De invordering van onbetaalde facturen verloopt in verschillende fasen.
Minnelijke invordering
Deze wordt in de Wet betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument dd° 20.12.2002 omschreven als elke handeling met als doel de schuldenaar te bewegen tot betaling. Hierbij is de schuldeiser nog niet in het bezit van enige uitvoerbare titel. Als het om schulden in de private sfeer gaat, dan is deze wet van toepassing met bescherming tegen allerlei misbruiken en verbod om aanmaningskosten ten laste te leggen van de schuldenaar.
De gerechtsdeurwaarder kan in de aanmaning aan de schuldenaar betaling vragen van de openstaande schuld, vermeerderd met bedragen vervat in de onderliggende overeenkomst zoals intresten en/of schadebeding. De gerechtsdeurwaarder zal steeds voorafgaandelijk met de cliënt een vaste aanmaningskost afspreken (brief, port, opzoekingswerk, telefoon, inningsrecht, eventuele reiskosten, ...)
Minnelijke fase
De minnelijke fase gaat vooraf aan de gerechtelijke invordering. Wanneer de schuldeiser reeds beschikt over een uitvoerbare titel (vonnis, notariële akte, fiscaal dwangschrift), is voormelde wet niet van toepassing.
Er wordt dan aanmaning verstuurd waarbij de kosten ten laste van de schuldenaar zijn.
Gerechtelijke procedure
De gerechtelijke procedure kan bij gebrek aan een minnelijke regeling opgestart worden middels een dagvaarding waarvan de kost (na provisie) uiteindelijk ten laste van de veroordeelde schuldenaar valt. Alle verdere uitvoeringsdaden vallen ten laste van de schuldenaar (behoudens bijvoorbeeld faling of WCO).
Betalingsbevel
Binnenkort zal het betalingsbevel een nieuwe wettelijke mogelijkheid bieden om sneller en goedkoper een titel te bekomen als het over BTB-zaken gaat.
De gerechtsdeurwaarder zal dan als sterk merk zijn kans krijgen om proceseconomisch een onmisbare schakel te worden inzake inning van onbetaalde facturen.
Eric De Belder is gerechtsdeurwaarder en zaakvoerder GDW Provant.