Als er één naam is die u de volgende jaren in de gaten moet houden dan is het die van Jorik Rombouts. Deze beloftevolle Antwerpse starter levert IT-oplossingen aan de top van het Antwerpse bedrijfsleven en tovert het ene na het andere innovatieve project uit zijn hoed. Ook innovatief, maar minder disruptief, gaat het er aan toe bij Standaard Boekhandel. Ondanks de druk op de boekensector groeit het bedrijf al 30 jaar aan een stuk. Gedelegeerd bestuurder Geert Schotte, ook ondervoorzitter bij Voka Antwerpen-Waasland, brengt met succes de digitale economie binnen in een klassieke sector.
Rombit maakt mobiele en webbased interfaces voor de industrie. Deze komen bovenop de lokale laag van aanwezige hardware, software en data zodat ze beter met elkaar geïntegreerd en gekoppeld worden en mobiel beschikbaar zijn. Zo wordt het mogelijk om van overal machines te besturen of data te gebruiken zonder dat je in de buurt van het bedrijf moet zijn. Het levert enorme efficiëntievoordelen op en leidt tot workflow- en procesoptimalisatie. Rombit werkt intussen voor gerenommeerde klanten zoals Haven Antwerpen, Gosselin Group, Autogrill, JC Decaux, …
“De Rombouts Holding werkt rond ‘the internet of things’ waarin we focussen op automatisatie in de industrie. Daaronder ressorteren een aantal start-ups waarin we al dan niet samen met partners ideeën uitwerken tot een eigen product”, legt Jorik Rombouts uit. “Zo kan het zijn dat we samen met een klant een goed automatiseringsidee hebben dat hij niet onmiddellijk kan financieren. Een samenwerkingsmogelijkheid bestaat er dan in om tegelijk met het ontwikkelen van de oplossing mee te investeren in zijn zaak. Op die manier kunnen we aandelen verwerven van een bedrijf waarvan we overtuigd zijn dat het potentieel heeft en dat mogelijk een sterke groei zal kennen. De kracht schuilt in het feit dat we het bedrijf helpen innoveren en een concurrentieel voordeel geven om meer markt te veroveren. Zo hebben we een zestal partnerships lopen.”
In België wordt je hoofd eraf gehakt als je boven het maaiveld uitsteekt.
Geert Schotte: “Waarom kies je voor zo’n methodiek? Je zou ook een product kunnen ontwikkelen en dat zelf in de markt zetten?”
Jorik Rombouts: “Dat klopt maar ik wil vermijden dat we moeten investeren om een hoop salesmensen op de baan te hebben. Met ons eigen product BadgeControl gaan we wel zelf naar de bouwbedrijven toe. Maar ik vind het nog interessanter om met een grote reseller of partner te werken die het voor ons in de markt zet. Het is ook een vorm van risico-
spreiding. En zodra het product klaar is, kan je je dan focussen op nieuwe ontwikkelingen.”
Schotte: “Je zou voor een soort van licentiemodel kunnen kiezen om terugkerende inkomstenstromen te genereren?”
Rombouts: “We hebben bijvoorbeeld makelaarssoftware ‘The Brokery’ ontwikkeld die we uitgerold hebben binnen de hele ERA-groep. Zoiets heeft veel tijd nodig. Die software is nog 100% van ons en zouden we ook aan andere makelaars kunnen aanbieden. Dat kan via een reseller die al software bouwt voor hen, maar we zouden de oplossing ook in één klap volledig kunnen verkopen en de winst investeren in andere projecten.”
STERCK. Je bent al tijdens je studies met je bedrijf begonnen?
Rombouts: “Ik studeerde in 2007 voor industrieel ingenieur en voelde al snel aan dat software in de toekomst niet meer geïnstalleerd zou worden op computers en dat je veel intelligentie in websites kon stoppen. Niet iedereen deelde die mening. In mijn derde jaar heb ik besloten om te stoppen en heb ik me gefocust op het behalen van een bachelordiploma om zo snel mogelijk een bedrijf op te kunnen richten. Intussen werkte ik aan dat ERA-project waar ik al 10 kantoren als klant had.
De uitdaging is om papier en online in een businessmodel samen te brengen.
Direct na mijn afstuderen heb ik op korte tijd drie ontwikkelaars aangenomen. Als je het werk blijft doen waarin je bedrijf gespecialiseerd is, zal je nooit echt groeien. Anderhalf jaar later was de ‘The Brokery’ klaar en zijn we aan een aantal nieuwe ideeën en projecten begonnen. We zijn dan snel naar 20 mensen gegroeid.”
STERCK. 2014 was een echt katalysator-jaar voor jullie?
Rombouts: “De deelname aan de Antwerpse handelsmissie naar Shanghai-Singapore, het winnen van de prijs beloftevolle starter bij Voka Antwerpen-Waasland, de Trends Gazellen en nog enkele andere nominaties zijn inderdaad een echte katalysator geweest. Via de handelsmissie ben ik in contact kunnen komen met de CEO’s van topbedrijven zoals DEME, Katoen Natie, Gosselin, Egemin, … En daarnaast hebben we met geslaagde projecten zoals het Walstroomplatform ook heel goede reclame gemaakt. Ik heb nu een enorm netwerk dat we met drie mensen niet bespeeld krijgen en een pak naamkaartjes van mensen die ik nog moet terugbellen.
We hebben een partnership met Iminds, zijn boegbeeld voor Startup Village Antwerpen, de grote banken en universiteiten vragen ons om te spreken over innovatie. We gaan rechtstreeks een brug slaan naar de UA voor doctoraats- en masterstudenten. Het houdt niet op. Die innovatie, netwerking en directe wisselwerking doe ik zeer graag.”
Ondernemerschap
STERCK. Jullie hebben nog verschillende verrassingen in petto?
Rombouts: “We werken ondermeer aan een idee waarover we al met topmensen van de haven, de stad, Iminds, ... gesproken hebben. We willen een incubatiecentrum in de haven oprichten om eindelijk eens die brug te slaan tussen stad en haven. Veel studenten en start-ups kennen de haven totaal niet. We kunnen producten helpen bedenken die zo goed zijn dat ze onder de vlag van de haven verkocht kunnen worden. Er zijn al heel wat partners die dat willen sponsoren en ook de politiek staat er sterk achter.”
Schotte: “Ik ben met mijn mond open aan het luisteren. Het is indrukwekkend wat Jorik al gepresteerd heeft op een heel korte periode. Die creativiteit om vanuit een project in de haven een incubatiecentrum te willen creëren met een sterk draagvlak bij de ‘fine fleur’ van het Antwerpse havenbedrijf en de politiek. Dat is meteen een aantal stappen verder. Dat is echt ondernemerschap. Ik voel me eerder een manager. Al moet ook een manager ondernemend zijn om succesvol te zijn.”
Rombouts: “Ik ken mijn zwaktes maar heb me gewapend met goede mensen die deze ruimschoots compenseren. Daarentegen ben ik wel goed in luisteren naar mensen, begrijpen wat ze willen en na drie keer gepraat te hebben echt hun taal te spreken.”
Ik heb nog een pak naamkaartjes van ondernemers die ik moet terugbellen.
STERCK. Als ondervoorzitter bij Voka gaat jong ondernemerschap u sterk ter harte?
Schotte: “Anders dan vroeger zie je nu veel meer jongeren die al op heel jonge leeftijd beginnen met ondernemen en tijdens hun studies al bepaalde ideeën aftoetsen. Dat zie je ook bij VOKA. Jonge mensen lijken tegenwoordig veel sneller de opportuniteiten te zien in markten waar mijn generatie minder mee opgegroeid is. En dan ben ik niet eens zo ontzettend veel ouder dan Jorik. Ik heb het gevoel dat er een omgeving ontstaat waar ondernemerschap wordt toegejuicht. Maar we komen ook uit een tijd dat je als ondernemer of manager werd overladen met alle zonden van Israël. Ik denk en hoop dat we nu de omgekeerde beweging zien.”
Rombouts: “Het probleem is onze Belgische mentaliteit dat je hoofd eraf gehakt wordt zodra je die boven het maaiveld uitsteekt. In de IT zijn heel wat toppers zoals een Dries Buytaert en Davy Kestens al weggetrokken. Maar je ziet toch dat de nieuwe generatie elkaar echt het succes gunt.”
Schotte: “Een ondernemer die failliet gegaan is wordt hier nog altijd enorm gestigmatiseerd. In de VS is dat bijna een must om iets voor elkaar te krijgen. Een bewijs dat je ervaring en ondernemingszin hebt. De afgunst voor mensen met succes is er veel minder aanwezig.”
Rombouts: “Er zijn mensen die wegtrekken uit een land als ze het niet goed vinden. Ik vind dat je ook moet proberen om het hier te verbeteren. Daar wil ik wel mijn steentje toe bijdragen. Ik begeleid via Bryo en Start-IT bijvoorbeeld ook andere jonge starters. Mijn bedrijf staat op een grond en die grond moet je ook mee bemesten en bezaaien. Dat idee wil ik meegeven.”
Consument als bindmiddel
STERCK. Standaard Boekhandel is actief in een totaal andere sector. Maar jullie slagen erin om al 30 jaar lang elk jaar te groeien?
Schotte: “We zijn een klassiek bedrijf en onze fysieke winkels vormen nog altijd ons DNA. Maar zonder mensen zijn die niets waard. Daar draait alles om. Het is de consument die ons bindt en het is de consument die beslist wat en hoe hij gaat kopen en lezen. We zijn ervan overtuigd dat algoritmen, hoe goed ze ook zijn, de mens nooit gaan kunnen vervangen. We zijn bijvoorbeeld pas eind 2011 live gegaan met een webshop omdat de online markt voor boeken in Vlaanderen pas toen echt begon te ontwikkelen.”
“We krijgen nu concurrenten die we vroeger niet hadden. Niet alleen de zelfstandige boekhandels en grootwarenhuizen maar ook Amazon, Bol.com, Google en Apple. Topbedrijven met miljarden dollars omzet. Je moet kijken hoe je daarop kan anticiperen zonder jezelf te verloochenen. De lancering van de Tolino e-reader is daar een goed voorbeeld van. We waren niet de eerste in de markt met e-readers. Maar we zijn met een technisch sterke partner (Deutsche Telecom) gaan kijken hoe we die technologie konden matchen met ons klantencontact dat centraal staat. Het blijft voor ons een kleine markt van enkele procenten, al zie je wel steeds meer mensen gebruik maken van de technologie.”
STERCK. Waarin schuilt jullie succes?
Schotte: “Dat ligt voor een stuk in het feit dat we erin slagen om veranderingen evolutief in onze organisatie binnen te brengen. Niet op een revolutionaire manier die alles overhoop gooit. De risico’s die wij nemen zijn goed doordacht en lang op voorhand doorgenomen. We innoveren minder snel maar eens de beslissing genomen is kunnen we dankzij onze schaal wel goed snelheid maken en doorschakelen. We hebben intern heel korte lijnen waardoor je ook in een grote organisatie snel kan gaan. Belangrijk is om projecten te kiezen die passen bij het DNA van je organisatie.”
Externe partner
STERCK. Jorik, kunnen jullie de groei op eigen kracht volhouden?
Rombouts: “De laatste maand valt de ene offerte na de andere. We hebben nu gewoon niet genoeg volk omdat we in onze profielen de lat hoog leggen met burgerlijk en industrieel ingenieurs die echt top zijn. We moeten een superteam zijn. Die profielen zijn erg moeilijk te vinden en kosten veel geld. Bovendien moeten we onze projecten voorfinancieren en dat doet nu wel pijn.”
STERCK. Jullie zoeken dus extern kapitaal?
Rombouts: “Ik heb nooit een bijkomende investeerder willen toelaten, maar op dat punt ben ik recent van gedacht veranderd. Ik wil de voorsprong die we hebben ten opzichte van onze concurrenten behouden en daarom zo snel mogelijk naar 50 medewerkers doorgroeien. Maar dat kan alleen met extra kapitaal. We krijgen nu elke week wel een voorstel van bedrijven en business angels.”
Schotte: “Jullie zijn één van de weinige bedrijven in jullie sector die nog in Vlaanderen verankerd zijn. De meesten zijn uitgevlagd naar de VS. Dat maakt het extra interessant voor investeerders.”
Rombouts: “Er zijn partijen die geïnteresseerd zijn in onze producten en anderen die meer zien in de service van de Rombouts-holding. Ik ben eerder geneigd om een partner toe te laten in de producten omdat ik daar toch regelmatig exits voorbereid. Dan kunnen we onze producten nog veel harder doen boomen in België maar ook in heel Europa. Ze hebben daar het potentieel voor.”
Schotte: “Hoe rijm je dat je vanuit Rombit competenties, schaal en mensen nodig hebt, maar toch overweegt om vreemd kapitaal toe te laten net in die bedrijfjes die er los van staan?”
Rombouts: “Ik bekijk het meer als een aandelenportefeuille. Je hebt de Rombouts Holding en daaronder zitten ideeën waarvan ik geloof dat er geld mee te verdienen valt. Ik vraag aan investeerders om geld te geven aan de holding en ik ga dat dan verstandig beleggen in innovatieprojecten. Er zullen er misschien een paar minder succesvol zijn, maar er zullen hopelijk ook enkele zeer rendabele uitschieters bij zijn. Het is een winwinsituatie. Je krijgt klanten bij voor Rombit en tegelijk bouw je je productportfolio uit. En als iets boomt in IT, dan boomt het meestal erg goed. We houden van uitdagingen."
Schotte: “Dat hebben we beiden gemeenschappelijk. Jij als ondernemer, ik bij Standaard Boekhandel. Als de uitdaging wegvalt en je moet op routine draaien dan is er nog weinig aan. Jouw mensen zijn geen mensen die dag in dag uit hetzelfde willen doen. Dat geldt evenzeer in onze branche.”
Digitale integratie
STERCK. Wat is de grootste uitdaging voor Standaard Boekhandel?
Schotte: “De evolutie van het hele digitale en online verhaal is een groot vraagteken. Een aantal marketinggoeroes hebben daar een uitgesproken mening over. Maar niemand kan weten waar de huidige bewegingen gaan stoppen. De uitdaging voor ons is om ondanks een redelijk zware en vaste kostenstructuur (winkelpanden huur je voor een lange periode) om te gaan met een wereld in verandering en spelers die mondiale spelers worden. Hoe kan je daarin toch je positie vrijwaren, groei realiseren en winstmaximalisatie nastreven? We hebben fors ingezet op de digitale lezer, maar we hebben geen idee of die markt volgend jaar gaat evolueren.
We geloven niet dat papier zal verdwijnen, het zal blijven bestaan naast
een digitaal aanbod.
We geloven niet dat papier zal verdwijnen. Wij geloven wel dat de markt zal verruimen en dat een deel ervan digitaal zal zijn. De uitdaging bestaat erin om online en papier in 1 businessmodel samen te brengen zonder je resultaten te kannibaliseren. De opwaardering van de Club-winkels die we vorig jaar in Wallonië hebben overgenomen is een tweede grote uitdaging. Daar hebben we nog een sterk groeipotentieel. Club heeft nu een dertigtal winkels maar er is ruimte voor 60 tot 70 winkels".