. In veel gevallen namen ze zelfs het initiatief om revolutionaire ideeën uit te werken tot en met effectief de technologie van een snijtolerantie van een tweehonderdste van een millimeter.
STERCK. De ontwikkeling van kmo tot een gerespecteerde internationale groep had gevolgen voor de interne structuur?
Mark Van Hemelrijk: “We zijn door de jaren heen eigenlijk spontaan gegroeid in een internationale context die ons steeds meer mogelijkheden bood. Daarom vonden we het hoog tijd om een strategische oefening te maken en onze positionering duidelijker uit te tekenen. We hebben gezocht naar pijlers waarop we onze toekomst konden uitbouwen. Daarbij gaat het ons in eerste instantie om wat wij ‘customer intimacy’ noemen. We kwamen tot de conclusie dat wij dichter bij de klant moeten gaan staan en meer dan vroeger moeten luisteren naar wat hij wil. In het recente verleden probeerden onze salesmensen een product te verkopen, waardoor er soms ruis op de communicatie zat. Vandaag wilen wij onze ingenieurs naar hen toesturen. We moeten zo goed mogelijk nagaan wat de noden van de klant zijn en voor welke behoeften we een technologische oplossing kunnen aanbieden.”
Beide bedrijven hebben hun omzet tijdens de afgelopen vijf jaar nagenoeg verdubbeld.
STERCK. Een andere pijler is innovatie?
Van Hemelrijk: “Het DNA van zowel FAM als Stumabo is gegroeid uit de voortdurende vernieuwing van ons productie-arsenaal. Innovatie is daarom onze tweede pijler. Het blijkt evenwel noodzakelijk om ook daar aanpassingen in te brengen. We zijn geëvolueerd van een vrij hiërarchische structuur naar een matrix- en projectorganisatie waarmee we de belangen van de klant beter kunnen behartigen. Het komt erop aan om gemengde teams te maken van marketing, sales, engineering en productie waarbij alle brains van onze bedrijven samenkomen. Die samenwerking over alle departementen heen kan nieuwe impulsen geven. Maar zo'n aanpak is niet evident. Het vergt heel wat aanpassingsvermogen van onze mensen en veroorzaakt zelfs wat spanningen. Maar finaal komt het wel goed.”
Verdubbeling omzet
STERCK. Het gaat ondertussen ontzettend hard. Jullie blijven onverminderd groeien?
Van Hemelrijk: “Beide bedrijven hebben hun omzet tijdens de afgelopen vijf jaar nagenoeg verdubbeld. FAM ging van een omzet van 14 miljoen euro in 2014 naar 28 miljoen euro in 2018. Stumabo volgde diezelfde lijn en ging van 7 miljoen euro naar 13 miljoen euro. Wij stellen intussen 140 mensen tewerk en hebben eigen vestigingen in Frankrijk, Spanje, de UK, Polen en de Verenigde Staten. Daarnaast hebben we nog een netwerk van eigen agenten en distributeurs.”
- Hifferman Industrial: FAM en Stumabo
- Hifferman Wellness: Relex (zwembaden en wellnessprojecten)
- Hifferman Real Estate: Origo (vastgoed)
STERCK. Kunnen jullie die groei aan op eigen kracht?
Van Hemelrijk: “We beschikken over een heel stevige kapitaalbuffer. Omdat we onze winst onafgebroken herinvesteren, hebben we een mooi eigen vermogen opgebouwd. Stumabo realiseerde vorig jaar een ebitda van 5 miljoen euro, en Fam kwam uit op 3,1 miljoen euro. Ik besef dat de banken ons maar wat graag bijkomend kapitaal zouden willen toesteken, maar wij hebben dat voorlopig niet echt nodig. Indien zich toch onverwachte opportuniteiten zouden aandienen voor bijvoorbeeld een overname, dan weten we wél dat we altijd geholpen zullen worden.”
STERCK. Er staan wellicht geregeld kandidaat-overnemers voor de deur?
Van Hemelrijk: “Iedereen kan onze financiële balansen inkijken en er zelf de conclusies uit trekken. Het gebeurt inderdaad geregeld dat investeringsfondsen of internationale groepen zich aanmelden. Voorlopig houden we deze boot af.”
Database
STERCK. Hoe zien jullie de volgende jaren?
Van Hemelrijk: “Wij zijn een kennisbedrijf dat gebouwd is op de knowhow van vele jaren. Wij zijn er ons van bewust dat wij die kennis moeten borgen. Stumabo verkoopt elk jaar zo’n 1,2 miljoen messen. Onze klanten komen van overal ter wereld om raad vragen zodat ze de kwaliteit en de capaciteit van hun machines kunnen verbeteren. Wij kunnen alle snijtoepassingen aan. Met een geïnstalleerd park van ruim 6.000 operationele machines in 72 verschillende landen heeft FAM meer dan 1.000 snijtoepassingen ontwikkeld in de groenten-, aardappel- en fruitsector. Wij bedienen de vlees-, vis- en kaasindustrie. Vandaar ons plan om al onze knowhow bijeen te brengen in een professionele kennisdatabase. Wij willen elke beweging van onze machines en onze messen bijhouden en nog meer doeltreffende informatie verzamelen. Tegelijk laten we onze technologie systematisch beveiligen in patenten.”
STERCK. Stumabo en FAM zijn sterk verankerd in België. Maar blijft dat ook in de toekomst zo?
Van Hemelrijk: “We hebben in het recente verleden al initiatieven genomen om activiteiten in het buitenland uit te bouwen. Liefst 90% van onze productie is immers bestemd voor export. Vandaar bijvoorbeeld ook onze optie om een eigen productie-eenheid op te starten in China. Daar zijn we evenwel snel op teruggekomen. We kregen geen enkele garantie dat onze knowhow niet gekopieerd zou worden. We zijn enkele jaren ook in Singapore begonnen. Maar ook daar lukte het niet. Onze klanten in Japan of Korea bleken niet graag met onze mensen uit Singapore te onderhandelen. Ze wilden bij voorkeur specialisten uit België. Daarom hebben we besloten om alle productie bij ons in Vlaanderen te houden. Bepaalde machine-onderdelen laten we toeleveren, maar de messen en de snijgereedschappen - het hart van de machines - produceren we zelf. De assemblage gebeurt volledig in Kontich. We zijn gelukkig met die beslissingen. De problemen die we anders gehad zouden hebben, waren niet te overzien. Internationaal werken we nu met eigen agenten en distributeurs.”
Stumabo en FAM zetten 90% van hun productie af in het buitenland. Ze zijn vertegenwoordigd over nagenoeg de hele wereld. Mark Van Hemelrijk geeft drie tips mee om nieuwe deuren te openen:
- Ken je klanten
"Zeker in het Verre Oosten is het belangrijk om heel dicht bij de potentiële afnemers te staan. Dat uit zich vaak in kleine dingen. Zo zijn de mensen er veel kleiner van gestalte dan in het Westen. We moeten onze machines daarop aanpassen zodat vrouwelijke werknemers het minder moeilijk hebben om producten te tillen. Of nog: hoe zit het met de plaatselijke veiligheidsvoorschriften? Zijn die conform de onze? En is de elektrische bekabeling wel compatibel met die van ons? Het is vooral belangrijk het product van de klant te begrijpen en daar onze ervaring op toe te passen. In de diverse culturen zijn de eetgewoonten en smaken verschillend." - Snelle leveringen
"Dicht bij de klant staan met snelle leveringen van onderdelen en op maat gemaakte service is cruciaal. Wij hebben één belangrijk motto: de productie bij onze klanten mag niet stilvallen. We werken met de meest geavanceerde computersystemen om onze klanten een levering binnen de 24 uur te garanderen. IT kost handenvol geld, maar wie klanten heeft in Australië of Brazilië mag die niet in de steek laten." - Overnames
"We schuimen de markten niet systematisch af op zoek naar een bedrijf dat we kunnen overnemen. Wij hebben zelf geïnvesteerd in de oprichting van eigen verkoop-en servicekantoren in potentieel belangrijke markten om onze klanten optimaal en van zeer nabij te kunnen bedienen."
Voedingscultuur
STERCK. Technologisch staan jullie uitermate sterk. Waar ligt u als bedrijfsleider soms wakker van?
Van Hemelrijk: “Wij volgen de ontwikkelingen in de internationale voedingscultuur van dichtbij op. Er zijn enkele veranderingen merkbaar die onze eigen afzet kunnen beïnvloeden. Neem nu de opkomst van de vleesvervangers. Daar moeten we zeker rekening mee houden. Vleesvervangers moeten uiteraard ook gesneden worden, maar het is toch een andere aanpak. Ze komen bij onze klanten binnen als een lap pasta. Eerst moesten we er een fijne vorm aan geven, zodat het op geplukt vlees lijkt. Intussen moet het grof lijken, waardoor we onze machines moeten aanpassen.
Er zijn ook andere vragen. Blijft rijst bijvoorbeeld de voedingsbron van het Verre Oosten? Rijst heeft een veel grotere ecologische voetafdruk dan aardappelen. Inwoners van China of Japan zullen mogelijk hun eetgewoontes veranderen. We proberen dat allemaal op de voet te volgen. We gaan daarvoor zelfs naar voedingscongressen. Hoe kan je bijvoorbeeld vermijden dat je te veel afval produceert bij het snijden van aardappelen? Omgekeerd kunnen we Stumabo en FAM tijdens zo’n congres ook eens in the picture zetten bij de voedingsbedrijven.”
Wij beschikken over een stevige kapitaalbuffer.
STERCK. Jullie gaan er prat op om er voor iedereen te zijn: klanten, werknemers en gemeenschap?
Van Hemelrijk: “We zijn een typische Vlaamse onderneming. Met beide voeten op de grond. We zijn allicht wat te bescheiden, zoals de meeste Vlamingen trouwens. Anderzijds hechten we wel veel waarde aan diepgang en daadkracht. Diepgang betekent het verwerven van nieuwe inzichten. Die combineren we dan met vakmanschap en zin voor perfectie. Onze daadkracht doet ons inzichten omzetten in realiteit. Ik moet toegeven dat we die ingesteldheid vandaag in Vlaanderen wat missen. We dreigen onszelf te verliezen. In regelneverij, in gezeur. Ik mag hopen dat we onze vechtersmentaliteit niet verliezen. Dat je hoe dan ook ergens kunt geraken is een devies dat wij hier elke dag uitdragen.”
STERCK. Beide bedrijven horen tot de familiale holding Hifferman-group. Vanwaar kom die naam?
Van Hemelrijk: (lacht) "Die vraag heb ik al dikwijls moeten beantwoorden. Hifferman verwijst naar Johanna Hifferman, de Ierse maitresse van de Franse schilder Gustave Courbet. Courbet schilderde de weelderige schaamstreek van een vrouw die naderhand de Ierse Johanna Hifferman bleek te zijn. De titel van dit schilderij L’Origine du Monde moest meegeven dat de vrouw instaat voor de schepping van de natuur. 'Origine' komt van het Latijnse ‘Origo’, wat ‘bron’ of ‘oorsprong’ betekent, en wat ook de naam is van ons eerste eigen bedrijf, de “oorsprong”, de “bron” van de groep. Later werd de verpersoonlijking van deze bron, mevrouw Hifferman, de naam van onze holding. Mooi toch?"