De jonge IT-ondernemer Geert Houben maakt momenteel furore met Cubigo, zijn onlineplatform dat het mogelijk moet maken om ouderen langer thuis te verzorgen. Zelfs bij wereldspeler Google houden ze de Limburger in de gaten. Dat doet ook minister Alexander De Croo die Houben uitnodigde voor een plaatsje in zijn denktank Digital Minds, een collectief van experts in de digitale wereld. Tot de groep behoren internetondernemers, CEO’s van techbedrijven, academici, durfkapitalisten en opiniemakers die de start en uitrol van de digitale agenda voor België moeten begeleiden.
Je kan hier in België iets creëren dat ons op de wereldkaart zet.
Geert Houben startte vier jaar geleden met de ontwikkeling van Cubigo. Via een reeks van icoontjes kunnen senioren op een touchscreen gemakkelijk allerlei functies activeren: van de huisarts en de maaltijden aan huis tot een chat met de (klein)kinderen. Sinds anderhalf jaar heeft Cubigo de eerste contracten met grote zorgorganisaties in België, Nederland en de VS. En er lopen proefprojecten in verschillende andere landen. Toen Houben als eerste Belg ooit door Google uitgenodigd werd voor het befaamde bootcamp Blackbox Connect, kreeg hij nationale én internationale media-aandacht. En het ideale forum om potentiële investeerders te ontmoeten. Cubigo is klaar voor de grote sprong voorwaarts.
Alexander De Croo heeft als vicepremier en minister van Digitale Zaken, Ontwikkelingssamenwerking, Telecom en Post erg uiteenlopende bevoegdheden in zijn portefeuille. Minder bekend is dat hij aan het begin van loopbaan, na een doortocht bij The Boston Consulting Group, zelf ook een tijd internet-ondernemer was. Samen met enkele partners richtte hij Darts-IP op, een adviesbureau op vlak van intellectuele rechten dat nu wereldwijd 12 vestigingen heeft. Als minister is zijn digitale agenda niet minder ambitieus. Tegen 2020 wil hij dat België bij de beste drie digitale landen van Europa behoort, moeten er in ons land 1.000 nieuwe start-ups het levenslicht zien en een dikke 50.000 nieuwe jobs gecreëerd zijn.
STERCK. Geert, waarom wilde je dit dubbelinterview graag met minister De Croo doen?
Geert Houben: “Alexander is iemand die wel degelijk begrijpt hoe ondernemers werken en die een aantal concrete acties ontwikkelt die volgens mij écht helpen, zoals de tax shelter. Vandaar dat ik het belangrijk vond dat hij ook een keer vanuit de overheid zijn visie op start-ups en digitalisering kan brengen. Die sector is de laatste twee jaar gigantisch veranderd. Daar is echt een omslag bezig. Als je dat met een paar ingrediënten mee kan aanwakkeren, kan je hier in België iets creëren dat ons op de wereldkaart zet.”
STERCK. Minister Decroo, hoe is Cubigo in uw denkgroep van Digital Minds terechtgekomen?
Alexander De Croo: “In de politiek worden vaak bibliotheken vol plannen gemaakt. Maar uitvoering, dat is vaak iets anders. Daarom zijn we in ons departement als een start-up gaan werken. Met een duidelijke visie en doel, en een paar projecten om alvast mee te vertrekken en eerste resultaten te boeken. We hebben de eerste twee à drie maanden tussen de 100 en 150 mensen ontmoet, van CEO’s uit de telecomsector tot academici en jonge starters. Uiteindelijk is daar een soort van klankbordgroep van ‘digital minds’ uitgekomen die een mooie doorsnede vormt van wie op digitaal vlak iets kan betekenen of veelbelovend is in België. En daar hoort Geert zeker bij.”
Het digitale domein is één van de sterkst democratiserende sectoren.
Verenigde Staten
STERCK. Waar staat Cubigo op dit moment?
Houben: “De gezondheidszorg is sowieso een meer conservatieve sector, maar in België wel heel sterk ontwikkeld. Er is hier een goed op elkaar afgestemd netwerk op een kleine oppervlakte. Dat was het perfecte testgebied. Nu zijn we op het punt gekomen dat we grotere markten moeten veroveren. We willen niet het zoveelste bedrijf zijn dat naar Silicon Valley trekt, maar de VS is voor ons natuurlijk wel een enorm interessante en grote markt. Je moet er dus fysiek aanwezig zijn. Al geloof ik erin dat je de R&D van je bedrijf wel perfect in België kan uitbouwen. We hebben hier heel goede mensen.”
De Croo: “… en ze zijn hier ook veel goedkoper én trouwer dan daar.”
Houben: “Absoluut. In Silicon Valley vecht je tegen spelers als Apple, Facebook en Google, die toplonen betalen. In België ligt dat anders. Wij hebben nu een momentum gecreëerd, voor een stuk doordat de markt klaar geraakt voor digitale technologie in de gezondheidszorg. Maar ook de hele aandacht rond het Google-bootcamp heeft ons geholpen. Ons product is klaar en heeft zijn meerwaarde bewezen bij de eerste klanten. De disruptie in de gezondheidszorg is nog niet zoals we die kennen in andere sectoren zoals de muziek, de taxisector en noem maar op. Maar potentiële investeerders zien wel dat er van alles begint te bewegen. We moeten nu op grotere schaal uitrollen.”
STERCK. Daarvoor hebben jullie kapitaal nodig?
Houben: “We hebben tot nu toe 1,5 miljoen euro verbruikt en hebben nog 2 miljoen nodig om vooral in de VS onze groei mogelijk te maken. Gelukkig moeten we geen grootschalige fabrieken bouwen, maar zitten we in de IT waar de investeringen vooral in mensen gebeuren.”
De Croo: “Jullie hebben nu ongeveer 15.000 eindgebruikers? Dan is dat bedrag eigenlijk nog relatief beperkt. Het geeft aan hoe laag de drempel geworden is om ondernemer te worden. Je zit hier in een onontgonnen domein, maar met 1 miljoen euro kan je al heel ver komen. Het digitale domein is één van de sterkst democratiserende sectoren binnen het ondernemerschap. Mensen die tien jaar geleden nooit de kans zouden hebben om een bedrijf te starten kunnen dat vandaag wel.”
Idee vertalen naar een bedrijf
STERCK. Iedereen met een goed idee kan ondernemer worden?
De Croo: “Voor mij is het idee niet het belangrijkste. Heel wat ‘would-be’ ondernemers staren zich compleet blind op een gouden idee. Men focust op de absolute succesverhalen. Toen ik eind jaren ’90 begon te werken had ik zelf ideeën zoals dat van de muziekdienst Pandora en het concept van verkeersgeleiding op basis van GPS-gegevens. Maar ik heb er geen verdienste aan want ik was zeker niet de enige en ik heb er niets mee gedaan. Zo’n idee vertalen naar een bedrijf en naar klanten: dát is het ‘nec plus ultra’. Je moet je idee naar buiten brengen en het door interactie met anderen gestalte geven. De drempel tot ondernemen is onwaarschijnlijk gedaald door de combinatie van mobile, big data én het feit dat je eigenlijk heel veel dingen perfect kan outsourcen. Jonge ondernemers moeten zich trouwens ook niet blindstaren op hun business plan. Natuurlijk moet je berekeningen maken. Maar je moet vooral een product hebben waar de mensen iets in zien, ook al is dat product in het begin misschien nog niet volledig.”
Houben: “Je moet je business plan op een bierkaartje kunnen schrijven. In de VS gebeurt een pitch met topinvesteerders vaak gewoon op een servetje. De markt gaat zo snel dat je businessplan volgende week al achterhaald kan zijn.”
Ons product is klaar en heeft zijn meerwaarde al bewezen bij de eerste klanten.
De Croo: “In België komt de laatste 10 jaar misschien 85% van de economische groei uit de technologiesector of van de invloed van technologie op de klassieke sectoren. Verdere groei zit nu in de vertaling van het digitale naar de “dull industries”. Gaan wij hier in België het nieuwe grote sociale media platform uitvinden? Ik hoop het, maar die kansen zijn redelijk klein. In de transformatie van de klassieke sectoren en in specifieke niches kunnen we wel een rol van betekenis spelen.”
Houben: “Voor veel traditionele bedrijven is het moeilijk om die omslag te maken. Maar het model van open innovatie en samenwerking met kleine start-ups begint steeds meer ingang te vinden.”
De Croo: “Tot twee jaar stond de Belgische economische wereld heel defensief tegenover e-commerce. Men dacht dat het wel zou overwaaien. Die fase zijn we gelukkig voorbij. Men ziet de opportuniteit. Maar dat inzicht is er wel pas gekomen nadat een aantal sectoren zoals de retail keihard wakker geschud zijn. Elke KMO moet nu de reflectie maken hoe ze gebruik kunnen maken van technologie en big data om gecombineerd met marktkennis betere resultaten te halen. Dat moeten de ondernemers zelf doen. Als overheid kunnen we een aantal ondersteunende maatregelen nemen en zoveel mogelijk drempels helpen wegnemen.”
Rolmodellen
STERCK. Het aantal start-ups groeit. Maar de ambitie is erg groot. Hoe ver staan we?
Houben: “Wat ik van de top-investeerders in Silicon Valley geleerd heb, is dat we een ecosysteem nodig hebben met rolmodellen die jonge ondernemers aanzetten om diezelfde paden te bewandelen. En we hebben groeifinanciering nodig. Maar die moet volgens kenners niet van de overheidssubsidies komen want dat werkt niet.”
De Croo: “Met het tax shelter systeem willen we slapend geld van burgers in de richting van bedrijven krijgen door 45% van de investering aftrekbaar te maken in de personenbelasting. We hebben erover gewaakt dat het niet de overheid is die moet kiezen welke bedrijven hiervoor in aanmerking komen. Het systeem geldt voor elke startende onderneming, binnen de 4 jaar na oprichting. Het geldt dus evenzeer voor de startende bakker die zijn moeder overtuigt om te investeren. Al zal het zeker een invloed hebben op de digitale transformatie omdat dit nu een prominente beweging is. Daarnaast zijn er een aantal randfactoren die de beweging vooruit moeten helpen: hoge snelheid van internet tegen een lage prijs, fiscale stabiliteit, de inzet op open data, ... en een overheid die zegt dat ze zelf alles digitaal gaat doen. Dat opent opportuniteiten voor bedrijven.”
Houben: “Er zijn natuurlijk nog tal van verbeterpunten. Neem de regels rond het aanwerven en ontslaan van medewerkers. In een startup verandert je situatie razendsnel. Bepaalde mensen met een specifieke competentie heb je vandaag nodig maar morgen misschien niet meer. Dat is in België een probleem omdat het enorm veel geld kost iemand te ontslaan.”
De Croo: “De klassieke zwakheden van onze economie, namelijk hoge arbeidskost en hoge inflexibiliteit, wegen in de digitale economie nog veel meer door. De inflexibiliteit op nachtarbeid heeft ons 30.000 jobs gekost. In België lost men dat voor een stuk op door met zelfstandigen te werken. Maar dat moet anders kunnen.”
STERCK. Missen we in België die typische technologische rolmodellen?
Houben: “Er zijn natuurlijk wel een aantal succesvolle Belgische ondernemers. Helaas zitten ze bijna allemaal aan de andere kant van de oceaan omdat daar kapitaal beschikbaar is en de markt er veel groter is.”
De Croo: “De vraag is ook hoe je als samenleving met die succesverhalen omgaat. Neem het bekende voorbeeld van Marc Coucke. Je kan niet zeggen dat hij zijn bijdrage aan de maatschappij niet levert. Hij gaat niet op zijn geld zitten, maar investeert het in tal van bedrijven. En toch roept hij heel tegenstrijdige reacties op. In plaats van hem proficiat te wensen zoeken mensen hoe ze hem verder kunnen belasten. Die afgunst is heel raar. Het zit ingebakken in onze cultuur. Ik vind het knap dat hij zich niet verstopt en ingaat tegen het klassiek Belgische idee van 'Vivons heureux, vivons cachés'. Onze beste voetballers verdienen trouwens een veelvoud van ondernemers. Daar is weinig discussie over. Waarom? Omdat het voor iedereen heel duidelijk is dat die mensen een uitzonderlijk talent hebben. Welnu, veel van onze ondernemers zijn ook uitzonderlijke mensen. Ze zouden nog meer naar buiten moeten komen. Rolmodellen zijn super belangrijk, dat is wat Silicon Valley ook toont.”
Houben: “Het feit dat je in België niet mag falen is trouwens een andere drempel voor jonge ondernemers. Als je faalt wordt je hier afgeserveerd. ‘Hij kan het niet’. Wanneer je in België aan succes timmert houden ze van je. Maar eens je succes hebt is er afgunst. In de VS geldt een ander motto: ‘On the road to success, nobody cares’. Iedereen is er aan het knokken. Maar: ‘Once you have succes, they love you. Then you are the rockstar’.”
Arbeidskost en hoge inflexibiliteit wegen in de digitale economie nog meer door.
STERCK. In welke mate heeft je doortocht bij Google je veranderd?
Houben: “Het grootste leerpunt was voor mij dat je groot moet denken. Een bedrijf runnen is als een boek schrijven. Je begint met het laatste hoofdstuk. Waar ga je naartoe en wat is je visie? En dan tel je terug en schrijf je die eerste bladzijde. In Europa en België denken we heel incrementeel. We kijken eigenlijk recht naar beneden en we zeggen: we gaan naar daar. En dan doen we dat, maar zonder visie voor ogen. Dat is heel moeilijk als je teams moet aansturen, want iedereen volgt jou. Je moet eigenlijk zeggen: dáár is het doel maar hoe we het bereiken maakt niet uit. Als we er maar geraken.
Bij Google moest je op drie minuten kunnen vertellen wat je doet. Iedereen deed dat de eerste keer slecht. Ik heb alles overboord gegooid, een wit blad genomen en ik heb heel ons bedrijf opnieuw getekend met de visie en de manier van denken die ze daar hanteren. Je dromen kunnen er niet groot genoeg zijn. ‘If you aim for the stars, you reach the moon'."
STERCK. Wat betekent dat nu concreet voor Cubigo?
Houben: “We hebben gezien dat we helemaal niet moeten onderdoen voor bedrijven in Amerika. Ik vergeet nooit dat ik in 2012 in Silicon Valley voor het eerst naar een beurs voor ouderenzorg en technologie ging. Ik dacht het Walhalla te zien. Maar ik zag er dingen die wij twee jaar eerder zelf al hadden ontwikkeld. We moeten er nu dus in slagen om wereldwijd een stukje markt te veroveren. Anders krijg je het Netlog-verhaal. Dat was een fantastisch product maar ze zijn te langzaam van land tot land gegaan. En ineens stond Facebook er en was alles weg. Daarom moet je als jonge start-up ook snel grote markten zoeken.”
De Croo: “We zijn in Europa minstens even goed op het vlak van technologie en ontwikkeling als de VS. Soms zelfs een stuk beter. Maar de Amerikanen zijn onovertroffen in sales en marketing. En ze hebben een grote markt van meer dan 300 miljoen inwoners. In Europa heb kan je in theorie een markt van 500 miljoen inwoners hebben, vaak met een hogere koopkracht. Alleen staan er vandaag nog gigantische muren tussen die markten. Dat is een groot nadeel dat we moeten wegwerken. We mogen op dat vlak niet toegeven aan een toenemende reflex van de grotere Europese landen om op nationaal vlak kampioenen te creëren op technologisch vlak. Ook een aantal schijnbaar simpele dingen moeten we oplossen. Zoals ‘roaming’. Dat is het beste bewijs dat we niet één markt zijn. Dan kunnen we flinke stappen vooruit zetten naar een grotere Europese markt waar je wel in één keer snel kan gaan.”
Mooiste job van de wereld
STERCK. U bent zelf ook ooit internetondernemer geweest. Herkent u zichzelf terug in een aantal dingen?
De Croo: “Ik kom regelmatig terug van een vergadering met de gedachte dat het vroeger toch ook wel erg leuk was. Anderzijds is mijn ondernemerschap intussen van 2009 geleden. De eerste drie jaar van het bedrijf was ik betrokken. Ik heb nog wel aandelen maar het is intussen mijn baby niet meer. Darts-IP levert online informatie voor gespecialiseerde IP-advocaten. Het is een typisch voorbeeld van een heel kleine niche, waar je wereldwijd wel iets in kan uitbouwen.”
STERCK. Er zijn politici die intussen terug ondernemer geworden zijn?
De Croo: “Ik heb nooit een groot plan gehad waar ik binnen 30 jaar wil staan. Je moet kunnen openstaan voor wat er gebeurt. Als student wilde ik altijd een bedrijf starten en dat heb ik ook gedaan. Daarna heb ik de switch naar politiek gemaakt omdat ik voelde dat die job mij nog iets meer kon geven. Je moet het gevoel hebben dat hetgene dat je vandaag doet, het mooiste ter wereld is. Dé grote gelijkenis tussen een politicus en startende ondernemer is dat je dénkt dat je jouw product of dienst verkoopt, maar eigenlijk verkoop je jezelf. Want in het begin heb je niet veel meer dan een plan en jezelf als persoon. Daarop moeten investeerders of potentiële klanten oordelen. Dat is als politicus niet anders.”
Houben: “Dat is inderdaad exact wat investeerders zeggen. Je kan het beste product hebben, het beste business-model. Maar als je een slechte ondernemer bent die er niets van bakt, dan sta je nog nergens. Een goede ondernemer kan met een half product nog iets maken. Investeerders kijken of je te coachen bent en of je jezelf goed genoeg kent om een perfect complementair team uit te bouwen. En je moet net zoals in de politiek een ‘storyteller’ zijn. Mensen willen met je samenwerken omdat je een visie hebt, gepassioneerd bent, en omdat zij dezelfde visie delen en daaraan mee willen werken.”
STERCK. Geert, waar wil jij binnen 5 jaar staan?
Houben: “Ik hoop dat wij dan wereldwijd impact hebben in onze sector. Het potentieel is er. In de IT kom je echter vaak tegen dat bedrijven die boven het maaiveld uitkomen heel snel overgenomen worden. Ik heb nu al vijf andere ideeën voor als het morgen niet meer lukt of als het bedrijf verkocht zou worden. Mijn persoonlijk kantelpunt zit op het snijvlak tussen ondernemer en manager. De dag dat je als bedrijf zo gegroeid bent dat je enkel nog een pure manager bent, houdt het voor mij op. Omdat ik weet dat mijn kwaliteiten op andere domeinen liggen. Maar dat punt is voor alle duidelijkheid nog lang niet bereikt.”.