Bij de overdracht naar de volgende generatie hopen veel ouders dat alle kinderen samen het familiebedrijf verderzetten. Maar dat is lang niet altijd de beste en meest realistische keuze. Bouwonderneming Vervoort uit Nijlen schakelde Kristof Cox van Deloitte in. Hij vertrok met een bemiddelingsproces vanuit ieders individuele ambitie om zo tot een gezamenlijke oplossing te komen. Voldoende tijd nemen voor het hele traject bleek een cruciale succesfactor.
Bouwonderneming Vervoort uit Nijlen heeft gedurende meer dan 40 jaar een sterke naam en faam opgebouwd in het Antwerpse. Doorheen de jaren is het familiebedrijf zich gaan richten op een totaalpakket in de woningbouw, met een complete service en correcte prijs-kwaliteitsverhouding. Tien jaar lang werkte het hele gezin met vader Staf, moeder Marina en de twee zonen Gerry en Kenny samen in het bedrijf. Maar zoals in elk familiebedrijf kondigt zich vroeg of laat een moment aan dat er keuzes gemaakt moeten worden over ieders toekomst binnen het bedrijf.
“Ik ben 43 jaar geleden samen met mijn vader het bedrijf begonnen,” zegt Staf Vervoort. “Ik was toen 21 jaar. Na 5 jaar heb ik de zaak overgenomen en was het voor 100 procent mijn bedrijf, al is mijn vader nog jarenlang actief gebleven tot hij uiteindelijk ziek werd. We zijn begonnen met algemene woningbouw en het bouwen van appartementen voor particulieren. Na een tijd zijn we ook gronden gaan kopen om er zelf woningbouwprojecten op te realiseren. Op het piekmoment werkten we met het hele gezin en 15 medewerkers in de verschillende bedrijven. Daarna hebben we dat bewust een stukje afgebouwd.”
STERCK. Jullie hebben twee zonen die beiden mee in de zaak zijn gestapt?
Staf Vervoort: “Gerry heeft 10 jaar in de zaak gewerkt. Kenny werkt er 15 jaar. Gerry is wat langer naar school gegaan. Hij deed in zijn vrije tijd ook de verkoop van designmeubelen. Later heeft hij zich vooral toegelegd op de restauratie ervan met zijn eigen bedrijf Dierbaar Design. Gerry zorgde voor de immobiliëntak, Kenny werkte op de werven zelf.”
STERCK. Op een gegeven moment wilden jullie zich als ouders terugtrekken uit de zaak?
Staf Vervoort: “Als je bijna 40 jaar gewerkt hebt, komt er een tijd dat je aan stoppen begint te denken. Een aantal jaar geleden zijn we via boekhoudkantoor RSM met Kristof Cox van Deloitte aan tafel gaan zitten om het opvolgingsvraagstuk te bespreken. Het was mijn droom om alle twee de kinderen te blijven betrekken in de zaak. Zo hebben we het ook een hele tijd gedaan. Maar op een bepaald moment heeft Gerry besloten dat hij toch liever zijn eigen ding wilde doen met Dierbaar Design, en dat hij wilde stoppen met het immobiliënverhaal.
Ik heb daar in het begin wel een aantal nachten van wakker gelegen. Het was moeilijk voor mij. Je hebt dat bedrijf al tientallen jaren, het is je levenswerk. Dan heb je een bepaalde toekomst in gedachten en uiteindelijk loopt het niet op de manier zoals je het gewild had. Maar al bij al heb ik me er vrij snel overgezet en gezegd dat Gerry moet doen wat hij graag doet. Ik heb er ook niet over gediscussieerd of ruzie over gemaakt. Dat heeft geen zin.”
De familie Vervoort is vertrokken vanuit de mens en niet vanuit de technische oplossing en dat is essentieel.
Bemiddelingsproces
STERCK. Kristof, hoe pak je zo’n opvolgingsverhaal aan?
Kristof Cox: “Door tijdig de vraag te stellen, hadden Staf en Marina al de eerste belangrijke stap gezet. Je moet je tijd nemen voor zo’n opvolgingsverhaal. Dat betekent dat je niet pas moet beginnen op het moment dat de ouders al effectief willen stoppen. Er was bij het eerste contact sprake dat Staf en Marina nog een jaar of vijf wilden werken. Even belangrijk was het inzicht dat ze het opvolgingsverhaal niet met hun vieren alleen konden doen. Zulke gesprekken zijn niet gemakkelijk om te voeren. Ze gaan over de essentie: wie zijn we, waar zijn we mee bezig, waar worden we gelukkig of ongelukkig van? Het is knap om de stap te durven zetten om daar hulp bij in te schakelen. Zeker omdat je dan toch een vreemde in je familie toelaat om te spreken over soms heel emotionele zaken.”
STERCK. Welke stappen zijn gevolgd?
Kristof Cox: “We hebben dat aangepakt volgens een methodiek die ik bij alle familiebedrijven toepas. We werken in verschillende fases. De eerste fase is een heel breed gesprek: wie ben ik, wat doe ik hier, wat loopt er goed en niet goed, wat zijn mijn dromen op korte en lange termijn? Waar komen we goed overeen en waar botsen we? Dat is belangrijk als je naar de toekomst wil kijken. Na een aantal van die gesprekken konden we in kaart brengen wat iedereen persoonlijk belangrijk vond. Ook de verschillen hebben we in kaart gebracht. We moesten een oplossing vinden, zowel voor het bedrijf als voor elk individu apart. Iedereen moest in de oplossing kunnen terugvinden wat hij of zij belangrijk vindt.
Er waren heel wat mogelijkheden. Het bedrijf kon overgaan naar de twee zonen. Maar wat is dan de taakverdeling? Hoe gaat dat lopen? We hebben het redelijk uitvoerig over die piste gehad en een heel concreet idee besproken. Maar er zijn natuurlijk ook heel andere pistes: we stoppen ermee, verkopen het bedrijf en ieder gaat zijn eigen weg. En je hebt de piste dat je het bedrijf kleiner maakt zodat één van de twee zonen het bedrijf kan verderzetten. We hebben telkens gekeken wat we daar goed aan vonden en wat eventueel zou wringen. We zijn daarbij vertrokken vanuit de mensen zelf. Waar haal ik mijn energie uit en wat vreet mijn energie? We hebben bijna twee jaar gedaan over die pistes en zijn veel in gesprek gegaan. Soms samen, soms ook individueel. En soms was er ook al eens de partner bij. Zo zijn we tot het inzicht gekomen wat wel en wat niet ging werken. Uiteindelijk is Gerry de katalysator geweest door te stellen dat hij echt wel voor zijn passie voor designmeubilair wilde gaan en dat hij zijn energie niet uit het bedrijf haalde. Het bleek voor hemzelf en voor de familierelatie beter dat hij die weg uitging.”
Keuzes maken
STERCK. Dat impliceert de belangrijke keuze om activiteiten af te bouwen. Geen gemakkelijke keuze?
Staf Vervoort: “Neen inderdaad. We waren er al stilaan mee bezig om het bedrijf wat af te bouwen, maar we waren er nog niet direct uit hoe we dat gingen doen. Op een bepaald moment is het vrij snel gegaan en is Gerry uit de zaak gestapt. Kenny wilde het bedrijf wel verderzetten. Maar je kan in de praktijk moeilijk zeggen: ‘Kenny hier is het bedrijf’. Er zit onder meer een bedrijfspand in dat aan de hele familie toekomt. Je kan moeilijk de ene alles geven en de andere niets.”
Tijd nemen en externe begeleiding
STERCK. Hoe kijken jullie terug op het bemiddelingstraject dat jullie doorlopen hebben?
Marina Vervoort: “Kristof Cox was niet emotioneel betrokken bij het gezin en dat is een voordeel. Want je blijft natuurlijk wel een gezin. Als er een buitenstaander bij zit is dat toch anders. En het is goed dat we dat hele proces traag genoeg aangepakt hebben.”
Gerry Vervoort: “Ik vond het knap gedaan van Kristof dat hij de situatie altijd heel goed kon overzien en een goede kijk had op alle vier onze persoonlijkheden. Hij sprak iedereen apart en daarna communiceerde hij dat naar de groep, waarbij hij heel goed kon verwoorden wat iedereen zelf dacht, maar daarom niet meteen onder woorden kon brengen. Hij was een heel goede moderator in dat gesprek. Die rol heeft hij heel goed gespeeld.”
Kenny Vervoort: “Voor mij was het nooit een punt dat ik iets anders wilde doen. Ik wist dat ik in het bedrijf zou blijven, dus voor mij was dat gemakkelijker. Ik zat er gewoon bij om het zo te zeggen. Voor mij hadden die gesprekken misschien minder impact, maar het heeft ons wel goed vooruitgeholpen en dat is het belangrijkste.”
Iedereen moest in de oplossing kunnen terugvinden wat hij of zij belangrijk vindt.
Staf Vervoort: “De volgende stap is dat alles afgehandeld wordt, daar zit Kenny nu wel een beetje op te wachten. Ik ga niet meer mee naar de werven. Kenny doet de volledige begeleiding alleen. Ik ben er als hij me nodig heeft, maar hij trekt zelf zijn plan. Hij is er nu op uit dat het bedrijf volledig van hem is en dat hij op zijn eentje verder kan. Dat moet volgend jaar in orde komen. We maken nu een inventaris op van alle eigendommen in het bedrijf: de vrachtwagens, bestelwagens, kranen, materialen … Die gaan naar de twee kinderen maar zij moeten zelf onder elkaar uitmaken wie wat krijgt. Gerry heeft immers ook zijn eigen bedrijf met Dierbaar Design. Ze zijn oud genoeg daarvoor en als broers kennen ze elkaar goed genoeg.”
Kristof Cox: “Voor mij is een belangrijke les uit heel het verhaal dat je het stap voor stap moet doen en niet overhaast. Het is heel gezond om daar een aantal jaar over te laten gaan. De familie Vervoort is vertrokken vanuit de mens en niet vanuit de technische oplossing en dat is essentieel. Die technische oplossing komt op het einde en niet op het begin. Te veel familiebedrijven vertrekken vanuit het punt wat ze technisch, juridisch en fiscaal moeten doen en dan zien ze wel of iedereen daar gelukkig mee is. Maar dat is niet de juiste volgorde. Van Staf onthoud ik ook dat de ouders de kinderen altijd gelijk willen behandelen, maar het is in eerste instantie voor de kinderen belangrijk om zelf te weten wat ze willen en daar hun eigen ding in te doen. Ook voor andere familiebedrijven kan dat een belangrijke les zijn."
Marina Vervoort: “Dat is zo. Als uiteindelijk iedereen maar gelukkig is. We komen nog altijd overeen en kunnen nog allemaal door dezelfde deur.”