Wie aan kunststoffen denkt, neemt niet snel de term ‘duurzaam’ in de mond. Patrik De Cat wel. Als CEO van DECA Packaging Group zag hij de functionaliteiten en recyclagemogelijkheden de afgelopen jaren alleen maar toenemen. Hoog tijd voor een gesprek over plastic verpakkingen, energieneutrale kantoren én valorisatiekansen.
STERCK. Kun je een korte bedrijfshistoriek schetsen en de belangrijkste mijlpalen even toelichten?
Patrik De Cat: “Zeker. Mijn ouders namen in 1978 een klein bedrijf over uit Brussel dat gespecialiseerd was in verpakkingen en machines voor de voedingsindustrie. Op dat moment waren vooral glasconserven en metalen verpakkingen nog erg in trek. Verse producten werden gewoon in papier gewikkeld en ook diepvriesproducten waren nog niet zo talrijk als vandaag.
De onderneming was toen nog echt kleinschalig: ze hadden die eerste jaren twee à drie medewerkers in dienst. Begin jaren 80 was er een snelle opkomst van bereide gerechten. De vraag naar kunststofverpakkingen steeg daardoor fors. Al snel bleek dat kunststof ook hét materiaal was om de bereide producten en gerechten voedselveilig te verpakken. Mijn vader geloofde er echt in en al snel waren we distributeur in België en Nederland. Het aantal verpakkingen en formaten is door de jaren fors uitgebreid en ook de machines om die verpakkingen te vullen en sluiten, bleven in ons assortiment. Die complementariteit hebben onze klanten altijd sterk gewaardeerd. Sinds het begin van de jaren 90 zit ook de ontwikkeling van de kunststofverpakkingen in eigen beheer. Dat heeft ons geen windeieren gelegd. In 2005 was het tijd voor de volgende mijlpaal. Toen hebben we een onderaannemer overgenomen zodat we de kunststofverpakkingen helemaal zelf kunnen produceren. Glazen en metalen verpakkingen bieden we vandaag nog altijd aan, maar die productie besteden we wel uit. Sinds 2014 sta ik zelf aan het hoofd van het familiebedrijf, na het plotse overlijden van mijn vader. Ik zeg bewust ‘familiebedrijf’. Mijn zussen zijn hier ook actief, respectievelijk op hr en de productieplanning.”
Uitgebreid standaard gamma
STERCK. Kun je wat dieper ingaan op die verpakkingen? Is het allemaal seriewerk of komt er ook maatwerk aan te pas?
De Cat: “We maken twee soorten verpakkingen: we spuitgieten polypropyleen en daarnaast maken we ook thermoformverpakkingen in PET. Waar we vooral in verschillen: we hebben een erg uitgebreid standaardgamma. Eén vorm kunnen we aan tientallen klanten verkopen. Transparant maar ook gekleurd of gedecoreerd op maat van de klant. Dat valt bij ons – ook al is het gepersonaliseerd – nog altijd onder standaard. Dat is zo’n 90% van onze business. Vind je binnen het standaardgamma je gading niet? Wil je een andere hoogte, lengte, breedte, sluiting of een speciale vorm? Dan kijken we of de volumes interessant genoeg zijn om een investering te doen in een nieuwe matrijs. Soms kunnen we dat maatwerk zelfs laten inpassen in het standaardgamma. Stel bijvoorbeeld dat we drie potjes hebben met hetzelfde deksel. Als we van de klant toestemming krijgen om het nieuwe potje ook aan anderen te verkopen, nemen we de investering van de ontwikkeling voor onze rekening en breiden we het aanbod uit.”
- 35 miljoen euro omzet
- 37 landen actief
- +40 jaar
- 100 medewerkers
- 100% recycleerbaar
- 250 tal soorten verpakkingen
- 600 miljoen verpakkingen per jaar
- 24.550 m2 productiehal
Verenigde Staten en Australië
STERCK. Je klanten zitten voornamelijk in de voedingsindustrie?
De Cat: “Onze klanten situeren zich voornamelijk in België en de buurlanden, maar bij uitbreiding bedienen we heel Europa. Een deel van onze omzet komt ook uit de Verenigde Staten en Australië. Qua type klant gaat het voornamelijk over kleinere merken, private labels en supermarktlabels. Zo’n 80% van onze verpakkingen gaat naar de voedingssector.”
STERCK. Hoe komen bedrijven uit de Verenigde Staten of Australië bij DECA terecht?
De Cat: “Australië is immens in oppervlakte, maar eerder beperkt in aantal inwoners. Het is niet rendabel om er alles zelf te produceren, daarom wordt er zoveel geïmporteerd. We hebben daar een goede partner waarmee we al meer dan 20 jaar samenwerken. Ze putten uit het brede gamma en dat verloopt naadloos. In de Verenigde Staten is het een heel ander verhaal. Daar zijn de porties allemaal stukken groter. Ook het aantal verpakkingen is er minder divers. Af en toe is er dan eens een foodbedrijf dat zich wil onderscheiden. Ze vinden geen producent van kleinere verpakkingen of speciale formaten in de VS en komen daardoor in Europa terecht. We zijn daar absoluut geen grote speler, maar de volumes die daar als beperkt beschouwd worden, zijn voor ons nog altijd interessant.”
Strenge normeringen
STERCK. Hoe hard zijn de kunststofverpakkingen door de jaren heen geëvolueerd?
De Cat: “Veelal werken we voor de voedingsindustrie. Daar zijn sowieso al vrij strenge normeringen. Dat speelt in ons voordeel. Onze verpakkingen zijn daardoor bijvoorbeeld ook geschikt voor sectoren waar minder strenge eisen zijn. Een potje voor een vleessalade kan per definitie ook dienstdoen voor schroeven. Binnen de voedingssector zitten we vaak in de retailverpakkingen. Het gaat dan om kleine verpakkingen zoals voorverpakte voedingsmiddelen. Daarnaast bieden we ook oplossingen voor de toelevering aan grootkeukens, traiteurs, horeca-uitbaters … In eigenschappen zijn de kunststoffen – of het nu om retail- of grootverpakkingen gaat – alsmaar beter geworden. Een stuk transparanter in vergelijking met vroeger en – nog belangrijker – de verpakkingen van vandaag geven geen smaak of geur meer af. Als je vroeger hete soep in een kunststofverpakking af zou gieten, bestond de kans dat je een kunststofsmaakje zou ervaren. Dat is vandaag echt niet meer aan de orde. Kunststof is vandaag heel neutraal in smaak en geur. Vergelijkbaar met glas.”
In mijn ogen zit de duurzaamheid vooral in de mogelijkheid om te recycleren. Liefst zonder veel belasting op het milieu.
“Eigenschappen zoals diepvriesbestendigheid zijn ook fors verbeterd. En de mechanische eigenschappen zijn beter: je kunt vandaag dunnere verpakkingen maken die even sterk zijn. In die zin is er dus heel veel geëvolueerd. De laatste jaren zijn dezelfde materialen ook alsmaar duurzamer geworden. Ze zijn niet enkel vervaardigd uit ruwe olie maar ook uit alternatieve materialen zoals koolzaadolie. Het is dan natuurlijk een ethisch terechte vraag of je die grondoppervlakte niet beter gebruikt om voeding zoals maïs of tarwe te kweken. Koolzaadolie is daarom niet onze favoriete bron. We kijken nu vooral naar grondstoffen die hun eerste leven al gehad hebben en omgezet kunnen worden naar volledig functionele kunststoffen. En dat kan heel breed gaan: iedereen denkt in eerste instantie altijd eerst aan gerecycleerde kunststoffen, maar je kunt ook grondstoffen maken van takjes, boomschors of ander houtafval. Een ander voorbeeld? Gebruikte, huishoudelijke oliën. Denk bijvoorbeeld maar aan frituuroliën. Die hebben al gediend en kunnen redelijk eenvoudig een tweede leven krijgen.”
Steeds duurzamer
STERCK. Jullie doen heel veel inspanningen om duurzaam te ondernemen, maar de term ‘kunststof’ alleen al zet jullie vaak in een slecht daglicht.
De Cat: “Absoluut. En dat is heel vervelend. Omdat we meestal niet de ruimte krijgen om ons verhaal te doen. Het is niet fijn om je business altijd te moeten verdedigen. Wij doen ontzettend veel inspanningen op het vlak van duurzaamheid maar zullen nooit een duurzaam etiket op ons gespeld krijgen. Ik ben er rotsvast van overtuigd dat de oplossing in een circulaire economie zit. Als je spreekt over voedingsverpakkingen wil de klant, de industrie en de overheid dat die voeding veilig en kwalitatief verpakt is, goed oogt, makkelijk transporteerbaar is, heet afgevuld kan worden, bestand is tegen lage en hoge temperaturen (diepvriezer en microgolfoven), géén geur of smaak afgeeft én tegelijkertijd ook nog eens duurzaam is. Dat zijn héél veel eigenschappen. Kunststoffen voldoen daar perfect aan, maar het zijn de biodegradeerbare verpakkingen die als ‘schoon’ bestempeld worden. Heel eerlijk? Die zijn nooit zo functioneel als kunststofverpakkingen. Er is altijd wel minstens één eigenschap die ontbreekt. In mijn ogen zit de duurzaamheid vooral in de mogelijkheid om te recycleren. Liefst zonder veel belasting op het milieu. Goed om te weten: onze verpakkingen zijn monomateriaal en daardoor relatief eenvoudig te recycleren. En er is maar een fractie van de CO2 voor nodig in vergelijking met de productie. Als we het gewoon mechanisch recycleren – vermalen, machinaal wassen en smelten tot een basiskunststof – is het bruikbaar voor de non-foodsector. Indien nodig is het ook mogelijk om op moleculair niveau te recycleren. In dat geval kan het zelfs opnieuw als basisgrondstof gebruikt worden in de voedingsindustrie.”
Wie is Patrik De Cat?
- Master in handelswetenschappen
- Sinds 1997 actief bij DECA
- Sinds 2014 CEO bij DECA
- Voorliefde voor techniek
- Fietsliefhebber
- Speelt ook graag een partijtje golf
STERCK. Op de website pronkt TP95 als duurzaamste verpakkingsmateriaal.
De Cat: “Klopt. Dat is een serie van potjes die erg aanslaat. TP staat voor tamperproof, dat betekent dat er een veiligheidssluiting aanwezig is en dat de eindklant in één oogopslag kan zien dat het potje nooit eerder geopend werd. Dat bestaat al sinds de jaren 90, maar recent hebben we nieuwe matrijzen gebouwd en alles geoptimaliseerd. We gebruiken een duurzamere polypropyleensoort en de wanddikte is een stuk dunner zonder in te boeten aan stevigheid.”
STERCK. Welke inspanningen op het vlak van duurzaamheid voert DECA nog?
De Cat: “In 2012 hebben we een gloednieuwe fabriek gebouwd in Herentals. Het dak ligt helemaal vol met zonnepanelen. Daarnaast hergebruiken we de warmte die vrijkomt tijdens de productie om onze kantoren te verwarmen. Wat dat betreft, hebben we dus wel een fabriek van de toekomst gebouwd. Daarnaast hebben we ook onze machines en het productieproces geoptimaliseerd om zo weinig mogelijk materiaal en koelwater te gebruiken. Als je dan nog weet dat die lichtgewicht monomateriaalverpakking perfect gerecycleerd kan worden, is het soms frustrerend dat we niet als duurzaam geclassificeerd worden.”
Circulaire oplossing
STERCK. Bedoel je dan dat kunststof wél duurzaam is als we er op de juiste manier mee omgaan?
De Cat: “Correct. Als je een kunststofverpakking na het gebruik in de PMD-zak werpt, is die perfect te recycleren en bestaat er een circulaire oplossing. In Europa doen we dat heel goed. Het is nu ontzettend belangrijk om dat zo snel mogelijk ook in Azië en Afrika te implementeren. Ik ontken niet dat er veel plastics in de oceanen zitten, maar uit heel veel studies blijkt dat die meestal niet uit het Westen komen. Zo’n 50% van de rondzwervende kunststoffen is uit Azië afkomstig en 30% is terug te leiden tot Afrika. Ze zijn daar de laatste jaren erg snel geëvolueerd tot een echte consumptiemaatschappij maar niemand heeft hen geleerd waarom recycleren zo belangrijk is. Versta me niet verkeerd: je kunt hen het gebrek aan recyclagesystemen niet kwalijk nemen. Maar het is wel onze taak om hen aan te leren dat afval geld waard is. Een zwerfvuilpercentage van 0% in Europa biedt geen oplossing. Het is belangrijker dat we Afrikanen en Aziaten assisteren in het sorteren, recycleren en valoriseren van bepaalde grondstoffen. We hebben al die kennis en knowhow, we moeten die gewoon exporteren naar Azië en Afrika.”
We hebben een erg uitgebreid standaardgamma. Eén vorm kunnen we aan tientallen klanten verkopen.
STERCK. Wat is de ambitie van DECA nog?
De Cat: “Wij geloven heel hard in de circulariteit van ons materiaal. En blijven vechten voor dat duurzame imago. Heel wat producten doen zich vandaag duurzamer voor dan ze zijn, en toch zetten de media kunststoffabrikanten nog altijd in een negatief daglicht. Anderzijds zitten we in een sector die meer en meer geconsolideerd wordt. Wij willen vooral relevant blijven en verder groeien. Zowel intern als via acquisities.”