Technisch kapitaal

In een oververhitte arbeidsmarkt zijn de technische profielen zo mogelijk nog moeilijker in te vullen dan andere. Geysen uit Westerlo specialiseert zich al dertig jaar in de uitbesteding van technische profielen. Het richtte onder meer de Geysen Academy op om nieuwe profielen aan te trekken en medewerkers aan zich te binden. Bijgestaan door CEO Jef Rymen blijven oprichters Alex Geysen en Monique Maes nieuwe manieren zoeken om de kennis en expertise van hun mensen in de markt te zetten.

Alex Geysen startte zijn loopbaan in de recyclagesector. Hij werkte eerst voor een invoerder van recyclagemachines en engageerde zich daarna bij Groep Stevens in Brussel waar hij doorgroeide tot onderhoudsveranwoordelijke. “Ik wilde met dat bedrijf ook voor derden gaan werken en allerlei extra’s aanbieden, maar de toenmalige eigenaar zag dat niet zitten. Toen hij in 1993 met pensioen ging, ben ik gestopt en zelf die activiteit gestart”, vertelt Alex Geysen. “Industrieel onderhoud uitbesteden, dat bestond in die tijd nog niet. Ik trok met mijn gereedschapskist naar de industrie, maar dat was niet evident. We zijn daarom gestart met het uitvoeren van projecten en dat liep wel meteen vrij goed. In ons tweede jaar wierven we onze eerste werknemer aan. Een half jaar later onze tweede. De kelder van ons huis, waar we onze werkplaats hadden, was al snel te klein. We zijn dan een werkruimte gaan huren in het bedrijvencentrum in Geel. In 1994 stonden we voor de eerste keer op de Maintenance Beurs in Antwerpen, waar we bedrijven zoals DAF en Metallo Chemique leerden kennen. En dan is ons verhaal snel beginnen groeien.” 

Monique Maes: “Ik kom uit een familie van zelfstandigen. Alex was nooit thuis en een goed loonbriefje had hij in die tijd ook niet bij (lacht). Dan kan je beter voor jezelf beginnen werken. Ik heb een achtergrond in sport en kinesitherapie maar ik heb van in het begin de hele administratie op mij genomen en alles zelf uitgezocht. Via presentaties op RTV en regionale krantjes kwam ik aan telefoonnummers van bedrijven. Die belden we dan op. Het was echt pionierswerk.” 

Eén aanspreekpunt

STERCK. Op een gegeven moment zijn jullie geëvolueerd naar industrieel onderhoud?

Alex Geysen: “We deden veel projecten, vooral in de recyclagesector. Met de financiële crisis in 2009 werd dat verschrikkelijk moeilijk. Daarvoor waren we met twee aanbieders voor een opdracht en verdiende iedereen goed zijn boterham. Na 2009 stonden we met 15 aanbieders en scheurde je je broek. Gelukkig waren we toen al gestart met industrieel onderhoud en is daar de klemtoon komen te liggen.” 

Maes: “In de bouw bestond toen al het concept van één aanspreekpunt en een sleutel-op-de-deuroplossing. Het was ons idee om dat in de industrie toe te passen voor elektrisch en mechanisch onderhoud, sturing, hydraulica … Alles in één totaalpakket. We waren toen één van de eersten om dat te doen.” 

We stellen de kennis en ervaring van onze techniekers ten dienste van onze klanten en zorgen dat hun productieapparaat blijft draaien.

Jef Rymen: “Tot op vandaag ligt de focus van Geysen heel sterk op industrieel onderhoud. We stellen de kennis en ervaring van onze techniekers ten dienste van onze klanten en zorgen dat hun productieapparaat blijft draaien. Dat kan in de verschillende domeinen van onderhoud. In sommige bedrijven zijn we een versterking van hun technische dienst, in andere zijn wij zelf de technische dienst. We doen dat over heel België. We concentreren ons op de industrie, al werken we af en toe bijvoorbeeld ook in een automatisch magazijn. We zijn vandaag met een ploeg van 180 mensen, waarvan 150 techniekers. Die staan zo goed als allemaal op de payroll. Dat is heel belangrijk omdat je op manier een band kan creëren. We hebben intussen zes vestigingen en zijn sinds 2018 ook actief in Wallonië.”

Geysen Academy

STERCK. De Geysen Academy is een belangrijk uithangbord. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?

Geysen: “Onze Academy is in eerste instantie opgericht om onze eigen techniekers continu bij te scholen vanuit een praktische invalshoek. Veel opleidingen zijn te academisch. De Academy is een aantrekkingspool voor nieuwe techniekers. En we stellen die nu ook beschikbaar voor bedrijven die hun techniekers willen bijscholen en om schoolverlaters verder op te leiden.”

Rymen: “We beschikken hier in een apart gebouw over een aantal leslokalen met technische uitrustingen. Het zijn een soort minifabriekjes. Je kan er dingen vastnemen, zien bewegen, cursisten kunnen onderdelen los- en vastdraaien. Dat kan je in een productieomgeving niet zomaar doen. We hebben zelfs een miniatuur fabriekstraat waar fouten in gestoken worden die de cursisten er dan moeten uithalen. We bieden ook verschillende niveaus van opleiding: van basis tot gevorderde in specialisaties zoals elektriciteit, mechanica, storingstechnieken, PLC …”

Maes: “De opleidingen worden steeds in korte praktische modules gegeven. Vandaag volgt iemand les en morgen kan hij/zij dat toepassen bij een klant.”

Geysen: “De start van de Academy is er uiteraard gekomen om mensen aan te kunnen trekken. Maar ook om ze te kunnen behouden. Een technieker kan vandaag overal starten, er is massaal veel vraag. Daarom moet je iets meer kunnen bieden dan alleen maar een goed loon, een auto, een groepsverzekering en dergelijke. Uiteraard hebben onze jongens dat ook allemaal. En een zeer mooie gereedschapskoffer waar ze fier op zijn. Maar de techniek evolueert vandaag in een sneltreinvaart en je moet je mensen begeleiden, anders kunnen ze straks niet meer mee. Iemand die vandaag mechanieker is, krijgt bij ons elektriciteit en wordt zo elektromechanieker. Dan verdient die persoon iets meer en wordt hij ook iets duurder verkocht. Vervolgens kan hij stappen zetten naar PLC- en storingstechnieker. Telkens met een bijhorende loonsverhoging. Daar zijn de jongens geïnteresseerd in. Op die manier is onze Academy een grote hulp in de strijd om talent.” 

STERCK. Jullie gaan ook ter plaatse met een speciaal ingerichte Academy Trailer. Dat is meer dan een sexy gimmick?

Rymen: “In onze Academy Trailer staat een volledige installatie die we vlak voor corona aangekocht hebben. Met die Trailer gaan we naar onze verschillende vestigingen en onze klanten om ter plaatse mensen op te leiden. Voor sommigen is het te ver om naar Westerlo te komen. Naast onze Trailer hebben we ook nog een aparte unit in een bestelwagen. Zo kunnen we op drie manieren opleidingen geven: in onze Academy, via onze bestelwagen of met onze truck.” 

Spin-off CCB

STERCK. Waarom besteden bedrijven hun onderhoud uit?

Geysen: “Daar zijn verschillende redenen voor. De belangrijkste reden is wellicht omdat ze de mensen zo moeilijk kunnen vinden. Maar ook omdat ze bepaalde techniekers niet permanent nodig hebben. Of om tijdelijk bepaalde specialisaties in huis te halen. Sommige van onze grote klanten hebben het écht heel moeilijk om techniekers aan te trekken. Techniekers werken daar ook vaak slechts aan enkele machines. Bij ons krijgen ze een breed scala van toestellen om aan te werken met veel afwisseling. Zo leren ze veel meer. De tijden dat een technieker bij een bedrijf start en daar ook met pensioen gaat, zijn lang voorbij. Onze jongens zien ook graag uitdagingen. Daarom hebben we trouwens een innovatie-afdeling opgericht. Als we een probleem zien bij een klant, zoeken we een oplossing en proberen we dat ook aan te bieden aan andere klanten. Onze spin-off CCB is daar een goed voorbeeld van.” 

De techniek evolueert vandaag in een sneltreinvaart en je moet je mensen begeleiden, anders kunnen ze straks niet meer mee.

STERCK. Leg eens uit wat CCB doet?

Geysen: “Dat is begonnen met een openbare aanbesteding van de Intercommunale in Geel die een bepaald probleem had. Wij hadden daar de perfecte out-of-the-box oplossing voor uitgewerkt, maar het paste niet binnen de aanbesteding. We vonden onze oplossing nochtans echt innoverend, zijn naar het patent­enbureau getrokken en hebben ze gepatenteerd. Vandaag staan we zo ver dat we een eerste project gaan uitvoeren bij Tessenderlo Chemie. Ook op andere plaatsen zijn onderhandelingen lopende.” 

Rymen: “Het gaat om een nieuw concept voor een klassieke transportband. Die bestaat traditioneel uit een band, een aandrijving en lagers. Dankzij de uitvinding van Alex is er geen enkele lager meer. De band gaat over een vlakke plaat in een gesloten systeem. Het voordeel is dat er niets afvalt. Vandaar ook de naam Clean Conveyer. Het is veel properder en minder arbeidsintensief. We hebben hier een proefopstelling staan waar vijf jaar aan gewerkt is. We zijn nu klaar om de markt te veroveren.” 

STERCK. Een ander nevenproject van Geysen is Techniekers zonder Grenzen?

Maes: “Onder die naam doen we projecten in de derde wereld. Sommige van onze mensen besteden daar hun vrije tijd, verlof of overuren aan, en ze worden door ons ondersteund. We zorgen dat ze er geraken en betalen hun verblijf en materialen. Onze jongens vinden dat geweldig. We zijn er in 2018 mee begonnen. Het heeft tijdens de coronapandemie stilgelegen, maar nu willen we die draad opnieuw oppikken. Het verstrekt ook het samenhorigheidsgevoel binnen de groep. Daar werken we trouwens ook op andere manieren aan. Zoals met een maandelijkse Hotdog Friday in elke vestiging. Eén van de mannen bakt dan. Er komt heel wat volk op af.”

Personeelstekort

STERCK. In een gloeiendhete arbeidsmarkt is personeel vinden ook voor jullie een uitdaging?

Rymen: “Het is met voorsprong de grootste uitdaging. We hebben momenteel meer dan 30 vragen van klanten openstaan. Maar ook wij moeten de mensen vinden. We werken met recruiters en volgen onze mensen zeer kort op. We gaan ook regelmatig bij onze klanten op bezoek om naar onze techniekers te luisteren en betrokkenheid te creëren. We gaan ons de komende tijd trouwens buigen over de vraag of we nieuwe techniekers kunnen maken van mensen die een totaal ander beroep hebben.” 

Maes: “Ik ben ook vragende partij om meer vrouwen aan te spreken. Dat is echt een vergeten groep binnen de techniek. Op 30 jaar tijd hebben we slechts twee vrouwelijke techniekers in dienst gehad. Dat moet beter kunnen. Men moet ook stoppen met neer te kijken op het beroep van technieker. Als je ziet wat onze mannen kunnen en doen: dat is bewonderenswaardig. En het is niet altijd makkelijk of proper werk. We denken ook na of we mensen uit het buitenland naar hier kunnen halen. Nu zijn het vooral autochtonen of allochtonen die goed geïntegreerd zijn en de taal spreken. Vooral dat laatste is belangrijk omdat onze mensen vaak alleen bij een klant werken. Op vlak van veiligheid is taal een heel belangrijk issue. Al denk ik dat we meer en meer naar het Engels als voertaal zullen evolueren.”

Geysen: “Ik ben er sterk van overtuigd en ga daar in onze raad van bestuur ook voor pleiten om mensen te zoeken in het buitenland. Straks sta je immers voor de keuze: of je hebt een Engelstalige kracht of je hebt niemand. We moeten er goed over nadenken en bekijken hoe we dat best aanpakken. Ik heb daar intussen ook een paar experts over gecontacteerd om te kijken wat kan en wat niet kan en hoe we dat moeten aanpakken. We zullen zien wat we daarmee doen. Maar ik denk persoonlijk dat er geen keuze is, anders gaan we ons hopeloos vastrijden.” 

Externe CEO en raad van advies

STERCK. Jullie werken als familiebedrijf al enige tijd met een externe CEO?

Geysen: “Twee van onze vier kinderen werken in het bedrijf, maar niet in leidinggevende functies. We zijn altijd een Platobedrijf geweest waar je peters en meters hebt die je ondersteunen in verdere groei. Twee van hen waren de eerste externen in onze raad van bestuur. Na verloop van tijd zijn er een aantal wissels geweest. De behoeften veranderen ook doorheen de jaren. Met onze raad van bestuur hebben we onze eerste externe CEO aangenomen. Wij zijn ondernemers, geen managers. Ergens kom je aan een plafond. Intussen hebben we enkele keren van CEO gewisseld. We hebben ook moeilijke periodes gekend. Onze vorige CEO is na een half jaar plots overleden. Na hem is Jef Rymen aan boord gekomen en daar zijn we erg blij mee.” 

Rymen: “Ik ben 35 jaar actief in de industrie, voornamelijk in de industriële automatisering en ben ingenieur van opleiding. Ik heb eerst 20 jaar bij Egemin gewerkt en daarna voor de Human Capital Group. De laatste zes jaar was ik bij Imtech verantwoordelijk voor de tak industrie.” 

Mensen vinden! Dat is absoluut de grote challenge.

STERCK. Wat zien jullie als de belangrijkste toekomstuitdagingen?

Geysen: “Mensen vinden! Dat is absoluut de grote challenge. We willen groeien, sterker worden en we willen onze klanten ook meer gaan bieden dan alleen die technieker. We willen hen ondersteunen in het hele onderhoudsgebeuren. We hebben met onze raad van bestuur ook een raad van advies opgericht. Daarin zetelen verschillende experts en onderhoudsmanagers die ons kunnen zeggen wat zij zoeken en wat de behoeften in de markt en bij onze klanten zijn. En wat zeggen ze allemaal? Je moet meer doen dan alleen een technieker leveren. We bekijken hoe we dat in de praktijk kunnen omzetten. Onze raad van advies helpt ons te evolueren in de juiste richting. Dat is heel belangrijk.”

Maes: “Onze prioriteiten liggen bij ‘first time right’, veiligheid en mensen aan boord houden. Iemand van ons die ter plaatse komt, moet het ook opgelost krijgen en niet nog een collega moeten bellen.” 

Geysen: “Ten slotte moeten we ook evolueren naar maintenance 4.0. We moeten de pannes en de stilstand die zich voordoen kunnen voorkomen door te gaan meten op de machines en data te verzamelen. Als je weet wanneer iets fout gaat lopen, kan je preventief werken. Dat is ook een boeiende uitdaging.”