Hoogstraten, Rijkevorsel en Wuustwezel delen een uitgesproken plattelandskarakter en heel wat uitdagingen met elkaar. Tegelijk hebben ze hun eigen ambities en zijn ze ook trots op wat hen van elkaar onderscheidt. Burgemeesters Marc Van Aperen (Hoogstraten), Dorien Cuylaerts (Rijkevorsel) en Dieter Wouters (Wuustwezel) getuigen over landbouw, industrie, handelskernen en mobiliteit én werpen een blik op de toekomst van hun gemeenten als deel van een sterke regio.
STERCK. Jullie gemeenten hebben een lange traditie van land- en tuinbouw. Hoe doen die sectoren het vandaag?
Dorien Cuylaerts: “We delen inderdaad het landelijke met elkaar. Onze drie gemeenten zijn echte landbouwgemeenten. De grote ontwikkelingen in de landbouwsector zie je over de gemeentegrenzen heen. Het aantal landbouwbedrijven neemt af maar de omvang van de resterende ondernemingen neemt wel toe. In Rijkevorsel is deze sector vooral goed vertegenwoordigd door grote glastuinbouwbedrijven. Ook de kippenkwekerijen zaten de afgelopen jaren in de lift.”
Dieter Wouters: “Een plattelandsgemeente omvat natuurlijk meer dan landbouw alleen. Ook natuur en recreatie zijn belangrijk in Wuustwezel. Maar landbouw is vandaag nog een belangrijke economische sector. Zoals mijn collega zegt was dat vroeger meer dan vandaag het geval. We stellen dan ook vast dat het aantal bedrijfszetels daalt. Net zoals bij onze buren in Rijkevorsel staat daartegenover dat wie blijft, groeit. Vooral de veeteelt is sterk aanwezig in onze gemeente.”
Marc Van Aperen: “Hoogstraten is natuurlijk gekend om zijn tuinbouw. We hebben een aantal grote bedrijven in deze sector die op ons grondgebied miljoeneninvesteringen doen. Ook de Coöperatie Hoogstraten, de vroegere ‘veiling’, staat internationaal gekend als de ‘Home of Quality’. In totaal zijn er een 230 tuinbouwers lid van deze coöperatie. Het afgelopen jaar realiseerden zij in moeilijke omstandigheden een omzetstijging van 240 miljoen naar 295 miljoen euro.”
Het overkoepelende verhaal van dit alles is de herinrichting van het centrum met een focus op beleving, wandelaars en fietsers. We geloven er sterk in dat dit op termijn ook ten goede komt van onze horeca en handelaars.
“Naast de internationale allures van de tuinbouwsector in onze gemeente zetten we met het platform ‘OogstStraten’, waarbij bedrijven, organisaties, burgers en de stad samenwerken, ook in op duurzame voedselsystemen en korte ketens. Daarnaast is ook de landbouw sterk aanwezig in Hoogstraten met grote koeien-, kippen-, en varkenskwekerijen.”
Industrieterreinen en handelskernen
STERCK. Hoe ziet het economisch landschap van jullie gemeenten er verder uit?
Wouters: “Als kleine, landelijke gemeente hebben we natuurlijk geen grootschalige infrastructuur voor industrie en kmo’s. We hebben een viertal, kleine bedrijventerreinen. Ik moet toegeven dat de omliggende gemeenten de afgelopen jaren daarin meer hebben geïnvesteerd dan wijzelf hebben gedaan. Dat zorgt ervoor dat de bedrijven die groeien hun gading minder vinden in Wuustwezel. Daar ligt een grote uitdaging, des te meer omdat we geen ruimte op overschot hebben voor dergelijke zones.”
“Daarnaast is het centrum van Wuustwezel ook de belangrijkste handelszone van de drie dorpskernen die onze gemeente telt. Daar zijn heel wat handelszaken gevestigd, met name langs de Bredabaan. We hebben op dit moment nog niet echt een winkelwandelcentrum zoals Hoogstraten dat wel heeft, maar daar werken we hard aan.”
Van Aperen: “Hoogstraten is inderdaad voor veel mensen in de regio het belangrijkste winkelcentrum. Ik zeg vaak dat we een landelijke gemeente zijn met een stedelijk centrum. Het is hier aangenaam winkelen en op onze terrassen is het fijn vertoeven. We zetten daar vandaag expliciet op in.”
“Onze gemeente telt ook enkele van de grootste scholen in de omgeving. In totaal lopen hier 3875 jongeren school en tellen we ook 1100 cursisten in ons deeltijds kunstonderwijs. Samen met het woonzorgcentrum en de andere diensten zorgt dit ervoor dat het stadsbestuur met 430 medewerkers de grootste werkgever is van de gemeente.”
“Verder vind je in Hoogstraten drie lokale kmo-zones en twee regionale bedrijventerreinen waaronder de transportzone Meer, die deel uitmaakt van het Logistiek Centrum Hazeldonk-Meer. Dat ligt voor de helft op Nederlands grondgebied. In totaal zijn deze zones bijna 340 hectaren groot. Je vindt er zowel eenmanszaken als logistieke ondernemingen, productiebedrijven en ambachten.”
Cuylaerts: “Industrie en bedrijven hebben zich door de jaren heen verspreid in Rijkevorsel. Vandaag vinden veel ondernemers een plek in onze vier kmo-zones. Daarnaast hebben wij natuurlijk het grote voordeel dat het kanaal Schoten-Turnhout-Dessel langs onze gemeente loopt. Daar zijn een aantal belangrijke, historische industriesites gelegen die ook vandaag nog intensief gebruikt worden. Vandaag kijken we naar die kanaalzone als een potentiële locatie om lokale handel en toerisme verder uit te bouwen. Met het handelspark Vreebos realiseerden we de afgelopen jaren een prachtig winkelcentrum met regionale uitstraling. Hier hebben zowat alle grote ketens een filiaal.”
STERCK. Jullie hebben kort reeds een aantal van jullie huidige projecten rond lokale economie aangehaald. Wat zijn tijdens deze legislatuur de belangrijkste speerpunten binnen dit beleidsdomein?
Van Aperen: “We ontwikkelden recent de nieuwe industriezone ‘De Kluis’. Dat terrein was bliksemsnel uitverkocht. Verschillende bedrijven uit onze buurgemeenten trekken er naartoe of vestigden zich er reeds. Als alles klaar is, zullen er 60 bedrijven te vinden zijn, voornamelijk kmo’s, die samen werk zullen verschaffen aan zowat 1200 mensen. De Kluis wordt een duurzame bedrijvenzone waar we verschillende hectaren vrijwaren voor groene zones, aandacht besteden aan waterhuishouding en voor duurzame energie zorgen door een warmtenet.”
“In het centrum hebben we sterk ingezet op de ondersteuning van onze handelaars en horeca. We zetten ook het bourgondisch imago van Hoogstraten internationaal in de kijker met een nieuwe city marketing-strategie”
Mijn persoonlijke ambitie is om meer in te zetten op een sterke regiovorming. Ik geloof dat we het economische verhaal en de ondersteuning van bedrijven regionaal moeten bekijken.
Cuylaerts: “We hebben de afgelopen periode erg hard ingezet op digitalisering en informatiedoorstroming voor onze handelaars. In dit kader ontwikkelden we onder andere de 2130-app. Iedereen die de applicatie downloadt, heeft toegang tot informatie met betrekking tot onze gemeente. Ook onze ondernemers kunnen zich hier registreren en ermee met een breed publiek communiceren. Ook de cadeaubonnen die je kan gebruiken bij onze lokale handelaars, kan je via deze app downloaden. We krijgen bijzonder goede feedback op dit initiatief.”
“Daarnaast zijn we recent ook een project gestart met een detailhandelcoach. Dit moet in de nabije toekomst resulteren in een strategisch commercieel plan zodat we toekomstige aanvragen snel en doeltreffend kunnen analyseren en evalueren op hun haalbaarheid.”
Dieter Wouters: “Zoals ik zei, willen we best wat meer bedrijven aantrekken maar hebben we daarvoor geen hectaren grond beschikbaar. Eén van de belangrijkste punten in deze huidige legislatuur is daarom de verdichting van onze kmo-zones. We streven naar kwalitatieve zones en een efficiënt gebruik van de beschikbare ruimte.”
“In onze kern werken we hard aan een overstap naar slow shopping. In het verleden, en dat is nu ook nog vaak het geval, reden mensen vaak snel binnen en buiten. Vandaag werken we aan een winkelwandelcentrum en dat doen we via ruimtelijke ordening. Zo waren we de eerste gemeente die een bouwpauze inlaste, nadat we bijzonder veel aantrek hadden van bouwpromotoren en projectontwikkelaars. Tijdens deze pauze voerden we een studie uit. De resultaten van die studie geven vandaag onze kern vorm.”
Ruimtelijke ordening en regiovorming
STERCK. Dat is wat jullie vandaag bezighoudt, en dat is al heel wat. Maar welke ambities hebben jullie voor de toekomst?
Cuylaerts: “Er staan een aantal grote projecten op til in Rijkevorsel. Zo werken we aan een vernieuwde sport- en recreatiezone en zullen we in de toekomst op de site van de voormalige steenbakkerij Sas, die we in 2011 aankochten, handelsruimten, horeca, woongelegenheden en een mooi park realiseren. Op die manier willen we ook een impuls geven aan lokaal toerisme.”
Van Aperen: “Hoogstraten zal in de toekomst inzetten op de ontwikkeling van een nieuw sportpark en een cultuurhuis. Verder willen we onze stad vergroenen en duurzamer en aangenamer maken. Dat willen we doen door een groene long te creëren van het cultuurhuis tot aan de Vrijheid en zelfs tot aan sportpark Wereldakker. De herinrichting van ons stadscentrum moet de focus plaatsen op beleving, wandelaars en fietsers. We geloven er sterk in dat dit op termijn ook ten goede komt aan onze horeca en handelaars.”
Wouters: “Onze ambities zijn vooral om met kleine ingrepen veel te realiseren. Daarnaast hebben we grote investeringen vastgelegd in fietspaden. Dit moet bijdragen aan de ambitie om onze handelskern aantrekkelijker te maken om te kuieren. Er staan ook investeringen in een volledig nieuw sportpark en onze scholen op de agenda.”
“Mijn persoonlijke ambitie is om meer in te zetten op een sterke regiovorming. Ik ben niet de grote uitdrager van fusies maar ik geloof wel dat we het economische verhaal en de ondersteuning van bedrijven regionaal moeten bekijken. Nieuwe bedrijventerreinen zijn nodig, maar een regiobalans is interessant op dit vlak.”
De grote ontwikkelingen in de landbouwsector zie je over de gemeentegrenzen heen. Het aantal landbouwbedrijven neemt af maar de omvang van de resterende ondernemingen neemt wel toe.
Mobiliteit
STERCK. Dit zijn stuk voor stuk mooie plannen. Zijn er ook dingen die jullie ’s nachts wakker houden?
Wouters: “Die zijn er zeker. Onze baseline is ‘Ruimte Voor Leven’. We merken dat dit toch onder druk komt te staan door het verkeer, de landbouw met het toenemende aantal megastallen en de 250 nieuwe inwoners die we jaarlijks mogen verwelkomen. Alles heeft zijn plek in onze gemeente, maar dat zorgt voor een moeilijke balans.”
Van Aperen: “Dat is een uitdaging waar iedereen hier aan tafel mee te kampen heeft. Dat, en mobiliteit. Het verkeer in ons centrum, met de zware vrachtwagens en tractoren die dwars door de kern rijden, is onze grootste uitdaging. Maar we pakken dat aan, om te beginnen door een goede analyse te maken en een mobiliteitsplan te realiseren. En verder door in overleg te gaan met onze inwoners, zodat we draagvlak creëren voor duurzame oplossingen op lange termijn.”
Cuylaerts: “Ik sluit me aan bij mijn collega’s. Eén van onze grootste troeven is onze ligging. Maar het is ook dat wat voor de grootste problemen zorgt. Er komt heel veel vrachtverkeer door ons centrum langs de weg die de E34 met de E19 verbindt. Dat zet toch wel wat druk op onze horecazaken én de leefbaarheid in onze gemeente.”