Beter wonen, werken, (ver-)zorgen en leren. Door middel van een contextuele architectuur die via een systematische aanpak zorgvuldig wordt uitgedacht. Dat is het uitgangspunt van archipelago, een gerenommeerd architectenbureau met meer dan 120 medewerkers en vestigingen in Brussel en Leuven. Hoog tijd voor een uitvoerig gesprek over duurzaamheid en circulariteit met Iwein Meyskens, burgerlijk ingenieur-architect en managing partner.
Duurzaamheid wordt alsmaar belangrijker. In álle sectoren. “Bij archipelago nemen we dat heel ernstig. Als ontwerpers is onze verantwoordelijkheid immers groot. Zo’n 40% van de geproduceerde afvalstoffen is bouwgerelateerd. Dat zegt voldoende. Een gelijkaardig percentage geldt voor de wereldwijde CO2-uitstoot. Net daarom is de volledige levenscyclus van een gebouw zo belangrijk. En dat gaat verder dan de milieu-impact en het energiegebruik tijdens de gebruiksfase van de gebouwen. Je moet ook rekening houden met de ontginning van de ertsen, het vervoer, de productie, de levensduur, het onderhoud …”, zegt Iwein Meyskens.
Green Deal
“Onze bekommernis? Een goede programmatie rond wonen, werken, (ver)zorgen en leven. Daarom willen we met archipelago binnen ons vakgebied bijdragen aan het realiseren van de sustainable development goals (SDG, nvdr.) van de Verenigde Naties. Om dat te concretiseren, hebben we de Green Deal rond circulair bouwen ondertekend, én het klimaatondersteunende Sign for My Future onderschreven.”
Materialen hergebruiken
Grondstoffen hergebruiken of circulair bouwen, is niet nieuw. De Romeinen deden het eeuwen geleden al. “Sinds de Industriële Revolutie en de ontginning van materialen kregen we een ‘onbeperkte toegang’. Hierdoor ontstond er een nieuw verdienmodel waarbij producenten enkel winst boekten door nieuwe materialen te blijven gebruiken. Die gedachte moeten we nu stoppen. Helaas stellen we vast dat er in de wetgeving nog een aantal problemen zijn waardoor het hergebruiken van materialen niet zo evident is. Ik denk dan bijvoorbeeld aan garanties en aansprakelijkheden. Want als je materiaal geen duidelijke herkomst heeft, schiet de huidige wetgeving tekort.”
Een schoolvoorbeeld van circulair bouwen? Het Joseph Bracops Ziekenhuis in Anderlecht. Het volledige project volgt nauwgezet de principes van de circulaire economie. In de praktijk betekent dat lokale en duurzame materialen, omkeerbare ontwerpen (Reversible Building Design > 75%), het ‘zero energy’-principe en een doordachte montagebouw. “Elk bouwdeel heeft een individuele ingang waardoor het eenvoudig is om nieuwe afdelingen aan het gebouw toe te voegen of te verwijderen. Dat stelt ons ook in staat om de ziekenhuisinfrastructuur uit te breiden of te verkleinen. Bovendien is het daardoor mogelijk om sommige delen een compleet andere bestemming toe te wijzen die niets met zorg te maken heeft.”
Minder afval, meer nadenken
Een circulair gebouw start met een doordacht ontwerp. Dat is het speerpuntproject van onze duurzaamheidsadviseur ir-arch. Joost Declercq, welke we maximaal toepassen. “Eigenlijk moet je zo bouwen dat een pand meerdere levens kan hebben. Dat betekent dat je al in de ontwerpfase rekening moet houden met de organisatie van het gebouw, de hoogte van de verschillende verdiepingen, de oriëntatie, de inval van daglicht enzovoort. Want een gebouw na enkele decennia aanpassen, moet in principe met een minimum aan afval kunnen gebeuren. Door materialen opnieuw te valoriseren. Materialen die je niet meer kunt gebruiken, dien je een tweede leven te geven of te recycleren. Zo moet er minder gesloopt worden.”
Standaarden
archipelago werkt samen met VITO en KULeuven om de aanpasbaarheid van gebouwen te meten en wetenschappelijk onderbouwde methodieken te ontwikkelen. “We moeten naar meetbare standaarden evolueren”, gaat Iwein Meyskens verder. “In een levenscyclusanalyse krijg je dan zwart op wit te zien in welke mate je strategie effectief loont.”
Duurzaamheidsmeter
In openbare aanbestedingen van overheidsinstanties is de prijs vaak doorslaggevend. Dat is natuurlijk nefast voor de circulariteit. “Al is er een kanteling zichtbaar. Zo hanteert de Vlaamse Overheid nu een duurzaamheidsmeter in haar eigen projecten. Er is onder andere aandacht voor de flexibiliteit en aanpasbaarheid van het ontwerp. Dat is een stap in de goede richting. Zo evolueren we stilaan naar een hybride verhaal.”