In 1936 werd Haven Genk opgericht, toen nog onder de naam Kolenhaven van Genk. Vandaag is die multimodale binnenlandterminal een onmisbaar logistiek platform dat economisch én ecologisch een interessante keuze is. “We zijn niet concurrerend, maar wel complementair met het wegtransport”, stelt Patrick Geerinck, directeur van Haven Genk.
Dankzij zijn ligging tussen de Euregio en de havens van Antwerpen, Zee-brugge en Rotterdam is Haven Genk de perfecte hub om de aan- en afvoer van die zeehavens te faciliteren. “Het is rendabel om de laatste 100 km per schip af te leggen. De rijtijd voor vrachtwagens tijdens de laatste 100 km bedraagt dikwijls het dubbele dan gemiddeld tijdens de eerste 500 km. Als je dus omschakelt van de weg naar de binnenvaart, vermijd je de congestie rond Antwerpen. De netto optelsom voor de transporteur en klant kan oplopen tot meer dan 100 euro per rit.”
Ecologischer
Het vervoer per binnenschip heeft een uitstoot die per ton/km bijna de helft bedraagt van wegtransport. “We beschikken ook over drie windmolens waardoor onze eigen CO2-uitstoot nu bij de laagste van heel Europa is.” Maar er zijn nog troeven. Zo kan Haven Genk met uitzondering van vloeibare bulk alle goederensoorten overslaan, zelfs extra grote en zware projectlading. Daarnaast biedt het tijdelijke stockageruimte, het overladen van goederen, fumigatie en het schoonmaken en repareren van containers aan. “Kortom, we hebben alles in huis om voor elke klant een meerwaarde te kunnen betekenen.”.