Van Os-Duracoat is bijna 50 jaar actief als looncoater en heeft op die halve eeuw al voor een indrukwekkende lijst van gerenommeerde klanten gewerkt. Afgevaardigd bestuurder Raf Van Os herkent enkele algemene trends in de sector zoals het belang van kwaliteitscontrole en de toenemende prijsdruk, maar ziet ook andere aandachtspunten.
Het loonbedrijf Van Os-Duracoat is gespecialiseerd in een aantal domeinen. Zo beschikt het bedrijf over een volautomatische poederlakstraat en past het als voorbehandeling een 7-fasige ‘trikation zinkfosfatatie’ toe. De behandelde producten scoren daardoor uitstekend op het vlak van hechting en corrosiewering. Daarnaast is het bedrijf ook gespecialiseerd in het plastificeren van metaal. Hierbij wordt het met een relatief dikke thermoplastische poriënvrije Abcite® of Rilsan® kunststoflaag bedekt om nog meer corrosiebestendig te zijn. Tenslotte worden met Halar® chemisch zeer resistente coatings, en met Teflon® antikleefcoatings aangebracht.
STERCK. Jullie zijn ISO-gecertifieerd. Zijn er ook plannen om het Qualisteelcoat-label te behalen?
Raf Van Os: “We zijn van in het begin via de werkgroep betrokken geweest bij Qualisteelcoat maar kijken momenteel nog een beetje de kat uit de boom. We geloven zeker in het concept, maar op dit moment komt de vraag nog niet echt vanuit onze klanten. En ik verwacht niet dat het grote problemen mag geven om het label in de toekomst te halen. We werken al vele jaren volgens de ISO-normen en volgens de principes die nu ook voorgeschreven zijn door het Qualisteelcoat-label zoals registratie, vastleggen van kwaliteitseisen, … Ook de eisen van de zoutneveltest, zelfs voor C5M, moeten we probleemloos kunnen halen. Onze klanten vragen nu nog ISO, maar ik denk wel dat Qualisteelcoat aan belang zal winnen omdat het meer zekerheid geeft over de waarde van een coating.”
Prijsdruk
STERCK. Prijsdruk is het meest besproken thema in de sector?
Van Os: “We zitten momenteel in een meer dan mature markt waarbij het aanbod groter is dan de vraag. Zeker in alles wat poederlak betreft en wat enig volume vertegenwoordigt is de prijsdruk groot. Alleen voor bepaald stukwerk op maat kan je nog een redelijke marge tellen, maar daar moet je organisatie op ingesteld zijn.”
STERCK. Van waar komt die druk?
Van Os: “In de eerste plaats zien we veel grote reeksen wegtrekken naar goedkope loonlanden. Daarnaast is er sinds het eind van de jaren negentig de evolutie dat opdrachtgevers van loonbedrijven in hun eigen laklijn investeren, deze te groot concipiëren, om dan aan bodemprijzen loonwerk proberen aan te trekken om hun investering toch rendabel te krijgen. Op deze manier treffen ze hun oude leveranciers twee maal. En er gebeuren spijtig genoeg ook ondoordachte investeringen in nieuwe loonbedrijven die de markt verstoren, maar dan snel failliet gaan.”
Correcte levertijden
STERCK. Wat vindt u zelf een belangrijke evolutie?
Van Os: “Een punt dat niet altijd vernoemd wordt, maar in mijn ogen heel erg belangrijk is, is het houden aan beloftes qua levertijd. Voor de klanten is dat een heel belangrijk punt. Je moet je houden aan wat je afgesproken hebt.”
Beloftes zijn voor klanten belangrijk. Je moet je houden aan je afspraak
STERCK. Die levertijden worden steeds korter?
Van Os: “Dat is zeker een feit. Vaak wordt de beslissing om een bestelling te plaatsen zo lang uitgesteld dat er nog weinig of geen tijd rest om de nodige gereedschappen in huis te halen om de klus te klaren. We zijn nu bijvoorbeeld bezig met een project dat 2 weken geleden is toegekend. Onze gereedschappen worden binnen 4 weken geleverd. Dat is de dag nadat het project eigenlijk moet afgewerkt zijn. Je moet dus je plan trekken. Het vraagt een maximale flexibiliteit en roeien met de riemen die je hebt.”