Bij de overdracht van het familiebedrijf komt meer kijken dan alleen de fiscaal-juridische uitwerking. Op het einde van het generatiewisseltraject moet elk familielid achterblijven met het gevoel eerlijk en gelijk behandeld te zijn. Een familiecharter kan hierbij de katalysator zijn om het noodzakelijk overlegproces, voorafgaand aan de bedrijfsoverdracht, op gang te trekken. Luc Eberhardt (Deloitte), Caroline De Backer (Deloitte) en Koen Hendrix (VKW Familiebedrijven) lichten aan de hand van het verhaal van Theo Boons een aantal van de belangrijkste aandachtspunten toe.
Wanneer de ondernemende familie een familiecharter opmaakt, wordt zij geconfronteerd met potentiële toekomstige discussies tussen familieleden in de context van het aandeelhouderschap en de samenwerking in het familiebedrijf. Denk maar aan verloning van familieleden, gebruik van bedrijfsactiva, wat bij ziekte van een familiale medewerker, het al dan niet aanvaarden van stille vennoten … Rond deze topics moet de familie trachten een consensus te vinden, die opgenomen kan worden in hun familiecharter.
Een charter heeft enkel nut indien alle betrokken partijen hiervan ook overtuigd zijn en met een constructieve houding aan tafel zitten. Openheid, communicatie en transparantie zijn dan ook de basisspelregels om het proces van een charter goed te laten verlopen. Soms is de dialoog belangrijker dan de uiteindelijke beslissing.
Alle huidige en potentiële toekomstige aandeelhouders zitten mee aan tafel. Potentiële toekomstige aandeelhouders zijn doorgaans de kinderen van de eigenaar-ondernemers, ongeacht of zij in het bedrijf actief (zullen) zijn. Bij de opmaak van het familiecharter van Theo Boons zaten ook Mathias en zijn zus Leni aan tafel, beiden (nog) niet actief in het familiebedrijf. De niet-actieve kinderen in het familiebedrijf kunnen vaak van de ene dag op de andere mede-aandeelhouder worden bij het plotse overlijden van een ouder. Op dat moment zijn actieve en niet-actieve kinderen op elkaar aangewezen. In het belang van de continuïteit van het familiebedrijf is het dus van belang om goed geïnformeerde (toekomstige) aandeelhouders te hebben.
Gesprekken rond generatiewissel kunnen doorslaggevend zijn
Wanneer ondernemende ouders aangeven dat ze een stap willen terugzetten, starten de gesprekken hieromtrent niet meteen op. Met een overvolle operationele agenda heeft een ondernemende familie soms een duwtje nodig om dit proces te initiëren. Het familiecharter kan daarbij helpen, wat ook het geval was bij de familie van Theo Boons. Zeker wanneer er meerdere kinderen in het bedrijf (zullen) werken, is het des te relevanter om op voorhand goed door te spreken of deze broers/zussen wel op een goede, constructieve manier zullen kunnen samenwerken. Aangezien de kinderen Boons met vier zijn, waren deze gesprekken dus allesbehalve overbodig.
De familiecharterworkshops helpen met inzicht geven in elkaars visie omtrent diverse topics, gaande van operationele aspecten, elkaars strategische visie en de omgang met het familiaal vermogen. Tijdens deze workshops zijn familieleden ook vaak (positief) verrast over de standpunten van hun familieleden. Door zaken bespreekbaar te maken, vermijdt dit proces verrassingen in de toekomst. De begeleiding door een neutrale expert draagt er ook toe bij dat typische familiale patronen doorbroken worden (bv. de jongste weet nog niet zoveel over het bedrijfsleven, een autoritaire moeder of vader die introverte familieleden steeds overstemt …).
Als gevolg van een familiecharter wordt dikwijls een familieraad opgericht. Dit is een niet-juridisch overlegorgaan waarin de ondernemende familie samenkomt in de context van het familiebedrijf. In de familieraad wordt op een informele manier informatie van het bedrijf gedeeld. Bij de familie Boons is deze familieraad in eerste instantie organisch ontstaan als gevolg van de familiecharter-workshops. Tijdens de nabesprekingen zijn zij nog dieper ingegaan op de potentiële toekomstige samenwerking van de kinderen. Deze gesprekken bleken uiteindelijk ook doorslaggevend te zijn voor Mathias om de stap naar het familiebedrijf te zetten.
Span de kar niet voor de paarden
De juridisch-fiscale overdracht is niet het begin van dit proces, maar wel de finale stap. Wanneer meerdere familieleden uit de volgende generatie uiteindelijk het engagement tonen om effectief samen de fakkel over te nemen, zijn er een aantal essentiële punten waarover grondig gesproken moet worden, vooraleer een effectieve overdracht van de aandelen te initiëren.
Een eerste aspect is de pensioenbehoefte van de ouders. Het familiebedrijf is vaak een substantieel vermogensbestanddeel van de ondernemers, maar hun levensstandaard dient uiteraard gegarandeerd te worden na de aandelenoverdracht. Hier stelt zich dan vaak de vraag: schenken of verkopen? Daartegenover staat dan natuurlijk het vraagstuk van de betaalbaarheid door de aanstormende generatie.
Een tweede aspect is het leeftijdsverschil tussen de opvolgers en het verschil in jaren ervaring en inzet in het familiebedrijf. Bij de familie Boons spelen beide dynamieken. Enerzijds zijn er twee zoons die al jaren actief zijn en mee hebben gebouwd aan de mooie groei van het familiebedrijf. In dit geval is het dan ook logisch dat zij bij een aandelenoverdracht erkenning nodig hebben voor hun verwezenlijkingen in het verleden. Anderzijds is er de jonge dochter die nog student is en gezien haar leeftijd niet de kans had om al die jaren ervaring op te bouwen en nog tijd nodig heeft om te beslissen of ze al dan niet in het familiebedrijf wilt komen werken. Een ‘gelijke’ behandeling betekent in deze omstandigheden dus niet: voor ieder dezelfde regeling uitwerken. Een behandeling is slechts gelijk of rechtvaardig wanneer elk individu die ook zo percipieert.
De familiale overdracht is met andere woorden geen zwart-witverhaal en behoeft zeker de nodige voorafgaande gesprekken. Vanaf het moment dat alle familiale aspecten in kaart zijn gebracht, is de familie klaar om begeleid te worden in de technische (fiscale, financiële en juridische) uitwerking van de familiale overdracht.