“Het vergt moed, doorzettingsvermogen en veel mensenkennis om in sommige landen te ondernemen. Maar bovenal begint alles met veel passie”, zegt Guy Velge die in 2002 het familiebedrijf Polytra van zijn vader overnam en de activiteiten in Afrika verder ontwikkelde.
Polytra is al jaren een gerenommeerde naam in de internationale logistiek. Het familiebedrijf van de tweede generatie werd in 1973 opgericht door vader Maurice. Zoon Guy nam dertig jaar later het bedrijf over en breidde de activiteiten geleidelijk wereldwijd uit. Sommige klanten gaan al vier decennia terug en zijn mee gegroeid met Polytra zelf. Drie elementen zorgen voor die trouwe klandizie: de expertise en uitmuntende dienstverlening en vooral de passie waarmee de medewerkers alle cargo behandelen alsof ze van Polytra zelf is.
Zaken doen in Afrika draait rond mensen, niet rond technologie.
Guy Velge: “Mijn vader richtte eind jaren zeventig Polytra op. Het werd destijds stilaan een schizofrene situatie om enerzijds een expeditiebedrijf te zijn en anderzijds een scheepsagentuur. Als scheepsagentuur ben je immers de vertegenwoordiger van een rederij in een vreemde haven en vertegenwoordig je de belangen van die rederij. Als expediteur ben je de architect van het verzenden van de goederen. Je bent het tussenstation tussen de verlader of de verzender van de goederen en de effectieve transporteur en in onze gevallen de rederij. Op den duur waren we opdrachtgever en opdrachtuitvoerder tegelijk. Vandaar de afsplitsing.”
Drie activiteiten
“Onze transportactiviteiten zijn tegenwoordig onder te verdelen in drie grote activiteiten. Ten eerste de industriële klanten uit de chemie, petrochemie en plasticindustrie zoals BASF en Bekaert, die voor ons de grote volumes betekenen. We doen voor hen transport, het douanetechnische aspect en de administratie. Het gaat hier om transport van fabriek tot haven en omgekeerd.
Ten tweede hebben we onze projectafdeling waarbij we alles uitvoeren wat uitzonderlijk is qua transport of bestemming: puur maatwerk en van deur tot deur. We doen zowel het voor- als het natransport. Er komt effectief heel wat engineering bij kijken: stabiliteitsberekeningen, bruggen bouwen en dergelijke meer.
Onze derde tak vloeide voort uit onze eerdere activiteiten in Afrika, waar we eind jaren negentig grote transportprojecten in de mijnindustrie realiseerden. Op basis daarvan hebben we onze logistieke poot in dat continent uitgebreid: transport, laden en lossen, warehousemanagement, … De Congolese activiteiten speelden zich toen vooral af in de provincie Katanga. Polytra zorgde in Katanga voor het vervoer van ertsen en mineralen. Naast die activiteiten hielden we ons daar ook bezig met het transport van chemische producten en het vervoer van uitrusting voor fabrieken, bruggen, luchthavens, enzovoort. Intussen zijn we over bijna het hele Afrikaanse continent actief."
Transportbedrijf zoekt mobiliteit
Ondernemer Guy Velge verhuisde in 2008 met zijn expeditiebedrijf van het hartje van Antwerpen naar Berchem. Hij is letterlijk gevlucht omdat "men alles doet om de mobiliteit slechter te maken."
Polytra opereerde jaren vanuit de Keizerstraat in de binnenstad. Omdat het gebouw verouderd was, besliste Velge Antwerpen te verlaten. “Het werd steeds moeilijker om het centrum in of uit te rijden. Als ik rond de middag in Brussel moest zijn, verloor ik evenveel tijd in de binnenstad als op de autostrade. We hadden enkele parkeerplaatsen in de buurt. Maar de meesten van onze werknemers toen betaalden zich blauw aan parking.” Zijn keuze voor Berchem was toevallig. “We zochten naar een pand buiten de stad en er deed zich in Berchem een opportuniteit voor. Een deel van het personeel komt van het noorden en zuiden van Antwerpen, van Limburg en Brussel. Zij verliezen nu veel minder tijd.”
Overlever
Polytra is, zelfs in de woelige politieke tijden die in Afrika nooit ver weg zijn, een van de ‘overlevers’ geweest. Samen met een handvol Belgische bedrijven is de familie Velge altijd blijven geloven in de rijkdommen en de investeringskansen. In één alinea werden dan meestal de industriëlen George Forrest en William Damseaux, de invoerder van levensmiddelen, genoemd. Of de holding Texaf, de grootste textielfabriek van Congo, scheepsbouwer Chanic, BIA, Tractebel en Umicore. Stuk voor stuk toch kroonjuwelen van de Belgische internationale economie.
Polytra vertoeft met andere woorden in goed gezelschap en heeft van internationaal transport in de nichemarkt die het donkere continent uiteindelijk toch nog altijd is, zijn specialiteit gemaakt.
STERCK. Terwijl heel de wereld zich het jongste decennium op de BRIC-landen heeft gefocused, doet Polytra dat net niet?
Velge: “In de BRIC-landen moeten en willen we niet zijn. We zijn een familiebedrijf, een KMO eigenlijk, zelfs al zijn we in heel wat landen actief. Wij bieden vooral kwaliteit aan de juiste prijs en met een doorgedreven service. Wereldwijd gezien zijn we echter een kleine speler op de markt. Waarom zouden we ons gaan mengen in de multinationale prijzenslag met al die mastodonten die zich op de BRIC-landen toespitsen? Onrechtstreeks komt die business trouwens toch ook naar ons. We werken niet rechtstreeks met India of China. Ik blijf het zeer moeilijk vinden om daar zaken te doen, ook door de handicap van de taal. Maar we transporteren hun producten wel. Op die manier zijn we eigenlijk ook zaken aan het doen met die BRIC-landen.”
Afrikaanse mentaliteit
STERCK. Veel van uw collega’s hebben een zekere schroom om in Afrika aan de slag te gaan. De onbekende en onberekenbare politiek schrikt veel zakenlui nog af?
Velge: “Het vergt effectief een speciale mentaliteit om in Afrika zaken te doen, dat is zeker zo. Intussen hebben we echter al decennialange ervaring in die landen. We verzorgen transport in 15 à 20 Afrikaanse landen nu en hebben filialen in Lubumbashi, Kinshasa, Zambië, Zuid-Afrika en Tanzania. We breiden tegelijk ook in Europa uit. Sinds 2013 hebben we – in volle crisis – ook een kantoor geopend in Barcelona en dat bleek een voltreffer te zijn. Duitsland zit er ook aan te komen. Toch blijven we een beheersbaar bedrijf met op de hoofdzetel in Antwerpen zo’n 45 werknemers. In Barcelona hebben we lang met één personeelslid gewerkt. Het is immers niet ons objectief om effectief in heel de wereld aanwezig te zijn. Een te grote internationale firma vraagt enorm veel tijd, people management en vergaderingen. Bij ons staat de klant centraal. Daar steken we liever onze tijd en moeite in.”
Waarom liggen mijnen nooit langs autostrades?
Ofschoon Polytra in zowat alle segmenten van het internationale transport actief is, blijven de ‘speciallekes’ tot de verbeelding spreken. “We hebben ooit een deel van de Duitse ambassade in Kaboel weggehaald, een job waar niet iedereen voor te springen stond. Wie een container of een immense turbine in het midden van Afrika wil krijgen komt bij ons terecht. Wij stippelen het traject helemaal uit. Google Earth is meestal al een eerste richtingwijzer, maar vaak gaan onze mensen ter plekke. En dan nog is het al gebeurd dat we met een stuk van 100 ton vast zaten omdat er tussen ons bezoek en het transport een vluchtheuvel was bijgekomen. Ik heb me al vaak afgevraagd waarom mijnen zich nooit naast autostrades bevinden (lacht).”
“Wat Afrika betreft blijft het een moeilijk continent: niks gaat er echt gemakkelijk of vanzelf. Alles gaat bijzonder traag ook: er is een zekere inertie en de infrastructuur wil niet altijd mee. In Congo is er bijvoorbeeld geïnvesteerd in een fantastisch mobiel netwerk dat de vaste telefonie compleet heeft vervangen. Maar als je zonder elektriciteit zit, ben je daar ook niets mee. Wie in Afrika zaken wil doen, moet ook weten dat alles daar nog steeds rond mensen draait en minder of niet rond technologie. Met IT kom je voorlopig nog nergens. Maar het is zeker en vast een continent met veel potentieel, ook al liggen de volumes er een pak lager dan bijvoorbeeld in die BRIC-landen. Nogmaals: voor wie de moeite neemt om Afrika te leren kennen en er te investeren, loont het zeker de moeite.”
De weg van A naar B loopt altijd via de onbekende factor X.
STERCK. Werken jullie dan bij voorkeur met lokale agenten of toch Europese of Westerse onderaannemers?
Velge: “Zelf hebben we niet zo heel veel hardware in huis. We zijn een puur dienstenbedrijf. Als al het nodige aanwezig is, dan gaat onze voorkeur naar lokale partners die het reilen en zeilen ter plekke kennen. Meestal is dat ook goedkoper dan firma’s van bij ons in te zetten. Basisprincipe blijft echter dat ze onze kwalitatieve dienstverlening kunnen garanderen. In landen waar we dat kunnen garanderen, heeft het ook geen zin om eigen filialen te gaan oprichten. We doen dat enkel als we geen volledige controle hebben op het hele proces of als we vrezen dat de lokale agent ons er op termijn wil uitwerken.”
STERCK. Hoe onderhouden jullie dat persoonlijk contact dan?
Velge: “Door heel veel ter plekke te gaan. Ik ben bijvoorbeeld net terug van China. En ik breng toch zo’n vier maanden per jaar door in Afrika. Mensen willen je zien, met je praten, ze willen horen dat je weet waarover je praat en dat je weet over welke bruggen of rivieren je spreekt. Dat boezemt hen vertrouwen in. Een e-mail is in Afrika alles behalve overtuigend. Je moet het hen zelf gaan vertellen en ter plaatse gaan kijken om te weten hoe de toestand echt is.”
“De situatie is natuurlijk verschillend in ieder land van Afrika: het is een smeltkroes van culturen en mentaliteiten waarbij je ook nog met de religieuze verschillen en de islamitisering van het continent zit. Door onze vroegere koloniale geschiedenis genieten wij wel nog altijd een zekere sympathie bij de Afrikanen en zeker bij de Congolezen: dat is een onmiskenbare troef.”
STERCK. Jullie noemen jullie zelf ‘transport engineers’: wat houdt dat precies in?
Velge: “Cargo behandelen alsof het de onze is: dat is het motto van Polytra. We hebben vier pijlers waarop ons beleid gestoeld is: passie, engagement, verantwoordelijkheid en vertrouwen. Dat proberen we zowel in ons dagelijks transport als in de zogeheten ‘mission impossibles’ te leggen.
We kennen geen ‘neen.’ We zijn eigenlijk al 200 jaar bezig. Op die twee eeuwen hebben we heus wel al een en ander geleerd. Iets van A naar B brengen is een van de meest moeilijke wiskundige formules die er bestaan. En vrijwel altijd is er de onbekende factor X. In continenten zoals Afrika of Latijns-Amerika is dat zeker het geval. Enkel een logistiek bedrijf met voldoende ervaring en een hoog service-gehalte kan dat onbekende element X inschatten en ervoor zorgen dat het geen onoverkomelijk obstakel wordt.
We ontwikkelen daarom binnen onze project-afdeling echte ‘out of the box’-oplossingen. Dat is ook nodig wanneer je locomotieven of een turbine in het echte niemandsland wil krijgen."
STERCK. Dat betekent veel slapeloze nachten wanneer zulke ladingen onderweg zijn?
Velge: “We werken uiteraard met lokale agenten die het klappen van de zweep kennen. Meestal lossen zij de probleempjes wel meteen op, maar in noodgevallen staan wij paraat. In het slechtste geval vertrekt er iemand vanuit Antwerpen om de situatie ter plekke te bekijken. Op 24 uur kun je bijna overal paraat zijn: dat is geen onoverkomelijke zaak in de wereld van vandaag.”.
Het patent van Napoleon
Polytra stamt uit een rijke en lange traditie. Het bedrijf is in 1973 als apart expeditiebedrijf ontstaan als spin-off van de 150 jaar oude scheeps- agentuur Grisar & Velge. De agentuur Grisar & Velge ontstond in 1966 op haar beurt uit een fusie van Grisar & Marsily enerzijds en Randaxhe-Bally anderzijds. De eigenlijke wortels van het huis gaan echter terug tot de officiële oprichting in 1818. Charles Grisar, die uit Luik overkwam, kreeg al in 1811 een patent van Napoleon, dat in 1816 tijdens het Nederlands bewind opnieuw bevestigd werd. Het aantal patenten bedroeg toen 100 en vanaf 1828 slechts 60, waarvan tien voor schepen. Grisar hield één van die tien. De maatschappij doorwentelde verder de hele Belgische geschiedenis: de Belgische onafhankelijkheid in 1830, de sociale strubbelingen van 1848, twee wereldoorlogen en de crisis tijdens het interbellum. Maurice Velge trad in 1961 in dienst en maakte vanaf dan de hele evolutie naar containers mee. In 1973 richtte hij het expeditiebedrijf Polytra op. Hij zou later voor zijn verdiensten geadeld worden tot baron. In 2002 werd zijn zoon Guy Velge gedelegeerd bestuurder. Onder hem werd letterlijk en figuurlijk een nieuwe koers gevaren, met respect voor de familiegeschiedenis.