De totale goederenoverslag in de Antwerpse haven is voor het zevende jaar op rij gestegen. De afgelopen jaren werden ook voor vele miljarden euro’s aan investeringen aangekondigd. Andere actuele thema’s zijn het verduurzamen van de activiteiten en het mobiliteitsvraagstuk. We vroegen Annick De Ridder, schepen van haven, stadsontwikkeling en ruimtelijke ordening om een stand van zaken.
STERCK. In 2019 werden een aantal belangrijke investeringen in de haven bekendgemaakt die een basis vormen voor de volgende jaren. Welke impact hebben deze?
Annick De Ridder: “Voor het zevende jaar op rij hebben we een recordjaar beet met een totale groei van 1,2%. Om die reeks van grand cru-jaren verder te zetten en de toekomst van onze welvaart te garanderen, valt het belang van het aantrekken van investeringen niet te onderschatten. Bedrijven zoals BASF, Borealis, ExxonMobil en Ineos hebben hun vertrouwen in Antwerpen bevestigd met substantiële toekomstige investeringsprogramma’s in onze haven. Ze zorgen niet alleen voor honderden nieuwe jobs en uitbreiding van productiecapaciteit, maar ook voor nieuwe installaties.
INEOS bijvoorbeeld, zorgde met haar keuze voor twee state of the art-fabrieken in de haven van Antwerpen voor de grootste Europese chemie-investering in twintig jaar. Het is een investering die 400 directe arbeidsplaatsen creëert, een vijfvoud aan indirecte jobs én tijdens de bouw ook werk verschaft aan 3.000 arbeidskrachten. Bovendien duwt INEOS als state of the art-fabriek, dankzij het Europese Emissie handelssysteem (ETS), de meest vervuilende installaties in Europa uit de markt.
De laatste vijf jaar is er vanuit de chemie voor meer dan 7,5 miljard euro aan investeringen aangekondigd. Mede hierdoor kunnen we vandaag met trots zeggen dat we de grootste geïntegreerde (petro-)chemische cluster van Europa zijn met unieke synergiën. Het is erg fijn om zo’n cijfers als beleidsmaker te mogen aankondigen. Maar we danken dit succes vooral aan de havengemeenschap van werkgevers en werknemers die zich elke dag opnieuw inzetten voor onze haven.”
Uitbreiding haven
STERCK. De beslissing voor extra capaciteit van 7 miljoen TEU via een nieuw, beperkt getijdendok in Doel en enkele inbreidingen van bestaande dokken is genomen. Hoe zal dit verlopen?
De Ridder: “Momenteel werken de containerterminals in de haven voor de sluizen op 84% van hun capaciteit, 80% is ideaal om efficiënt op de terminals containers te lossen en te laden. Met een verwachte jaargroei van drie procent zitten die terminals echter in 2022 aan hun plafond. Het project is dus van groot strategisch en economisch belang voor heel Antwerpen en de ruime regio om de toekomstige groei van de haven en de bijhorende economische welvaart te garanderen.
Het is belangrijk dat de haven van Antwerpen op dit cruciale moment uitbreidingsmogelijkheid kan aanbieden naar internationale spelers toe en toont dat het kán en ook durft investeren. Op die manier zetten we ons internationaal op de kaart en versterken we onze marktpositie. Naast fysieke uitbreiding kan de behandelingscapaciteit op de terminals verder ook nog toenemen door intern te optimaliseren. Zo kiezen we er bijvoorbeeld voor om steeds grotere volumes via spoor of binnenvaart te vervoeren. Het nieuwe getijdendok met de inbreidingen van de bestaande dokken zorgt vandaag voor een aanzienlijke basiscapaciteit die gefaseerd kan worden verhoogd. Op die manier bieden we voor de nabije toekomst perspectieven voor duurzame groei.”
Churchillsite
STERCK. Hoe evolueren de plannen voor de Churchillsite?
De Ridder: “De projectsite Churchill Industriële Zone is een multimodaal ontsloten terrein met een oppervlakte van ongeveer 88 hectare nabij het Churchilldok in de haven van Antwerpen. Het is één van de laatste grote beschikbare terreinen in de haven dat dankzij de gunstige ligging vlakbij de grootste chemische cluster van Europa veel mogelijkheden biedt.
Port of Antwerp wil met deze zone een verdere stap zetten in de transitie naar een duurzame en circulaire haven en tevens ruimte geven aan kleinere innovatieve start-ups die daaraan een bijdrage kunnen leveren. Daarom werd een inrichtingsplan opgesteld met verschillende types en groottes van loten om diverse spelers te kunnen verwelkomen.
Nu in het inrichtingsplan plaats is gemaakt voor meerdere spelers van verschillende grootte, zal in 2020 een nieuwe bevraging opgestart worden die zich specifiek richt op investeerders en bedrijven die actief zijn in de maak- en procesindustrie met een speciale focus op energietransitie en circulaire koolstof. Synergie tussen de spelers en circulariteit spelen daarin een belangrijke rol.
De Churchill-site is met haar strategische ligging dé ideale locatie om de transitie in de Antwerpse chemiecluster te versnellen. Als haven willen we hier onze duurzame en circulaire ambities echt waarmaken. Daarom leggen we de lat om op de site toegelaten te worden hoog. We behouden evenwel nog een strategische reserve die ons toelaat om in de toekomst een groot en ambitieus project te faciliteren. Met dit inrichtingsplan beogen we honderden nieuwe jobs die verder bijdragen aan de duurzame groei van onze haven.”
De laatste vijf jaar is er vanuit de chemie voor meer dan 7,5 miljard euro aan investeringen aangekondigd.
TERCK. Ook op andere vlakken is er veel aandacht voor duurzaamheid?
De Ridder: “Naast een succesvolle haven, zijn we ook een erg duurzame haven. Uit ons duurzaamheidsverslag blijkt bijvoorbeeld dat we dankzij de inspanningen van de hele havengemeenschap onze ecologische voetafdruk de voorbije tien jaar verkleind hebben, terwijl onze overslag en onze productie stijgen. Als community builder wil het Havenbedrijf bedrijven samenbrengen. Daarom trachten we samenwerkingen te smeden die nieuwe innovatieve toepassingen en technologieën zoals CCS & CCU (Carbon Capture & Storage / Carbon Capture Usage) ten gronde onderzoeken op haalbaarheid. Zo werd vorig jaar, in samenwerking met verschillende industriële partners, de aftrap gegeven van Antwerp@C, een grootschalig project dat de ontwikkeling van CO2-infrastructuur in de Antwerpse haven onderzoekt. Er wordt toegewerkt naar een concreet project dat kan ingediend worden bij het EU Innovation Fund. Dat fonds zal de komende 10 jaar naar verwachting 10 miljard euro ter beschikking hebben voor grootschalige projecten die de Europese industrie kunnen helpen de omslag naar een koolstofarme toekomst te maken. Ook de samenwerking met andere havens, waaronder North Sea Ports en Rotterdam, wordt verkend in het kader van een grensoverschrijdende CO2-infrastructuur, zodat de afgevangen CO2, getransporteerd en nadien ondergebracht kan worden in daarvoor aangewezen (lege) gasvelden.
Zo kan ik nog een hele reeks andere voorbeelden opsommen. Denk aan het zonnespiegelpark of het eerste industriële stoomnetwerk Ecluse dat werkt op de verbranding van afvalstoffen. Dat zorgt op jaarbasis voor een vermindering van maar liefst 100.000 ton CO2-uitstoot, hetgeen goed is voor zo’n 5% van de totale hoeveelheid van de Vlaamse groene warmteproductie. Er is het waterstofschip de Energy Observer, waarvoor we een eerste samenwerkingsovereenkomst tekenden met partners om een eerste power to methanol-demonstratieproject op te zetten (CO2 opvangen en omzetten in methanol). In de toekomst schakelen we onze eigen sleepboten om van diesel naar methanol. En recent gaven we in wereldprimeur de opdracht tot de bouw van de hydrotug: een sleepboot aangedreven door waterstof. We hebben daarvoor ook een vergroeningsprogramma uitgewerkt voor onze eigen vloot.
Het mag dus duidelijk zijn dat we als Port of Antwerp een pioniersrol spelen op het vlak van duurzaamheid en dat de transitie naar een circulaire en koolstofarmere economie hoog op de agenda staat. Samen met de industrie nemen we een voortrekkersrol op door innovatie aan te moedigen en groene investeringen in onze chemie en industrie toe te juichen en te faciliteren.”
Bereikbaarheid en mobiliteitSTERCK. De mobiliteit en bereikbaarheid van de haven staan onder druk. Een succesvolle haven is een goed bereikbare haven. Welke initiatieven mogen we op dat vlak verwachten?
Annick De Ridder: “De bereikbaarheid van de haven is top of mind. De haven van Antwerpen staat dan ook gekend als een motor voor innovatieve mobiliteitsoplossingen. Het ongelooflijke succes van de waterbus op de Schelde, waarvoor we Vlaanderen heel dankbaar zijn dat ze dit verder blijven financieren, is daar een voorbeeld van. Begin januari mochten we zo de één miljoenste passagier op de waterbus verwelkomen. Ook de fietsbus is een groot succes die het gebrek aan Scheldekruisingen mee opvangt. Daarmee kunnen werknemers gratis het Kanaaldok en de Schelde kruisen en vermijden ze een omweg van meer dan 25 kilometer. Zelfs in de vakantiemaanden vervoert de bus tussen de 10- en 12.000 gebruikers per maand.
We willen werknemers actief aanmoedigen om met de fiets naar het werk te komen en doen dat door een aanpak op maat. Een aanpak die duidelijk vruchten afwerpt, dat blijkt uit een bevraging door Port of Antwerp bij de grote industriebedrijven die samen zo’n 21.000 werknemers vertegenwoordigen, een derde van de werknemers in de Antwerpse haven. Op twee jaar tijd is het percentage fietsers gestegen van 6% naar 17%. Een bewijs dat onze investeringen op het vlak van fietsinfrastructuur lonen."
STERCK. Welke ambities zijn er op het vlak van modal shift?
De Ridder: “We willen de Oosterweel aangrijpen om hierin een versnelling te nemen. Voor het goederenvervoer hebben we de ambitie om tegen 2030 naar een daling van het goederenverkeer via de weg te gaan van 55% naar 43%. Het spoorvervoer willen we verdubbelen tot 15%. Het aandeel van de binnenvaart zou van 38% moeten stijgen naar 42%. Door onder andere het haven-en industriegebied op een directe manier te verbinden met de hoofdwegen is het Oosterweelproject in zijn geheel cruciaal voor de haven. Op die manier kunnen alle mogelijke goederen, chemische producten maar ook havenwerknemers zo snel als mogelijk van en naar het achterland worden vervoerd. We zetten ook volop in op de nachtlogistiek. Op dit moment zijn de terminals en de lege depots aan het Deurganckdok al 24 uur op 24 open op weekdagen. De sector is nu ook gestart met een proefproject op een 24u basis tijdens de weekdagen op de Noordzee en Europa terminal.”
De Churchill-site is met haar strategische ligging dé ideale locatie om de transitie in de Antwerpse chemiecluster te versnellen.
ZeebruggeSTERCK. Wat mogen we verwachten van de gesprekken over een samenwerking of fusie met de haven van Zeebrugge?
De Ridder: “De havenbesturen van Antwerpen en Zeebrugge hebben in oktober groen licht gegeven voor het opstarten van onderhandelingen met het oog op een gefaseerde opbouw van een mogelijke fusie. Deze beslissing werd genomen op basis van de bevindingen van een complementariteits- en robuustheidsonderzoek dat werd uitgevoerd door consultancybureau Deloitte en Laga.
Verregaande samenwerking, zo geeft Deloitte aan, maakt beide havens robuuster op bestaande domeinen, verankert werkgelegenheid en versterkt de rol in de regio en bij uitbreiding internationaal. Verregaande samenwerking laat daarenboven toe sneller en beter in te spelen op toekomstige uitdagingen zoals schaalvergroting, energietransitie, innovatie en digitalisering. Deloitte concludeert dat samenwerking enkel leidt tot een win-winsituatie voor beide havens indien ingezet wordt op verregaande integratie tussen beide havenbesturen. De bestuursmodellen van een holding of fusie werden daarom als enige weerhouden in het governanceluik van de opdracht.
We zijn bijzonder blij met het eindrapport van Deloitte en Laga dat tot een duidelijk advies is gekomen en waar we vanuit de beide havenbesturen ook gevolg aan geven door onderhandelingen op te starten. Die onderhandelingen voeren we niet in de media, maar aan tafel. De verwachting is dat het gehele traject een doorlooptijd van twee jaar zal kennen.”