Sophie De Wit en Koen Metsu zijn allebei geboren en getogen in de gemeenten waar ze sinds 2013 burgemeester zijn, respectievelijk Aartselaar en Edegem. In Schelle viert Rob Mennes in mei zijn ‘zilveren’ jubileum als burgervader. Terwijl in Aartselaar burgemeester De Wit de nadrukkelijke focus legt op een goede balans tussen werk-, woon-, en groene ruimte, wil haar collega Metsu Edegem dan weer op de kaart zetten als de regionale referentie voor kwalitatieve detailhandel. Streven naar klimaatneutraliteit, onder meer door de creatie van veel meer groen én bescherming tegen het alom aanwezige water, is voor Mennes dan weer een absolute must. Een gesprek over landelijke gemeenten met veel ambities, vlak bij de grootstad.
Met respectievelijk 15.000 en 22.500 inwoners zijn Aartselaar en Edegem relatief kleine gemeenten op een boogscheut van de grootste stad van Vlaanderen: Antwerpen. Dat brengt zowel kansen als uitdagingen met zich mee, vertellen Sophie De Wit en Koen Metsu. In Aartselaar heeft de nabijheid van de Koekenstad én van twee grote verkeersaders tussen Antwerpen en Brussel een grote invloed op het lokale economische landschap, benadrukt burgemeester De Wit.
“De economische activiteit in onze gemeente situeert zich vooral langs de A12. Daar hebben we een enorm aanbod aan baanwinkels. De Boomsesteenweg, zoals de meeste mensen hem kennen, heeft door de jaren heen een grote hoeveelheid bedrijven aangetrokken. Naast grote kleding-, woon- en andere winkels, zijn vooral de automotive sector en de keukensector er sterk vertegenwoordigd. Daarnaast hebben we in Aartselaar ook een zevental kmo-zones. Ook die vind je langs de A12. De goede ontsluiting van deze zones naar grote steden als Antwerpen, Brussel maar ook Gent, speelt daar uiteraard een belangrijke rol in. Ten slotte hebben we enkele zeer grote werkgevers in onze gemeente zoals bijvoorbeeld Aquafin, Koffie Rombouts en Equans. Hoewel het een dichte buur is, ziet het economisch landschap van Edegem er toch heel wat anders uit, vertelt Koen Metsu.
“Wij hebben niet het grote aantal baanwinkels en kmo-zones van onze buren in Aartselaar. De grootste werkgevers in Edegem zijn het Universitair Ziekenhuis Antwerpen en Hansen Industrial Transmissions, een internationale producent van transmissies. Daarnaast is onze gemeente vooral gekend om zijn florerende middenstand en de sterke dienstverlenende sector. Mensen uit de regio komen bewust naar hier voor de beste bakker, beenhouwer of boetiek. Dat willen we ook verder versterken.”
Het DNA van Schelle is dan weer nogal agrarisch getint. “In tegenstelling tot heel wat omliggende gemeenten in de Rupelstreek, waar de industrie prominent aanwezig is, zijn en blijven wij inderdaad vooral een landbouwgemeente. Dat staat sinds 1978 ook zo ‘vergrendeld’ in het gewestplan. Onze kern is relatief sterk bebouwd, maar daarnaast vind je bij ons nog veel open ruimte. Naar aantal inwoners toe, hebben wij vorig jaar uitzonderlijk met een lichte daling te maken gehad. Nu tellen wij 8.671 inwoners. Dat zal sowieso maar een erg tijdelijk dipje zijn, want er is nog heel veel groeipotentieel. De voorbije 30 jaar hebben wij heel veel oude, niet meer te verduurzamen woningen in de kern opgekocht. De gronden worden bouwrijp gemaakt en zullen geleidelijk weer op de markt komen als één- en meergezinswoningen. We verwachten dat het tempo waarmee we extra woongelegenheden creëren, in de toekomst zal versnellen.”
Kernverfraaiing
STERCK. Kwalitatieve detailhandel met regionale aantrekkingskracht, dat is waar Edegem bekend voor wil staan. Hoe willen jullie dat realiseren?
Metsu: “Eén van de grote pijlers in deze en vorige legislaturen, is onze dorpskernvernieuwing. Daar werken we al verschillende jaren erg hard aan. We willen niet zozeer bekend staan als een ‘shopping hot spot’, zoals Wijnegem, maar wel om ons heel kwalitatief aanbod handelszaken en dienstverleners. De beste boetiek, bakker, beenhouwer, kinesist… moet je hier in Edegem kunnen vinden. Kernverfraaiing en het voorzien van duurzame vestigingsmogelijkheden voor kleinhandel zijn daar onmisbare instrumenten voor. Daarnaast werkten we ook samen met een detailhandelcoach om hier een beleid rond te ontwikkelen, precies op maat van onze gemeente.”
“Een goede balans – tussen enerzijds aantrekkelijke detailhandel in de kern en grootschalige detailhandel en anderzijds tussen wonen en werken – is essentieel, want Edegem wil in de eerste plaats een residentiële gemeente blijven.”
STERCK. Is die balans ook belangrijk voor Aartselaar?
De Wit: “Zonder twijfel: het spreekt voor zich dat we onze kleine handelaars willen beschermen tegen de druk van grote baanwinkels. Dat doen we ook erg goed. We zorgen ervoor dat het aanbod langs de A12 dat van de klassieke detailhandelaars in onze kern aanvult. Dit jaar gaan we, net als onze buren van Edegem, ook van start met een coaching-traject rond kernversterking en detailhandel, waarbij we begeleid worden door experten van de 'profploeg'.”
We zullen in de toekomst ons agrarisch en groen karakter nog extra in de kijker zetten.
“Daarnaast voeren we een bijzonder efficiënt leegstandsbeleid. Leegstaande panden worden heel snel terug ingevuld. Op die manier verzekeren we de creatie van ruimte voor nieuwe ondernemingen, zonder daarvoor nieuwe ruimte in te nemen. We streven ook naar een goed evenwicht tussen wonen, werken en natuur. In alles wat we doen houden we ons aan onze 1/3e regel: een derde van ons grondgebied is voorbehouden voor wonen, een derde voor handel en kmo’s en een derde voor recreatie en natuur.”
STERCK. Hoe zit dat in Schelle?
Mennes: “Op Vlaams niveau is het één van de grote doelstelling om een frisse wind door verouderd patrimonium te laten waaien. Op de 3 à 4 hectare extra bouwgrond die we in het centrum hebben vergaard, komen nieuwbouwprojecten die onze kern een stuk energiezuiniger maken, onder meer door het voorzien van warmtenetten. Er is veel bouwruimte waar we zelf aan het stuur zitten wat de inrichting betreft. Uit de coronajaren hebben we geleerd dat je niet te klein mag bouwen en tegelijk veel aandacht moet besteden aan groencreatie en verdere ontharding. Met ‘Dorpshart 2030’, een in samenwerking met IGEAN uitgewerkt masterplan voor de nieuwe dorpskern van onze gemeente, beschikken we over het ideale instrument/zienswijze om dat duurzaam te realiseren. De klemtonen daarbij liggen op verdichting, dienstverlening, horeca en groene blauwe linten tot in het centrum.”
“Twee afzonderlijke studies – een van de provincie, een van de Profploeg – illustreren dat er in onze twee mooie handelskernen nog heel veel potentieel voor de creatie van extra winkelruimte en kleinschalige horeca is. Ook de ontwikkelingen die daar op termijn zullen gebeuren, zullen integraal beantwoorden aan de toekomstige normen inzake energie(neutraliteit) en klimaatbestendigheid. De opwaardering van het dorpscentrum zal klimaatbestendig zijn.”
Goede interactie
STERCK. Dat jullie nadrukkelijk inzetten op de versterking van jullie lokale ondernemerslandschap is duidelijk. Welke troeven hebben jullie gemeenten nog voor bedrijven en zelfstandigen?
De Wit: “Onze grootste troef is de goede bereikbaarheid van onze gemeente: tussen de E19 en de A12, vlakbij Antwerpen, Brussel en andere steden, centraal in de Vlaamse ruit. We zijn ook een erg aanspreekbare gemeente. Zo beschikken we over een goed functionerend kmo- en ondernemingsloket en een ondernemersraad, bestaande uit afgevaardigden van ondernemingen, ondernemersorganisaties en handelsverenigingen. Een goede samenwerking met lokale bedrijven en middenstand is noodzakelijk om tot een bloeiende economie te komen. Ten slotte zijn we een fiscaal gunstige gemeente voor ondernemers. We heffen bijvoorbeeld geen specifieke bedrijfsbelastingen.”
Metsu: “Ook voor ons is bereikbaarheid een grote troef. We liggen op amper 6 km van de Antwerpse kathedraal, maar zijn wél vlot bereikbaar langs alle grote verkeersassen. Ook wij hebben een gunstige fiscaliteit voor bedrijven: geen bedrijfsbelasting of belasting op drijfkracht, bijvoorbeeld.”
“Onze compacte handelskern is een groot voordeel voor detailhandelaars en kleine bedrijven. Als laatste kunnen we toch ook zeggen dat de interactie tussen het lokaal bestuur, de gemeentediensten en onze ondernemers uitstekend verloopt. Ook onze adviesraad ondernemen levert goed werk en er vinden best wat interessante netwerkevenementen plaats in Edegem.”
Mennes: “Met Besix is een onderneming met internationale faam op onze gronden gevestigd. De prima verstandhouding met bedrijven blijkt onder meer uit de samenwerking die we op poten zetten om, op elke invalsweg naar Schelle, groene gevels te creëren. Zo’n gevel wordt ook één van de trekpleisters op het langgerekte, hoge gebouw van Besix. Het is de bedoeling om dergelijke accenten ook te voorzien in onze kmo-zone van 15 hectare, waar groen en blauw (water) in de toekomst de meest aanwezige kleuren zullen zijn. Er komt ook een grootschalige investering in zonnepanelen via een burgerenergiecoöperatie. Met wind en zon produceren wij over enkele maanden meer dan voldoende alternatieve energie om de Schelse gezinnen van duurzame, lokale energie te voorzien.”
“Samen met Revive, zullen we ook de Electrabelsite nieuw leven inblazen. Het is de bedoeling dat minstens de helft van die 72 hectare grote zone, een groene ruimte zal worden. Er werd een brownfieldconvenant voor deze site afgesloten waarvan de accenten zijn: sanering van het vliegasstort, ruimte voor water, bescherming van het erfgoed zoals de turbinehal, het pomphuis en de toegangspoort en de opmaak van een ruimtelijke economisch concept.”
Reorganisatie
STERCK. Wat zijn de grootste uitdagingen waar jullie vandaag tegenaan kijken?
Metsu: “In tijden waarin crisissen elkaar opvolgen, zijn de uitdagingen talrijk. Toch kan ik met trots zeggen dat onze gemeente het vandaag bijzonder goed doet, niet in het minst op financieel vlak. Eigenlijk ligt de grootste uitdaging van de laatste jaren al even achter ons: in 2019 hebben we een heel zware reorganisatie gedaan, waarbij liefst 53% van ons personeel was betrokken. We hebben al die mensen aan een nieuwe job geholpen. Het resultaat van die investeringen laat zich vandaag voelen. We besparen liefst 1,5 miljoen en investeren dat bedrag in nieuwe voetpaden, bosaanplanting… Deze legislatuur kunnen we daardoor voor 10 miljoen investeren.”
“Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er geen uitdagingen zijn. Voor mij is het grootste knelpunt het beschermen van het groene en residentiële karakter van onze gemeente. Edegem heeft een hoge bevolkingsdichtheid, maar niemand heeft de indruk dat het hier sterk verstedelijkt is, omdat we ook veel groen hebben. Ik beschouw het als mijn kerntaak om dat zo te houden, wat niet altijd eenvoudig is.”
De bescherming van het residentiële karakter van onze gemeente, is de grootste uitdaging.
Mennes: “Schelle is omringd door water. Dat betekent dat we continu beducht moeten zijn voor de stijging van het waterniveau. Blijven inzetten op waterbeheersing, is dan ook een absolute prioriteit. Zo hebben we bijvoorbeeld een 3 km lange grachtengordel gecreëerd en is er sterk geïnvesteerd in de scheiding van het rioleringsstelsel. Waar bepaalde inwoners 30 jaar geleden zowat twee keer per jaar moesten vrezen voor wateroverlast, hebben we dat risico aanzienlijk kunnen beperken.”
De Wit: “Wat mij betreft zal de grootste uitdaging voor de komende jaren zijn om als kleine gemeente stand te houden in de golf van nieuwe bevoegdheden en verantwoordelijkheden die op ons afkomt. Dat is geen evidentie, want ook de burger verwacht steeds meer van zijn lokaal bestuur. Het vergt dus heel wat om in deze context de kwaliteit van onze dienstverlening zo goed mogelijk op peil te houden.”
“Daarnaast kijken we ook naar grote wegenwerken aan de A12. Vandaag zijn daar nog veel gevaarlijke kruispunten. In de nabije toekomst zullen we die opnieuw aanleggen. Het spreekt voor zich dat deze grote en langdurige werken voor onze ondernemers uitdagingen met zich meebrengen. Bovendien zullen we ook grote rioleringswerken doorvoeren in onze handelskern. Dat kadert in een groot transformatieproject en is nodig om Aartselaar futureproof te maken voor ondernemers, maar de weg er naartoe zal niet altijd even makkelijk zijn. Ten slotte is ook voor ons het bewaken van het landelijke karakter een voortdurend aandachtspunt.”
Recreatie
STERCK. Hoe belangrijk zijn horeca en recreatie? En hoe zetten jullie daarop in?
De Wit: “Aartselaar heeft een bloeiend verenigingsleven. We investeerden de afgelopen jaren veel in goede sportinfrastructuur met kwalitatieve tennis-, voetbal- en padelvelden en een mooie sporthal. Ook ons cultureel centrum heeft een heel aantrekkelijk aanbod en bloeit enorm. De lokale horeca ondersteunen we onder meer door hen gratis gebruik te laten maken van het openbaar domein voor zomer- en winterterrassen.”
Metsu: “Onze negen natuurparken en recreatiedomeinen zijn van onschatbare waarde voor Edegem, vooral omdat ze verspreid liggen op ons grondgebied en elke wijk dus vlot toegang heeft tot natuur en recreatie. Om dat ook juridisch te beschermen, ontwikkelden we enkele jaren geleden een nieuw RUP open ruimte: inbreiding en verdichting staan daarin centraal.”
“We zetten ook nadrukkelijk in op onze horeca en koppelen dat aan de ontdekking van de gemeente door bezoekers én door Edegemnaren zelf. Daarvoor ontwikkelden we een wandelapp met een wandeling van 3,5 kilometer, waarbij de bekende televisiefiguur Jan Van Looveren de wandelaars meeneemt door de geschiedenis van Edegem. Uiteraard kan je tijdens of na de wandeling lekker eten en drinken in onze restaurants of cafés.”
Mennes: “De Fabiolalaan, zeg maar de aorta van Schelle, ondergaat de komende jaren een complete metamorfose. De laan is nu nog grotendeels verhard, maar zal een groene boulevard met ruimte voor water worden, wat zowel voor de gemeente als voor de inwoners een grote meerwaarde zal betekenen. Het wordt een heel ingrijpend project, dat een naar onze normen gigantisch budget van 8,5 miljoen euro zal vergen. Dit jaar nog starten we met de aanleg van de nutsvoorzieningen. Onze mensen beseffen dat je geen omelet kan bakken zonder eieren te breken, maar kijken nu al uit naar het veelbelovende resultaat.”
We vullen leegstaande panden heel actief in en verzekeren zo de creatie van ruimte voor nieuwe ondernemingen.
Zuidrand
STERCK. Hoe belangrijk is samenwerking over de gemeentegrenzen heen voor jullie?
Metsu: “De voornaamste samenwerking zit hem op vlak van politie en veiligheid, maar dat betekent natuurlijk niet dat we dat we op andere vlakken niet de handen in elkaar slaan. Zo zijn Edegem en Aartselaar allebei lid van de vereniging Zuidrand. Dat is een intergemeentelijk verhaal waar tijdens regelmatige overlegmomenten verschillende thema’s de revue passeren.”
De Wit: “Op dat platform behandelen we zowel cultuur, toerisme, het vrijwaren van groene ruimte en andere zaken. Van daaruit hebben we in Aartselaar bijvoorbeeld al initiatieven genomen om onze omgeving en kastelen in de kijker te zetten en zijn we gestart met de ontwikkeling en promotie van streekproducten.”
Digitaal platform voor bomen
STERCK. Naar welke gebeurtenissen en investeringen in Schelle kijkt u vooral uit?
Mennes: “We zullen in de toekomst ons agrarisch en groen karakter nog extra in de kijker zetten. Aansluitend op de erg populaire volkstuinen, waar onze inwoners met veel enthousiasme groenten kweken, komt er een voedseldorp waar fruitteelt centraal zal staan. We merken nu al dat ook daarvoor veel vrijwilligers zich aanmelden. Daarnaast hebben we al enkele duizenden bomen geplant van de in totaal 35.000 à 40.000 bomen die we tussen hier en zes jaar extra willen voorzien. De bomen die zich situeren in lanen, bij gebouwen en op begraafplaatsen, beheren we via een digitaal platform. Dat laat toe om alles nauwgezet bij te houden, onderhoud- en snoeimomenten te plannen én de CO2-besparing op te volgen.”
“We werken ijverig aan de bouw van een nieuw sportcluster. Op termijn zullen we ook de geboorte van het gloednieuwe ontmoetingscentrum De Verbinding meemaken. Dat wordt een nieuwe thuis voor onze administratieve diensten, maar er zullen ook culturele evenementen plaatsvinden. Dat is nog niet voor meteen, want daarvoor moeten we eerst nog de nodige budgetten vrijmaken. Nieuwe ruimte voor sport en cultuur samen met de realisatie van het Dorpshart 2020 – 2030 zijn nieuwe grote uitdagingen in mijn politieke carrière. Ik ben dit jaar 46 jaar bezig in de lokale politiek, waarvan 25 als burgemeester. De passie voor deze kleine gemeente zal me altijd blijven begeesteren.”