Zelfde grootte, ander economisch karakter
Greet De Bruyn
& André Van de Vyver
Bornem - Zwijndrecht

Zelfde grootte, ander economisch karakter

Regio - Burgemeesters - Bornem - Zwijndrecht

Zowel de gemeente Bornem als Zwijndrecht heeft er een woelige legislatuur opzitten. In Bornem is er sinds begin 2022 een nieuwe meerderheid met Greet De bruyn (CD&V) als nieuwe burgemeester. In Zwijndrecht stemde dan weer een wisselmeerderheid voor een fusie met Beveren en Kruibeke, tegen de wil van de burgemeester én het resultaat van een volksraadpleging in. Het Antwerpse Zwijndrecht zal daardoor naar Oost-Vlaanderen verhuizen. Er lopen nog beroepsprocedures om deze fusie te verhinderen.

In het kader van dit regiodossier willen we het echter vooral over de economische aantrekkingskracht van beide gemeenten hebben. Een blik op de top-20 van grootste bedrijven, leert ons alvast dat er heel wat industrie gevestigd is op hun grondgebied.

STERCK. Met respectievelijk 22.000 inwoners voor Bornem en 19.500 voor Zwijndrecht hebben de gemeenten een vergelijkbare grootte, maar wel een heel verschillend karakter?

André Van de Vyver: “We zijn met een oppervlakte van 17 km2 een vrij compacte gemeente. Maar ik denk dat Zwijndrecht wel één van de meest geïndustrialiseerde gemeenten van Vlaanderen is. Maar liefst 1/3de van ons grondgebied wordt ingenomen door de chemische industrie. We maken deel uit van het havengebied Antwerpen. In tegenstelling tot onze grote buur Beveren waar er voornamelijk logistieke bedrijven gevestigd zijn, behoren we tot het chemische cluster. Er bevinden zich in Zwijndrecht maar liefst 13 sevesobedrijven. Onze bevolkingsdichtheid is groot, we zijn voorstedelijk gebied. Ongeveer 70% van onze inkomsten komen uit de industrie. Dat is vrij uniek. Het maakt dat we de personenbelasting op 2,5% kunnen houden, wat zeer laag is. We proberen een aantal zaken terug te geven aan onze inwoners, bijvoorbeeld met een heel goedkoop abonnement van De Lijn. Elke inwoner onder de 25 jaar rijdt zelfs gratis in heel Vlaanderen.”

andre-van-de-vyver-zwijndrecht

STERCK. Naast die chemische industrie hebben jullie nog 2 kmo-zones?

Van de Vyver: “Er is inderdaad nog Westpoort en Baarbeek, die langs de E17 liggen. Onze gemeente wordt eigenlijk doorkruist door drie grote verkeersaders die parallel lopen: de E34, de spoorlijn Antwerpen-Gent en de E17. De mobiliteitsproblemen zijn dan ook legio. Het wordt hoe langer hoe meer een probleem om zich tussen de linker- en rechteroever te verplaatsen. Dat horen we ook in onze contacten met de grote multinationals op ons grondgebied zoals Ineos, Exxon, Nippon Shokubai Europe,…. Ze worstelen met recruteringsproblemen, niet alleen op het vlak van de expertise die ze zoeken, maar ook inzake mobiliteit. Veel van die bedrijven waren oorspronkelijk in het Antwerpse havengebied gevestigd, maar zijn bij de ontwikkeling van de linkerscheldeoever naar hier gekomen. Hun medewerkers wonen echter vaak op rechteroever.”

STERCK. De gemeente Bornem heeft een heel ander karakter?

Greet De bruyn: “Ondanks onze grootte mogen we ons nog altijd een landelijke gemeente noemen. We zijn niet voorstedelijk en hebben ook niet de problematiek die Zwijndrecht kent. Een gelijkenis is er wel met de N16 die Bornem in twee verdeelt. Op piekmomenten vormt die N16 een verbindingsas tussen de E17 en de A12 met grote drukte tot gevolg. Langs de N16 bevinden zich vooral industriezones. We zijn op een andere manier geïndustrialiseerd dan Zwijndrecht. Bij ons vind je een aantal grote farmaceutische bedrijven, logistiek,… maar niet die zware chemie. BMW gaat er nu bijvoorbeeld zijn hoofdkwartier voor de Belux verder uitbouwen. Het rijke aanbod aan bedrijven zorgt er wel voor dat de werkloosheidsgraad bij ons bijzonder laag is.”

Het is een hele uitdaging om binnen de bestaande contouren uitbreiding voor bedrijven mogelijk te maken.

Creatief met ruimte

STERCK. Is er nog beschikbare ruimte om te ondernemen?

De bruyn: “Omdat we in 2022 het beleid overgenomen hebben, zijn we pas het afgelopen jaar kunnen starten met het ruimtelijk beleidsplan van de gemeente. We hopen het nog dit jaar af te kunnen werken. Bornem ligt langs de Schelde en we moeten onze open ruimte en groene long koesteren. We hebben ook gekozen voor het thema van leefbare deelkernen. Op economisch vlak willen we de bestaande bedrijfszones niet in oppervlakte uitbreiden, maar we gaan wel ons wensbeeld omschrijven. Na goedkeuring willen we met ruimtelijke uitvoeringsplannen kijken hoe we de bestaande kmo-zones kunnen heroriënteren. Als het niet in de breedte is, dan misschien in de hoogte. We moeten de stedenbouwkundige voorschriften durven herbekijken. Het is een hele uitdaging om binnen de bestaande contouren eventuele uitbreidingen mogelijk te maken. Maar we kunnen niet zomaar kwetsbaar gebied laten innemen door industrie of bewoning. Deze moet op maat van de gemeente Bornem blijven.”

Van de Vyver: “Ik hoor graag wat mijn collega zegt. Ik denk dat we één van de weinige gemeenten zijn die hun ruimtelijk beleidsplan wel al gefinaliseerd hebben. We hebben min of meer dezelfde insteek. De beperkte open ruimte wensen we te bewaren. Er moet een groene gordel blijven rondom de kernbewoning. Wat betreft ruimte voor industrie; los van één grote locatie die eigendom is van Exxon, is er in het noordelijk deel van de gemeente geen plaats meer. Alles is volgebouwd. En Exxon gaat op termijn die locatie wel invullen. Op de twee kmo-zones Baarbeek en Westpoort is er nog een klein beetje plaats. Hetzelfde voor wat de oude industriezone langs de Schelde in Burcht betreft. Daar was van oudsher veel industrie zoals scheepsbouw en scheepsafbraak. Een deel daarvan is nog ingekleurd als industriezone, maar is in de loop der jaren ingevuld met onder meer sportinfrastructuur.”

greet-de-bruyn-bornem

Waterbus

STERCK. Mobiliteit is een belangrijk thema?

Van de Vyver: “We trachten openbaar vervoer zo veel mogelijk te stimuleren. Aan de Schelde zijn we - op eigen kosten – bezig met de realisatie van een aanlegsteiger voor de Waterbus. Daar verwachten we veel van. De omgeving van het station is ook al voor een deel heringericht, een ander deel zit nog in pijplijn.

STERCK. Hoe is het gesteld met de handel en middenstand in de dorpskernen?

De bruyn: “Op het vlak van leegstand scoren we vrij goed. We hebben een studie gemaakt en de provinciale detailhandelscoach ingeschakeld. Er is – zoals in andere gemeenten – leegstand bij ons, maar we scoren op dat vlak toch vrij goed. De horeca op het centrale plein sluit mooi aan op onze winkelstraat. De mensen kunnen het één met het ander combineren. Zolang we dat evenwicht kunnen houden blijven we aantrekkelijk voor handel en middenstand. Ook het gegeven van pop-upwinkels is positief om jonge ondernemende mensen te helpen starten. In het tweede deel van de winkelstraat is er hard gewerkt om winkels met beleving en vernieuwing aan te trekken. We hebben het geluk dat ons Cultuurcentrum Ter Dilft, onze sport- en recreatiezone en het station zich allemaal op wandelafstand bevinden. Dat zorgt voor de nodige schwung en sfeer en je hoort ook dat de ­mensen dat aangenaam vinden.”

Van de Vyver: “Handel en middenstand zijn een moeilijke in onze gemeente. We hebben een heel grote Carrefour op ons grondgebied, aangevuld met winkels zoals een Brico en een Auto5. Dat trekt ook mensen aan uit de rand rond Antwerpen en het Waasland. We hebben een Lidl, een Aldi en nog tal van retailers en dat allemaal op die beperkte oppervlakte. Toch zie je dat kleinere supermarkten, die stilaan de buurtwinkels vervangen, het in het centrum nog goed doen. Maar voor het overige is het niet eenvoudig om diversiteit in onze winkelstraat te behouden. Een Kruidvat naast een bakker en een slager, dat werkt nog. Maar het wordt moeilijk als de grote ketens jouw winkelstraat innemen.”

Mijn belangrijkste bekommernis is dat de fusie niet doorgaat. 

De bruyn: “We hebben die grote ketens ook allemaal, maar toch zijn er ook heel wat kleinere winkels. Tot zelfs nog een echte ambachtsman die schoenen herstelt bijvoorbeeld. Sinds een aantal jaar organiseren we een geslaagd project met een buurtkar die de wijken aandoet. Het is een rijdende winkel die ook dienstverlening biedt zoals het aanvragen van een identiteitskaart voor mensen die zelf niet naar het centrum kunnen komen. We proberen daar vooral lokale producten aan te bieden. De provincie steunt dit unieke concept.”

Van de Vyver: “Zoals elke gemeente werken we met subsidies voor aanpassingen aan gevels in het centrum, voor starters,… Wij hebben een kernwinkelgebied afgebakend en proberen winkels die sluiten opnieuw in te vullen met andere winkels. Precies om alles zo veel mogelijk in die ene winkelstraat te lokaliseren. Dat is gemakkelijk voor de mensen. Maar vooral in Burcht is het toch problematisch. Daar zijn bijna geen buurtwinkels meer, wel nog goede horecagelegenheden, ook nieuwe. Ook voor hen organiseren we stimulerende maatregelen om de levendigheid te bewaren.”

Fusie terugdraaien

STERCK. Wat zou u nog graag verwezenlijkt zien?

De bruyn: “Er zijn al een aantal zaken genoemd. Er is ons wensbeeld voor het Ruimtelijk Beleidsplan en het Masterplan Bornem-centrum waar het participatietraject nu achter rug is. We willen zien hoe we de zone vanaf het station tot aan het Cultuurcentrum Ter Dilft nog kunnen verbeteren. Dat plan zijn we nu aan het finaliseren en we hopen het dan de volgende legislatuur te kunnen realiseren. Een belangrijk punt is nog ons zwembad dat dateert uit de jaren 70 en in de jaren 90 vernieuwd is. Het is dringend aan renovatie toe. Die oefening is gestart, maar dat is financieel een heel moeilijk verhaal. En uiteraard zijn er nog andere uitdagingen. Het beleidsdomein vrije tijd heeft ervoor gezorgd dat we een aantrekkelijke gemeente zijn. Dat moeten we blijven ondersteunen. De herbestemming van de Abdijsite waar dit interview plaatsvindt, is daar een schitterend voorbeeld van.”

greet-de-bruyn-bornem-andre-van-de-vyver-zwijndrecht

Van de Vyver: “De dag dat de Waterbus de eerste keer aanmeert gaat een historisch moment zijn. Onze inwoners zitten daar echt op te wachten en zeker de mensen van de deelgemeente Burcht. Historisch was daar ooit een verbinding over het water. Zowel op recreatief vlak als voor woon-werkverkeer gaat dat een vooruitgang zijn. En verder is het nog altijd mijn belangrijkste bekommernis dat die fusie niet doorgaat. De reden is evident. We kunnen perfect zelfstandig functioneren, we hebben de nodige financiële middelen, er is een uitgebreid sociaal beleid, en ook op het vlak van ruimtelijke ordening staan we op de eerste rij. Al die kwaliteiten dreigen verloren te gaan binnen dat grotere geheel. Dat is mijn belangrijkste zorg. Ik zit maar tot het einde van dit jaar op deze stoel, dan stop ik ermee. Maar dat zou ik nog heel erg graag klaar willen krijgen, zeker omdat het gedragen is door onze bevolking. Moest dat lukken, dan organiseer ik een groot volksfeest (lacht).”

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels