Twee jaar geleden vertelden vrienden me, dat ze bevriend waren met een koppel actief in accountancy. Bij het raadplegen van hun website bleek deze uitsluitend te bestaan uit een landingspagina. Mijn vrienden koppelden terug naar hun vrienden in de accountancy. Dit met de stille suggestie om werk te maken van een website. De reactie van de accountants was: “Vertel dan maar aan Mr. Tuerlinckx dat we één probleem niet hebben: te weinig cliënteel”.
Afgelopen februari moest ik opnieuw aan dat voorval denken, omdat het de krantenkoppen haalde. De toenemende werkdruk, de complexere wetgeving en de schaarste op de arbeidsmarkt brengt de accountants almaar vaker ertoe om een klantenstop in te voeren. Ook het beroepsinstituut van accountants, het ITAA, onderschreef de studie van Wolters Kluwer.
We kunnen het hebben over de oorzaken. Wie daarover meer wil weten kan bijvoorbeeld mijn nota raadplegen over de problematiek van de aangifte in de directe belastingen. Wist u dat een accountantskantoor op jaarbasis op z’n minst 120 deadlines te respecteren heeft?
Veel minder dan bij de oorzaken, wordt stilgestaan bij de gevolgen van deze evolutie. Mogelijk raakt de problematiek zo wel hoger op de politieke agenda. Want die gevolgen zijn verstrekkend met een impact op het economisch weefsel alsook op de maatschappelijke ordening.
Wie komt er niet meer aan de bak bij de accountants? De starters. De zelfstandigen in bijberoep en de start-ups. De rol van de accountant kan moeilijk overschat worden. Hij is de gids voor wie de eerste stappen in het bedrijfsleven zet. Daarvoor wordt de accountant nooit geprezen en overigens maar zelden vergoed. Hij verstrekt in de algemene omgang met zijn cliënt ontzettend veel nuttige inzichten. En laat zo zijn klant talrijke juridische valkuilen ontwijken. Hij laat nadenken over intellectueel eigendom, geeft tips inzake contracten, gidst door de sociale verplichtingen en leert ook ‘de-kwartaal-5-sterren-sudoku’ die de btw-aangifte toch wel is, in te vullen. Technologie en intelligente doe-het-zelf-boekhoudpakketten kunnen faciliteren maar in geen geval de persoon van de accountant substitueren. Er gaat niets boven de menselijke interactie, zeker als het over het aanleren van een nieuwe vaardigheid gaat.
De terechte vrees kan worden geuit dat niet-bijstand van een accountant tot een lawine aan vermijdbare problemen en procedures zal leiden. En hoe hoger de drempel, hoe minder mensen de – sowieso al risicovolle – activiteit van het ondernemen aanvatten. Met een langetermijneffect op het economisch weefsel dus.
Het tweede effect heeft betrekking op de maatschappelijke ordening. Het aantal personen dat toegang krijgt tot het ondernemerschap zal beperkt worden. De zittende klasse van ondernemers hebben hun ondersteuning gevonden en zullen door hun accountants – overigens geheel terecht – blijvend ondersteund worden. Ook wanneer ze nieuwe initiatieven ontwikkelen zullen ze beter begeleid worden en dus meer succesvol zijn. Niet zo voor nieuwkomers. Alleen als ze het op eigen kracht maken, zullen ze toegelaten worden tot de klasse van ‘de ondernemenden’ en zodoende op betere en professionele accountancysteun kunnen rekenen.
De noodzaak dringt zich bij de beleidsmakers dan ook op om zich te beraden en iets te doen aan de oorzaken ervan. Zelfs als men - volstrekt onterecht – niet bekommerd zou zijn om het lot van de accountant, dan nog moet het gebeuren. In het andere geval wordt er immers een numerus clausus op ondernemerschap gezet. En daaronder zal niet enkel de accountancysector leiden. Maar wel iedereen.