Geel is met 110 vierkante kilometer oppervlakte de grootste stad van de Zuiderkempen. De stad speelt dan ook een centrale rol in de regio en biedt heel wat mogelijkheden voor zowel kmo’s als grote industriële bedrijven. Het stadsbestuur wil daarbij een verbindende rol spelen tussen de verschillende stakeholders, zonder belangrijke domeinen zoals kunst en cultuur, onderwijs en gezondheidszorg uit het oog te verliezen.
STERCK. Hoe ziet het economische landschap in Geel eruit?
Vera Celis: “We kennen heel wat economische activiteit. Soms is die historisch van aard zoals de chemische industrie die al vele decennia actief is op ons grondgebied. Enerzijds de echt industriële chemie met bijvoorbeeld Ineos, het vroegere BP. Anderzijds de meer klinische chemie zoals Sanofi dat hier de werkzame bestanddelen maakt voor een aantal belangrijke geneesmiddelen. Daarnaast werkt men bij Sanofi in Geel aan de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen, voor zowel mens als dier. En dat laatste brengt me naadloos bij het feit dat we ook een aantal belangrijke landbouwbedrijven op ons grondgebied hebben. Voorbeelden daarvan zijn de Hooibeekhoeve en het Proefbedrijf Pluimveehouderij, die beiden aangestuurd worden door de Provincie Antwerpen.
De link tussen de ondernemerswereld en de kennisinstellingen is in Geel heel prominent aanwezig. Niet alleen met Thomas More Campus Geel, maar ook met een aantal industriële opleidingen van de KU Leuven die op dezelfde site gevestigd zijn. Beide onderwijsinstellingen gaan heel bewust op zoek naar samenwerkingen met zowel grote als kleine bedrijven. Zo zijn er twee jonge onderzoekers die een chip ontwikkeld hebben die mee gebruikt wordt door de NASA. Geel ontwikkelt zich echt als een centrum voor hightechbedrijven en -kennis en dat willen we vanuit de stad ook mee faciliteren.”
STERCK. Op de site achter het IOK groeit intussen een echte innovatiecampus?
Celis: “We richten ons daar inderdaad op spelers die uitblinken in innovatie. Heel specifieke innovatieve kmo’s op vlak van ruimtevaart, orthopedie, robotica,…. Ze helpen om ons economisch weefsel te versterken en sluiten aan op het netwerk van hogescholen en universiteiten. Ook Cipal Schaubroeck, dat de IT voor lokale overheden verzorgt, heeft haar hoofdzetel op ons grondgebied. En daarnaast tellen we twee ziekenhuizen in onze stad. We proberen de onderlinge netwerking te faciliteren. Zo hebben politie en ziekenhuizen een convenant afgesloten op vlak van crisisopvang.”
We zijn enorm gegroeid en moeten als stad zeer goed kijken hoe we met de beschikbare ruimte omgaan.
Enorme groei
STERCK. Is er nog ruimte om te ondernemen?
Celis: “Er is nog beschikbare ruimte, maar we gaan daar zeer kritisch en beredeneerd mee om. Dat is niet altijd gemakkelijk. We hebben een aantal paars ingekleurde industriegebieden waar we op de grotere industrie mikken. Het IOK zorgt daar voor een zeer goede begeleiding. Als je de kaart van Geel bekijkt, zie je dat er nog voldoende rood ingekleurde bouwruimte beschikbaar is. We gaan dus geen nieuwe woonuitbreidingsgebieden aansnijden. We zetten vooral in op verdichting en een vermindering van lintbebouwing door renovatie van oude panden en ecologische nieuwbouw. Geel is met 110 km2 oppervlakte een heel uitgestrekte gemeente. Mijn vader zaliger heeft bijna 40 jaar op de dienst registratie gewerkt. Hij is in de jaren zestig begonnen toen Geel 28.000 inwoners telde. Intussen ben ik al bijna 12 jaar burgemeester van een gemeente met vandaag meer dan 42.300 inwoners. En ons potentieel is nog zeer groot.
We zijn dus enorm gegroeid en moeten als stad zeer goed kijken hoe we met de beschikbare ruimte omgaan. Zo hebben we het burgemeestersconvenant 20-30 ondertekend en willen we een aantal stappen zetten op het vlak van ontharding en vergroening. Maar ook ruimte om te ondernemen blijft fundamenteel belangrijk. Zowel voor grote spelers als voor innovatieve kmo’s die we korter bij de kennisinstellingen willen brengen.”
Vergroening
STERCK. We zitten in de laatste rechte lijn van uw tweede legislatuur. Wat vindt u de belangrijkste evoluties in Geel?
Celis: “We horen toch heel veel positieve zaken over wat er de afgelopen 12 jaar gerealiseerd is. Zo is er ontzettend veel riolering aangelegd. Dan vernieuw je meteen ook de straten en leg je stoepen aan. Geel was vroeger een gemeente met veel landbouw en landbouwbedrijven, maar door het burgemeestersconvenant te ondertekenen ga je een aantal engagementen aan. We hebben daarom ontharding én vergroening altijd meegenomen in de plannen. Of neem het voorbeeld van onze kerkhoven, een gevoelig punt. We tellen 12 parochies en hebben sterk ingezet op het onderhoud van kerkhoven. Het kerkhof van Sint-Dimpna is bijvoorbeeld heraangelegd tot een park. Mensen kunnen er niet alleen genieten van de schoonheid van historische graven, waarvan er een aantal gerenoveerd zijn, maar ook van de prachtige natuur. We hebben de afgelopen 10 jaar ook heel wat gedaan inzake energievriendelijke nieuwbouw en renovatie. Als stad geven we zelf het goede voorbeeld door energiezuinige maatregelen te nemen zoals bijvoorbeeld in ons stadhuis en het cultureel centrum. Ook in nieuw aangelegde straten zie je de vergroening. Maar die inspanningen vragen natuurlijk ook handenvol geld.”
Verbinding
STERCK. Door de coronacrisis hebben jullie bepaalde accenten verlegd?
Celis: “Corona was een zware dobber in onze stad. Het heeft veel energie gevraagd om erdoor te geraken. We hadden in één van onze woonzorgcentra 51 sterfgevallen op 153 kamers. Maar er zijn ook heel mooie dingen gegroeid vanuit de eerstelijnszorg. De geriaters gaan nu bijvoorbeeld op bezoek in de rusthuizen zodat bewoners niet onnodig naar het ziekenhuis moeten. Ik vind het ontzettend belangrijk dat we elkaar kennen, ook de gezondheidsinstellingen. Zo hadden we tijdens de coronacrisis een online-groep met alle hoofdrolspelers die binnen het uur bijeengeroepen kon worden. Daar is een blijvende samenwerking uit gegroeid, gefaciliteerd door de eerste lijn. Zoiets vraagt budget, personeelsinzet en heel veel energie, waardoor we een aantal projecten op het vlak van energie en vergroening noodgedwongen doorgeschoven hebben naar de volgende legislatuur. Andere projecten zoals de vernieuwing van onze sportinfrastructuur hebben we gelukkig wel kunnen realiseren.”
STERCK. U heeft een boontje voor kunst en cultuur?
Celis: “Dat is absoluut zo. Kunst is echt een passie van mij en het neemt in Geel een heel belangrijke plaats in. Zo is er het project Yellow Art waarbij mensen met een beperking komen schilderen, boetseren en hun creativiteit ontdekken in het ouderlijk huis van Jan Hoet. Dat huis is door de overleden kunstpaus ter beschikking gesteld. Je vindt me er ook regelmatig terug. We moeten trouwens nog beslissen wat we met ons cultureel centrum gaan doen: renoveren, volledig vernieuwen of elders bouwen?”
STERCK. Welke uitdagingen ziet u nog?
Celis: “Eén van onze doelstellingen is ‘Geel Bruisende Stad’. Dat heeft zowel met handel als met horeca te maken. We zorgen ervoor dat er in Geel iets te beleven valt. Zo is de Nieuwstraat in het centrum helemaal heraangelegd nadat we er glasvezelkabel hebben voorzien. Er zijn heel wat parkeerplaatsen verdwenen omdat er dichtbij een centrumparking is, gericht op bezoekers van het centrum. We willen zoveel mogelijk beleving creëren. Zo hebben we een platform 'Geel Centrum' waarin handelaars en horeca vertegenwoordigd zijn. Ze betalen een promotaks en in ruil daarvoor organiseren we als stad allerlei zaken. Voor elke euro die ondernemers neerleggen, passen we als stad een euro bij. Met het geld proberen we de aantrekkelijkheid van onze winkelstraten te vergroten en beleving te creëren. Men komt van heinde en ver naar Geel om te genieten van onze winkels en horeca omdat het aanbod zo goed is en de verhouding prijs/kwaliteit prima. We doen alles wat mogelijk is om aantrekkelijk te zijn voor investeerders en voor bezoekers uit de brede regio.”