De naam De Ceuster is voor veel mensen onlosmakelijk verbonden aan Group De Ceuster (GroupDC). Met bedrijven in onder meer meststoffen en veevoeders is de group uitgegroeid tot een belangrijke speler die wereldwijd afzet heeft. Minder gekend is het feit dat eigenlijk alles begon bij loonwerkbedrijf De Ceuster nv in Sint-Katelijne-Waver dat door Herman De Ceuster is gestart in 1966. Een bedrijf dat tot vier jaar geleden nog steeds door hem en zijn vrouw Maria geleid werd. Na een korte overgangsperiode heeft dochter Els het bedrijf nu overgenomen en maakt ze samen met dochters Marie en Elisabeth Brosens, de derde generatie alweer, een vliegende doorstart. Een bijzonder familieverhaal.
Ons vader is als boerenzoon uit Kasterlee op 20-jarige leeftijd naar hier gekomen omdat hij de ouderlijke boerderij niet wilde verderzetten en zich wilde focussen op de vele tuinbouwers die zich hier in de streek bevonden,” vertelt Els De Ceuster. “De Ceuster had al snel een ongelofelijke naam. De waarden van ons vader van kwaliteit en het beste willen voor de klanten, wierp zijn vruchten af.
Klanten vroegen steeds meer zaken zoals kwalitatieve meststoffen en vader ging daarin mee. Zo zijn verschillende bedrijven ontstaan zoals DCM, Intraco en Belcofin. We zijn met drie kinderen van de tweede generatie, waarvan mijn broer en ik altijd werkende vennoot zijn geweest in de group en mijn zus aandeelhouder. Het loonwerkbedrijf viel buiten de group omdat het iets helemaal anders was. Op een gegeven moment is de eigendom van de group ook effectief naar ons als tweede generatie gegaan. Samen hebben we besloten dat Tom CEO zou zijn. Maar het loonwerkbedrijf is tot twee jaar geleden van onze ouders gebleven.”
STERCK. Het was geen must om in het familiebedrijf te werken?
Els: “Zeker niet. Onze papa heeft zich altijd heel bewust beziggehouden met hoe we dat familiaal zouden regelen. Er was een heel open communicatie. Dat lijkt misschien normaal, maar is het blijkbaar niet als ik veel andere familieverhalen hoor. Toen ik 16 jaar was, voerde hij al gesprekken. Geen zware gesprekken hoor, maar hij polste naar hoe we de dingen zagen. Zelf ben ik altijd operationeel betrokken geweest bij de group op vlak van pr, marketing, communicatie … Familiaal sta je ook overal tussen, zoals met het nieuwe bedrijfsgebouw in Grobbendonk waar ik als laatste grote project veel voor heb gedaan. Met loonwerkbedrijf De Ceuster hadden we weinig te maken, behalve dat we daar als kind waren opgegroeid omdat we aan de zaak woonden.”
Overdracht De Ceuster
STERCK. Vier jaar geleden kwam daar verandering in?
Els: “De Ceuster was op dat moment nog altijd van ons papa en mama. Omdat ze al wat ouder werden, werd een directeur aangesteld om de leiding over te nemen. Maar dat is minder goed gelopen. Op de familieraad rees de vraag wat we met De Ceuster nv moesten doen. We wilden vaders trots niet verloren laten gaan en daarom heb ik van de ene dag op de andere besloten om de leiding over te nemen. Het was de bedoeling om eerst het bedrijf te redden en dan te kijken wat we er verder mee zouden doen. Het was immers te verschillend om mee in de group te trekken. We zijn hier een loonwerkbedrijf. Dat is iets heel anders dan de group waar het gaat om onderzoek en productie en wereldwijde verkoop.”
Alles begint met het graag te doen. Als je iets graag doet dan is werken niet erg.
STERCK. Je werd al snel verliefd op De Ceuster?
Els: “Toen ik hier twee jaar werkte en veel opgelost had, stelde ik inderdaad vast dat ik opnieuw verliefd was geworden op het ouderlijke bedrijf. Ik werkte hier heel graag.
Ik hou ook van snel schakelen en dat gaat beter in een kmo met 53 mensen dan in een grote internationale group. Ik zag potentieel in het bedrijf. Het was niet de bedoeling om dochter Marie erbij te betrekken, maar ik had dringend iemand nodig. Zij was juist afgestudeerd en is komen helpen. En ook zij werd al snel verliefd op het bedrijf. Dat was heel plezant voor mij.”
Herman: “Alles begint met het graag te doen hè. Als dat het geval is, is werken niet erg.”
Els: “Uiteindelijk ben ik voor een stukje uit Group De Ceuster gegaan om het ouderlijke bedrijf helemaal over te nemen. Het feit dat de derde generatie in mijn gezin interesse had om mee de kar te trekken heeft daarin meegespeeld. En intussen is heel recent Elisabeth bij ons komen werken. Ook dat was niet de bedoeling. Maar we hadden iemand nodig om de hoofdboekhouder bij te staan. Elisabeth is nu verantwoordelijk voor zaken zoals de machines, de verzekeringen, bepaalde aankopen … De twee zussen hangen familiaal sterk aan elkaar. Ze hebben veel aan elkaar.”
- 3 takken. horti, infra & sport
- 7 miljoen euro omzet
- 53 medewerkers
- 1966 oprichtingsjaar
Drie takken
STERCK. De Ceuster is actief in tuinbouw, sport en infra?
Herman: “Alles is begonnen met ontsmettingen in de tuinbouw. En daar zijn alle mogelijke vormen van loonwerk uit voortgevloeid. Klanten vroegen steeds meer bijkomende zaken. Zo bouwden we bijvoorbeeld een spitmachine die ook de grond gelijk kon maken zodat die klaar was om te planten. We hadden op den duur alle soorten machines: verschillende soorten spitmachines, frezen, machines om serres wit te maken en om deze terug af te wassen … Bijna 600 in totaal. Nu ontsmettingsmiddelen meer en meer verboden zijn, wordt er steeds meer boven de grond gekweekt in substraten. Die moet je elk jaar of elke twee jaar vervangen. Zo hebben we nu machines om die substraten te leggen met weggetjes en plateaus om ze te nivelleren. Op die manier zijn we ook fijne nivelleringen gaan doen voor bedrijven zoals Verelst. Die infra-tak is intussen flink uit de kluiten gewassen. We doen dat met behulp van 3D-stations waarmee je perfect bochten, golven en dergelijke kan maken. We werken in de hallenbouw, de wegenbouw, de tuinbouw …”
Marie: “Het is een snelgroeiende tak die op korte tijd verdubbeld is in omvang. Een echte specialisatie. We krijgen er veel complimenten over. Een heel groot terrein dat een halve centimeter te laag of te hoog genivelleerd is, kost veel geld als je dat moet betonneren of asfalteren. Wij voeren de nivellering perfect uit tot op de millimeter. Ook trayvelden waarop bloemen gekweekt worden of containervelden in de tuinbouw, worden nu op die manier aangelegd.”
Els: “De goede naam van De Ceuster in de sector en het feit dat we bijna 600 machines en een eigen garage hebben, waren belangrijke argumenten om het bedrijf over te nemen. Zoiets krijg je in een mensenleven niet opgebouwd. We hebben letterlijk alles en zijn in onze niche een heel grote speler. We zijn zo sterk kunnen groeien omdat we altijd in functie van de klant gewerkt hebben. Maar minstens even belangrijk zijn de ongelofelijke mensen die voor ons werken. Ze trekken in een positieve sfeer mee aan de kar en daar zijn we ongelofelijk trots op. Ze voelen dat we terug één team zijn en denken mee over oplossingen. Papa is voor hen, net als voor mij, het grote idool. Maar ze zien bepaalde zaken nu wel terugkomen.”
Herman: “Mensen zijn altijd het belangrijkste wat er is in een bedrijf. We verkopen geen product maar mensen en diensten. Een machine kan je kopen, mensen niet.”
Marie Brosens volgt een traject van Deloitte Successors Table in samenwerking met VKW. “Daarin komen 10 tot 15 van kinderen samen die in de zaak van hun ouders of grootouders werken. Sommigen hebben de zaak al overgenomen, anderen nog niet. Sommigen hebben aandelen, anderen nog niet en werken gewoon in het bedrijf. Elke keer vertelt iemand over zijn of haar bedrijf en hoe men in dat bedrijf staat. Naast Koen Hendrix (VKW), Caroline Debackere & Thomas Verlinden (Deloitte) zijn ook psychologen Liesbeth Vandenrijt (Motmans & Partners) en Luk Schildermans betrokken. Er wordt gespard over bepaalde thema's. Het is heel interessant om te horen hoe soms heel kleine dingen elders aangepakt worden. Neem nu het privégebruik van bestelwagens van het bedrijf. Daar hadden we nog nooit bij stilgestaan. Je leert heel veel bij als je met elkaar spreekt.”
Mee nadenken
STERCK. Met een De Ceuster 2.0 maken jullie een nieuwe start. Hoe zien jullie dat de volgende jaren?
Els: “We groeien mee met onze klanten. Om een voorbeeld te noemen: de tomatentelers van nu zijn lang niet meer de tuinbouwbedrijven waar papa mee begonnen is. Een goede klant van ons stelt bijvoorbeeld meer dan 100 mensen tewerk. Dat zijn serieuze ondernemingen hè. We zijn altijd grondgebonden geweest en dat zal altijd onze corebusiness blijven. Maar dat wil niet zeggen dat je niet kan nadenken over de toekomst. Zo proberen we bijvoorbeeld mee te helpen om ziektes binnen de tuinbouw tegen te gaan. Zeker met de verstrengde maatregelen rond ontsmettingsproducten proberen we nieuwe technologieën te onderzoeken die mogelijk wel effect hebben op deze ziekten. Of zo denken we na over het bouwen van machines die goten reinigen en ontsmetten. We proberen in alles innovatief te denken. Zo werken onze mannen met tablets. Dat is misschien niet revolutionair, maar in onze sector is dat ongebruikelijk. Ze zijn zo direct op de hoogte van alles wat ze moeten weten. Wij weten dan weer perfect waar ze zitten. En de tuinders krijgen de nodige data waar ze mee aan de slag kunnen.”
Marie: “We denken echt samen met onze klanten na over hoe we oplossingen kunnen vinden. Net zoals vroeger. De klanten weten dat ze bij ons terechtkunnen.”
Mensen die meedenken, dat is altijd onze sterkte geweest. Je kan het allemaal niet alleen.
Herman: “Als je ziet welke evolutie onze sector op 50 jaar heeft doorgemaakt, dat is ongelofelijk. Het is onze uitdaging en onze kracht om die evolutie te volgen en vooruit te blijven. Zoals bijvoorbeeld met de ontwikkeling van een revolutionaire bomenplantmachine die het rendement van de klanten enorm helpt opkrikken. Onze klanten planten 1,5 hectare op een dag. Van de calculator tot de vertegenwoordiger en de mannen op het veld: iedereen denkt mee en dat maakt ons bedrijf zo leuk. Je trekt met z’n allen aan één touw om tot een zo goed mogelijk resultaat te komen. Voor onze mannen is het ook belangrijk dat ze het gevoel hebben dat de oplossing mee van hen komt. Mensen die meedenken, dat is altijd onze sterkte geweest. Je kan het allemaal niet alleen. Zij doen het werk en zien waar verbeteringen mogelijk zijn. Als je kan denken én werken tegelijk, ben je veel belangrijker dan wanneer je werkt zonder denken. Dat is overal zo.”
Els: “Ik draai al mee in het bedrijf van toen ik 20 jaar was. Onze waarden van passie, voetjes op de grond en iets graag doen vind ik heel belangrijk. Ik zeg nu ook tegen mijn dochters: je moet het graag doen. We zijn nooit verplicht geweest om in het bedrijf te werken. Mijn dochters ook niet. Onze zoon studeert nog. Er is geen druk. Echtheid is de basis van ons bedrijf. Dat voelen de mensen die voor jou werken, dat voelen de klanten en leveranciers. En maken wij fouten? Ja, maar het is ook de kunst om te luisteren. Durven te zeggen: sorry dat hebben we verkeerd gedaan en we gaan zien hoe we dat kunnen oplossen. Dat probeer ik ook toe te passen voor onze kinderen. Ze moeten fouten mogen maken.”
Herman: “Die Kempische nuchterheid en bescheidenheid vind ik belangrijk. Dat is ook echt een troef van de streek. Je moet altijd je klant willen helpen.”
Voetbalvelden
STERCK. Hoe belangrijk is jullie sporttak?
Herman: “Het was een grote tak, maar het is een activiteit die slechts in een bepaalde periode van het jaar uitgevoerd wordt, voornamelijk met volledig natuurlijke of hybride grasvelden. Heel wat voetbalploegen van het hoogste niveau doen beroep op ons. Op dat vlak werken we echt voor de top van België. RAFC Antwerp heeft twee keer de eerste prijs gewonnen met hun veld. In Brugge spelen de twee ploegen op een veld van ons. KV Mechelen heeft nog een natuurgrasveld. Volgens de voetbalbond was het de afgelopen winter één van de beste natuurvelden in België. Daar zijn twee mensen van De Ceuster bijna voltijds mee bezig. We hebben een enorme knowhow en weten alles van grondstructuur, micro-organismen, graszaden … We kennen alle mogelijke ziektes, hoe je die moet ontdekken en bestrijden. Dat is heel belangrijk, want het kan soms heel snel gaan en verregaande gevolgen hebben. We hebben ingenieurs en adviseurs in huis.”
Derde generatie
STERCK. Met Marie en Elisabeth manifesteert zich nu de derde generatie?
Els: “De overdracht van de eerste naar de tweede generatie is vandaag volledig geregeld. Enkel De Ceuster was tot twee jaar geleden nog van papa en mama. Het bedrijf is nu helemaal van mij, in ruil voor een deel van mijn aandelen in de group. Dat is ook allemaal familiaal geregeld. Ik zetel eigenlijk enkel nog in de familieraad van de groep. Voor de rest ben ik daar niet meer actief. De Ceuster doe ik nu alleen met mijn dochters. We kijken nu hoe we dat gaan verderzetten.”
Marie: “Mama heeft het bedrijf nog maar twee jaar. Het is niet de bedoeling dat wij het direct gaan overnemen. Ik ben intussen wel gestart met een nextgentraject voor kinderen van ondernemers die in het bedrijf werken (zie kaderstuk). Heel leuk omdat je heel veel leert zoals bijvoorbeeld over familiale charters. Daar staan vragen in waar we nog niet over nagedacht hadden. Het is de bedoeling dat het bedrijf ooit naar de derde generatie gaat. Maar nu moeten we ons vooral goed inwerken. Ik doe de planning van de mensen, mijn zus doet de administratie rond het machinepark en de garage. Ik leer onze mannen kennen, de klanten, je zit er gewoon middenin. Zo kunnen we stilletjes groeien in het verhaal. Het is leuk dat mama ons de kans geeft om rustig te groeien en dat we niet alles in de schoot geworpen krijgen.”
Herman: “Ze denken ook na over hoe ze het hier nog beter kunnen maken. Het is plezant dat iedereen zich volledig kan focussen op dit verhaal, maar tegelijk toch ook een beroep kan doen op mijn ervaring en die van de andere familieleden. We hebben op 45 jaar tijd natuurlijk een uitgebreide kennis en ervaring opgebouwd. Ik probeer me nog zo weinig mogelijk te moeien, maar volg wel nog wat zaken op en ben natuurlijk nog steeds ambassadeur van het bedrijf. Je moet bezig blijven en je nuttig voelen. De hele dag de krant lezen is niets voor mij. Maar je moet de kinderen op een gegeven moment aan zet laten.”
Marie: “Het is ook fijn om te zien hoe hard iedereen ‘voke’ nog waardeert en apprecieert als hij langskomt. Als hij in KV Mechelen naar het veld gaat kijken, zeggen de mannen: ‘voke’ is vandaag geweest hè en hij vond het goed… Dan zijn ze heel fier. Mooi toch.”
Het aantrekken en behouden van sterke profielen is ook voor een familiebedrijf een topprioriteit. De Ceuster organiseerde een jobdag waarop geïnteresseerde kandidaten de job eens in de praktijk konden komen proberen. “Ze mochten onder begeleiding met onze machines werken en een eenvoudige opdracht uitvoeren. Daar kwam ontzettend veel volk op af en we hebben vier sterke profielen kunnen aanwerven. Ook voor onze eigen medewerkers was het fijn om op die manier hun toekomstige collega’s te leren kennen.”
Els: “Ons ‘voke’ heeft de stam gemaakt. Ik denk dat ik nu zo’n beetje de stam ben voor mijn kinderen. En zij zijn nu weer takken aan het verbreden. Dat is mooi om te zien. En het leeftijdsverschil tussen de verschillende generaties maakt het ook boeiend. Papa weet heel veel, ik heb ook behoorlijk wat ervaring … En dan is er nu die jonge generatie.”
Elisabeth: “We leren in de praktijk en in het moment. Dat is de beste manier om het bedrijf te leren kennen. Ik hoor elke dag nog nieuwe dingen. Maar het is fijn dat we dat samen kunnen doen. Iedereen doet totaal andere zaken in het bedrijf, maar uiteindelijk komt dat toch bij elkaar.”
Herman: “Ik heb heel veel geluk dat we zo’n goede familie hebben die ervoor wil gaan.”