Familiebedrijf Cibor uit Meerhout is gespecialiseerd in lekdetectie, bouwpathologie, hersteltechnieken en betonbewerking. De 154 medewerkers zijn actief voor klanten verspreid over heel België. Sinds een jaar bereiden zoon Matthias en dochter Eline Peeters zich voor om geleidelijk de leiding van hun vader Patrick Peeters over te nemen. De familie legt uit hoe ze die overdracht stap voor stap aanpakken.
Patrick Peeters stond 30 jaar geleden aan de wieg van Cibor. De bedrijfsnaam verwijst nog steeds naar de twee oorspronkelijke activiteiten van het bedrijf: citernes en boringen in beton. Specialisaties die Cibor vandaag nog steeds doet, maar die intussen uitgebreid zijn naar een breed palet aan diensten.
“De eerste jaren heb ik vaak gedacht: waar ben ik aan begonnen? Maar die drang om te ondernemen was er. Mijn eerste werknemer was een nonkel van mij. Hij deed de betonboringen en ik organiseerde al de rest,” zo blikt Patrick Peeters terug. “We zijn begonnen in een oude kolenschuur met tweedehands meubilair. Al snel zagen we een opportuniteit in de renovatie van ondergrondse opslagtanks. Vanaf midden jaren 90 was immers de Vlarem-2 wetgeving van kracht. Sinds toen was het verplicht om ondergrondse opslagtanks voor petroleumproducten te keuren en te voorzien van een permanente lekdetectie. Veel benzinestations hadden nog enkelwandige tanks die niet beveiligd waren. We konden een licentie bemachtigen van een Zwitserse fabrikant om die enkelwandige tanks dubbelwandig te maken terwijl ze nog in de grond zaten. Dat bleek een interessante insteek.”
- 4 domeinen: Lekdetectie - Bouwpathologie - Hersteltechnieken - Betonbewerkingen
- 16 miljoen euro omzet
- 154 medewerkers
- 1994 oprichtingsjaar
STERCK. Die milieutak gaf jullie bedrijf vleugels?
Patrick: “We hebben een tiental jaar heel mooie opdrachten kunnen doen. Met beide activiteiten, maar vooral met die tankbescherming. Bedrijven zoals Shell, Total en andere grote petroleummaatschappijen hoorden bij onze vast cliënteel. De opdrachten waren uitdagend, maar we werkten voor stabiele en kapitaalkrachtige klanten. Zo genereerden we een mooie cashflow die we integraal in onze beide activiteiten investeerden. Na 10 jaar begon de tankbeschermingsmarkt echter op te drogen. De meeste tanks waren vervangen of buiten dienst gesteld. Intussen waren we ook nog actief en mede-marktleider in de markt van betonboringen. Maar die markt is heel conjunctuurgevoelig en ook toen was het al niet gemakkelijk om voldoende arbeiders te vinden. We wilden daar minder afhankelijk van worden en diversifiëren naar andere markten met andere klanten en andere werknemersprofielen.”
Lekdetectie
STERCK. Op dat moment zijn jullie begonnen met lekdetectie?
Patrick: “Mijn secretaresse moest op een dag even naar huis omdat iemand een waterlek kwam detecteren en herstellen. Drie kwartier was ze al terug. Toen was mijn technische interesse gewekt en zag ik mogelijke opportuniteiten voor een nieuwe servicebusiness met nieuwe klantengroepen en een potentieel ander profiel van techniekers. Er is nog 2 jaar marktstudie aan vooraf gegaan. Wie zijn de partijen op de markt? Welke dienstverlening verwacht men? Welke apparatuur en skills heb je nodig? We zijn aan die activiteit begonnen met 1 medewerker. Het eerste jaar ging dat stilletjes. Tot we gestart zijn met een geautomatiseerd IT-platform om sneller en directer met onze klanten te communiceren. Opdrachten ontvangen en inplannen ging plots een stuk vlotter, en de rapporten konden we sneller afleveren. Nu heeft iedereen zo’n platform, maar wij waren daar voorloper in. Met die investeringen in IT, een forse investering in state of the art uitrusting en apparatuur en de uitbouw van een performante backoffice, hebben we ons kunnen lanceren en een nationaal netwerk kunnen uitbouwen met techniekers in heel België.”
We zijn gespecialiseerd in een aantal technieken voor lekdetectie die niet iedereen doet.
Matthias: “Lekdetectie gaat heel breed. Het gaat om alles wat met vochtproblemen te maken heeft. Rondom het gebouw, de buiten- en binnenkant, sanitair, daken en terrassen, industriële brandleidingen, waterleidingen, gasleidingen,… Al blijven we steeds op het private domein werken. We doen geen opdrachten op openbaar domein.”
Bouwpathologie
STERCK. Bouwpathologie is een ander domein waarin jullie actief zijn?
Patrick: “Bij bouwpathologie gaan we op een niet-destructieve manier bepalen wat de oorzaak is van waterschade in een gebouw. We zoeken naar defecten in de bouwschil; de gevels, muren of daken. Bij waterschade kan een natte muur of plafond het gevolg zijn van een lek in een leiding, maar de oorzaak kan ook een constructiefout zijn. Het probleem is dat je een dergelijke fout vaak niet kan zien door de muren heen. We proberen op een proefondervindelijke manier aan te tonen wat het probleem is. Daarvan maken we een rapport. Dat wordt dan vaak juridisch gebruikt om een aannemer aan te zetten tot bepaalde acties of iemand aansprakelijk te stellen voor een fout in de uitvoering.”
Matthias: “Het gaat vaak om problemen die zich pas stellen in heel specifieke situaties, als de wind uit een bepaalde hoek komt of bij een zekere hoeveelheid neerslag bijvoorbeeld. Je kan niet wachten tot die situatie zich voordoet, dus je moet dat simuleren met specifieke apparatuur om de fout uit te lokken.”
Patrick: “Voor gewone lekherstellingen kan je in heel België loodgieters vinden. Wij zijn gespecialiseerd in een aantal technieken die niet iedereen doet. Bijvoorbeeld om tegels te verwijderen zonder te breken. Als je een lek onder je vloer hebt, moet je soms je hele vloer vernieuwen omdat 1 of 2 tegels opgebroken zijn. Wij hebben een techniek om die tegels er in hun geheel uit te halen om ze achteraf terug te plaatsen. Een ander voorbeeld is de koustechniek waarmee we bepaalde afvoerleidingen herstellen zonder breekwerken. We creëren dan een nieuwe kunststofleiding in de bestaande afvoer.”
Betonbewerking
STERCK. Het vierde domein waarin Cibor actief is, is dat van betonbewerking?
Patrick: “We maken gaten voor aannemers, voor de industrie en klein deel van de particuliere markt. In veel bouwprojecten moet dat na het gieten van het dek gebeuren. Of we maken een trapgat of deur of raamopening bij in een bestaande woning. De laatste jaren zetten we ook sterk in op de oppervlaktebewerking van betonvloeren: schuren, frezen, egaliseren, opruwen, herstellen, ... De betonbewerking doen we vanuit een aparte vennootschap. Cibor NV staat voor alles wat lekdetectie, bouwpathologie en hersteltechnieken is. Cibor Betonboringen is de betonbewerking. In totaal realiseren we vandaag een omzet van 16 miljoen euro.”
STERCK. In welke regio zijn jullie actief?
Matthias: “We zijn actief in heel België maar volgen een klant soms ook naar het buitenland. Zoals een opdracht aan de Duits-Zwitserse grens voor een klant die een lek aan zijn zwembad had. We hebben recent nog de media gehaald omdat we in Zuid-Duitsland hebben geholpen om de lekken van een stedelijk openbaar zwembad op te lossen. Vorige week waren we in Amsterdam, volgende maand staat een opdracht op de Canarische Eilanden op het programma. Onze mensen vinden het wel eens fijn om zo’n opdracht in het buitenland te doen.”
STERCK. Technologie en innovatie spelen een belangrijke rol?
Patrick: “Ons motto is dat we pas neen zeggen tegen een klant, nadat we eerst grondig hebben nagedacht of we zijn of haar specifieke probleem toch niet kunnen oplossen. En we zoeken permanent naar nieuwe technologieën die we eventueel zelf aanpassen. Sommige technieken uit totaal andere sectoren zijn soms heel geschikt in onze business.”
STERCK. Jullie werken voor een brede doelgroep?
Matthias: “We werken voor aannemers, industrie, verzekeraars, particulieren, gerechtsexperten, openbare besturen,… Dat gaat heel breed. Er zijn nog partijen die één van onze activiteiten aanbieden, maar in ons totale aanbod zijn we uniek. We hebben ook flink geïnvesteerd in ICT en mensen met specifieke skills. Zo werken er bij ons verschillende ingenieurs in de R&D en projectvoorbereiding. Onze professionele structuur maakt dat we bijna altijd ja kunnen zeggen tegen een klant.”
Familiale opvolging
STERCK. Eline en Matthias, jullie zijn intussen beiden actief in het bedrijf. Was het voor jullie al snel duidelijk dat jullie het familiebedrijf zouden vervoegen?
Matthias: “Voor mij wel. Ik werk al 14 jaar voor Cibor. Na mijn opleiding ben ik hier meteen begonnen. Ik deed hier op mijn 15e al vakantiewerk. Als tiener is het niet evident om ’s morgens om half zes met een busje te worden opgepikt om te gaan werken. Ik heb mee op de werven gestaan. De ene dag was dat lekdetectie en redelijk proper werk. De andere dag ga je mee gaten boren op een werf in de regen. Zo krijg je respect voor wat onze mensen doen. En zie je waar de problemen zitten. Verschillende medewerkers met meer anciënniteit dan ik komen nu nog soms naar mij toe met praktische vragen omdat ze zelf nooit op de werf hebben gestaan. We krijgen thuis aan de keukentafel ook al 25 jaar alle verhalen mee. De mooie kanten, maar ook de minder mooie. Als er problemen zijn, voel je dat thuis onvermijdelijk ook.”
De kinderen mogen van mij het bedrijf overnemen, maar ze moeten eerst laten zien dat ze het kunnen.
Eline: “Ik heb vroeger altijd gezegd dat ik nooit in het bedrijf zou stappen. Na mijn master handelswetenschappen heb ik een tijd in de haven van Antwerpen gewerkt en daarna bij Janssen Pharmaceutica. En ik zou daar nooit weggaan. Tot thuis de gesprekken over opvolging in het familiebedrijf begonnen (lacht). Papa gaat ooit met pensioen en het zou bijzonder jammer zijn, moest zijn levenswerk niet worden verdergezet. Daarom ben ik vorig jaar ook mee in het bedrijf gestapt en ik heb daar nog geen seconde spijt van gehad. Ook al is het een heel ander type bedrijf dan ik gewoon was.”
STERCK. Hoe is de taakverdeling tussen jullie beiden?
Eline: “Matthias staat meer in voor het operationele en het technische. Met mijn master handelswetenschappen ben ik actief in hr, finance en legal. Bij Janssen Pharmaceutica was ik verantwoordelijk voor logistiek, douane en accijnzen. Dat is iets heel anders. Maar als je ons twee langs elkaar zet, heb ik misschien wel meer de people skills en Matthias meer de technische inzichten. Dat matcht heel goed.”
Matthias: “Wat mij minder ligt of waar mijn interesses niet naar uitgaan, zijn Eline haar sterke punten. En zo vullen we elkaar goed aan.”
STERCK. Hoe zijn de gesprekken over opvolging op gang gekomen?
Patrick: “Eigenlijk zoals dat wel vaker gebeurt, toen we door een investeringsgroep zijn benaderd om het bedrijf te verkopen. Zulke groepen zijn altijd op zoek naar bedrijven die mooie cijfers realiseren. Ik heb de kaarten thuis op tafel gelegd. Willen jullie Cibor overnemen of niet? Eline was toen nog niet actief in het bedrijf. Bij een verkoop aan externen krijg je een mooie som geld, maar heb je wel geen bedrijf meer. Of je gaat verder met het bedrijf en het familiale vermogen blijft in het bedrijf. Dan ga je verder met de mooie en de minder mooie kanten van het ondernemerschap.
De kinderen hebben aangegeven dat ze het bedrijf samen wilden verderzetten. Vervolgens hebben we ons laten bijstaan in de concrete aanpak. Ze mogen van mij het bedrijf overnemen, maar ze moeten eerst laten zien dat ze het kunnen. Het is niet de bedoeling om alles zomaar te schenken. Je moet dat fiscaal en juridisch vastleggen en we hebben ook de aanzet gegeven voor een familiecharter. Concrete afspraken zijn nodig zodat er op een later moment geen kink in de kabel komt. Bij VKW Familiebedrijven hebben we een ervaren klankbord gevonden om ons te begeleiden.”
Skin in the game
STERCK. Hoe verloopt de overdracht praktisch?
Patrick: “Matthias en Eline hebben beiden een percentage aandelen gekocht zodat ze ook wat ‘skin in the game’ hebben. Op het einde van de maand moet de bank worden betaald. Hun ondernemerschap is niet vrijblijvend. Toen ik indertijd begon moest ik op het einde van de maand elke euro tellen om de facturen te kunnen betalen. Nu gaan zij ook een engagement aan.”
Matthias: “Dat is ook niet meer dan normaal. Voor papa was het waarschijnlijk gemakkelijker geweest om het bedrijf te verkopen. Maar hij heeft daar wel dertig jaar lang heel hard aan gewerkt en veel voor gelaten. En na een verkoop kan het in sommige gevallen binnen 2 jaar helemaal weg zijn. Bij Cibor hebben we een heel laag personeelsverloop. Sommige medewerkers zijn meer dan 20 jaar dienst. Je hebt een verantwoordelijkheid naar die mensen toe. Het is ook hun toekomst.”
STERCK. Is het op de arbeidsmarkt een voordeel om familiebedrijf te zijn?
Eline: “Ja, en dat merk je wel. Sollicitanten voelen al snel ons familiaal karakter met een open communicatiecultuur. Ik breng bijvoorbeeld regelmatig mijn hond mee naar het werk. Dat helpt om de zenuwen van sollicitanten te bedwingen. Veel van onze techniekers komen maar een paar keer per jaar op kantoor, maar toch worden ze aangesproken hoe het met hun familie gaat. We zijn één grote familie. Het is wel een hele uitdaging om over het hele land onze dienstverlening te stroomlijnen. We hebben techniekers in Libramont en in De Panne. Verzekeringsmaatschappijen zijn over heel het land actief en verwachten overal dezelfde service. We organiseren dan ook regelmatig techniekermeetings, volgen onze mensen kort op en geven geregeld feedback.”
Managementteam
STERCK. Gaat de intrede van een nieuwe generatie ook samen met een professionaliseringsslag?
Eline: “Dat was voor mij ook belangrijk. Een jaar of 4 geleden zou ik niet in het bedrijf zijn gestapt, want papa deed toen alles. Uiteindelijk is er een managementteam opgericht met daarin mensen met verschillende achtergronden en vaardigheden. Matthias en ik maken daar ook deel van uit. Daar worden bepaalde beslissingen genomen. En we bespreken ook onderling de dossiers.”
STERCK. Is loslaten de moeilijkste oefening voor de oprichter?
Patrick: “Dat is inderdaad niet altijd eenvoudig. Maar het helpt wel dat er nu ook mensen met de nodige anciënniteit en een diverse achtergrond in het managementteam zetelen. We verdelen daar de taken en nemen beslissingen. Op die manier ben ik ook wat geruster. Als ik eens een paar dagen niet op het bedrijf kom, is ook alles in orde. De uitdaging die de kinderen hebben met een bedrijf van deze omvang, is in mijn ogen trouwens groter dan de uitdaging die ik had toen ik indertijd startte.”
Eline: “Voor de techniekers is papa de beste baas die ze ooit hebben gehad. Dan is het niet gemakkelijk om het minstens even goed te doen (lacht).”
STERCK. Werken jullie ook met externe raad van advies?
Patrick: “Nog niet. We willen daar in de toekomst wel werk van maken. Zo kan je regelmatig met mensen van buiten het bedrijf van gedachten wisselen. Externen kunnen helpen om het globale plaatje te zien, het familiale en het bedrijf. En ze helpen je om strategischer te denken. Al zie ik wel dat veel ondernemers uit mijn tijd tegenwoordig allemaal hun bedrijf verkocht hebben (lacht). De ene al met meer succes en voldoening dan de andere.”
STERCK. Wat zien jullie als de grootste uitdaging voor de volgende jaren?
Eline: “Ik denk dan vooral aan de hele familiale overdracht. De samenwerking tussen Matthias en mij. Dat moet je leren. Nu zit papa nog tussen ons, maar er komt een moment dat papa dat minder zal gaan doen en we alles zelf moeten oplossen. Daar moeten we goed over nadenken en de nodige afspraken over vastleggen. Dat zal overal zo zijn als twee kinderen het bedrijf overnemen. We hebben beiden een assessment laten doen. Daar is uitgekomen dat we heel complementair zijn, ieder met zijn/haar persoonlijkheid. Daar gaan we nu verder mee aan de slag om onze connectie nog te verbeteren.”