De Confederatie Bouw Antwerpen is vertrokken voor een historisch werkjaar. In het begin van 2016 moet de fusie met de Confederatie Bouw Kempen een feit zijn. De uitvoering van de fusieplannen zit op schema. Intussen ligt er natuurlijk nog heel wat ander werk op de plank zoals het stimuleren van fundamentele maatregelen om de sector terug in een positieve spiraal te krijgen. STERCK. sprak met voorzitter Eric Onraedt, tevens ook gedelegeerd bestuurder van Antwerpse Bouwwerken.
Wat zijn de kernprojecten voor Confederatie Bouw Antwerpen dit jaar?
Eric Onraedt: “Een zeer belangrijk agendapunt is uiteraard de fusie tussen de Confederaties Bouw van Antwerpen en de Kempen. De nieuwe vzw Confederatie Bouw Provincie Antwerpen is op 31 maart 2015 bij akte opgericht. Recent hebben beide raden van bestuur (Antwerpen en Kempen) hun goedkeuring gegeven om voor het jaareinde de algemene vergaderingen bijeen te roepenen. Die moeten beslissen over de totale inbreng van de activa en passiva van de hudige twee Confederaties Bouw in de nieuwe vzw. Dat zal nog dit jaar gebeuren. Als de algemene vergaderingen dit goedkeuren zal de nieuwe vzw Confederatie Bouw Provincie Antwerpen vanaf begin 2016 over alle middelen beschikken en kunnen de vorige vzw’s ontbonden worden. De fusie is een belangrijke stap om de dienstverlening in de hele provincie te verbeteren en overal over dezelfde middelen te beschikken.
Bij gelijk loon is een buitenlandse arbeider 10 euro per uur goedkoper.
Daarnaast zijn er nog een aantal meer klassieke punten. We hebben binnenkort voor de eerste keer sociale verkiezingen in de bouw. Daarin moeten we onze leden ondersteunen en begeleiden. Verder blijft er de strijd tegen de deloyale concurrentie en alle maatregelen die daarvoor genomen moeten worden. Dat is eerder een nationale problematiek. En er is steeds de doorlopende opdracht van het opleiden van onze mensen om het kennisniveau op peil te houden.”
Verschil tussen sectoren
STERCK. Voor het eerst sinds lang lijkt het ondernemersvertrouwen toe te nemen. Voelt u dat ook in de Antwerpse bouwwereld?
Eric Onraedt: “Er is een aanvoelen dat er inderdaad iets meer optimisme is, al zijn er binnen de bouw vooral bepaalde sectoren die het redelijk goed doen en andere dan weer minder. De wegenbouwers hebben het bijvoorbeeld zeer moeilijk. Dat heeft te maken met de beperkte mogelijkheden die de steden en gemeenten hebben om te investeren. Het Vlaamse Gewest zegt dat ze evenveel investeert als vroeger. Maar het zijn toch ook de onderliggende besturen die in het verleden heel wat werken lieten uitvoeren en waar nu is stilgevallen."
STERCK. Ook de woningbouw kende tot nu toe een minder goed jaar?
Eric Onraedt: “Dat is voor een stuk een reactie op het afschaffen van de woonbonus. Ik durf niet te voorspellen of de markt hier opnieuw gaat aantrekken. Op het vlak van grote projecten is 2015 tot nu toe wel een relatief goed jaar. De private bouw van appartementen zit nog goed, al doet er zich een kleine terugloop voor in het aantal aanbestedingen van grote publieke gebouwen. Ook de woonzorgcentra zijn teruggevallen omwille van een tekort aan subsidies. De centra die de laatste jaren gebouwd worden, zijn vooral vervangingsinvesteringen en geen grote uitbreidingen van capaciteit. Nochtans is dat broodnodig. Men is nu bezig om nieuwe vormen te zoeken zoals assistentiewoningen, een oplossing tussen de thuissituatie en het woonzorgcentrum in. Dat zijn veelal private initiatieven die gebouwd worden zonder subsidies. Dat zit zeker in de lift.”
STERCK. En dan is er nog de scholenbouw en de burgerlijke bouwkunde?
Eric Onraedt: “Dankzij het project van ‘De scholen van morgen’ blijven in dat domein belangrijke opdrachten lopen. Met mijn eigen bedrijf Antwerpse Bouwwerken zijn we daar ook in actief.
In de burgerlijke bouwkunde is het wachten tot de grote programma’s aan bod zullen komen. Een project zoals de Oosterweelverbinding heeft een invloed op de hele bouwsector in de provincie. Het probleem is dat er misschien wel veel werken worden aangekondigd, maar worden ze ook gerealiseerd? Voor ons is een werk pas echt een werk wanneer we effectief kunnen starten. Niet wanneer het aangekondigd wordt.”
Illegale en deloyale concurrentie
STERCK. Sinds 2012 zijn er in België 17.000 jobs verloren gegaan in de bouw. Het is hoog tijd voor een kentering?
Eric Onraedt: “We zien toch ook wel een positieve evolutie. Maatregelen zoals de registratie van mensen op de werven, versterkt toezicht en meer controle helpen om het illegale circuit steeds verder droog te leggen. Daar staan we als Confederatie Bouw ook sterk achter. Een ander fenomeen is natuurlijk de legale concurrentie uit landen waar de loonkosten tot de helft lager liggen, vooral omdat de sociale zekerheid er veel minder uitgebouwd is. Dat is een ander paar mouwen.
Het accent is teveel verschoven naar papierwerk. Het échte werk moet nog altijd op de werf gebeuren.
In de bouw heb je twee solidariteitssystemen. Eén dat elke werknemer in België kent via de werkgeversbijdrage. Maar in de bouwsector heb je daarnaast nog een verbeterde sociale zekerheid, onder andere dankzij vergoedingen wanneer je niet kan werken omwille van weerverlet, …. Dat zijn aanvullende zaken die in het buitenland vaak niet bestaan waardoor de bijdrage aan de sociale zekerheid er vaak een stuk lager ligt. En daar zit het verschil. Bij gelijk loon is een buitenlandse arbeider 10 euro per uur goedkoper. Daarom eisen we ook een loonlastenverlaging binnen de sector die dat verschil moet verkleinen. Het hoeft niet eens gelijk te zijn. Maar een vermindering van 6 euro is echt noodzakelijk. De jobs die op de Belgische arbeidsmarkt verloren zijn gegaan, zijn trouwens niet weg hè. Het werk is wel uitgevoerd, maar dan door buitenlandse arbeidskrachten. In de productie gaat men naar het buitenland. Dat kunnen we in de bouw niet. Daar komen de arbeiders naar hier.”
STERCK. Johan Willemen, Europees voorzitter van de Confederatie van Aannemers, pleitte in een vorige STERCK. Magazine er nog voor om de sociale zekerheid te laten betalen in het land waar er gewerkt wordt?
Eric Onraedt: “Dit zou een goed systeem zijn als het gaat over fraude. Maar je moet dan ook verder redeneren. Je kan die voorheffing hier afhouden en doorstorten naar het land waar de mensen vandaan komen. De vraag is wat je gaat doorstorten. Hetgeen wat er in het land van herkomst betaald wordt, of hetgeen dat ze hier zouden moeten betalen? Het zou al een stap vooruit zijn omdat het geld dan in elk geval rechtstreeks in handen komt van de sociale zekerheid. Maar je kan je ook de vraag stellen of het evident is dat iemand die niet kan genieten van de goede sociale zekerheid hier, toch meer bijdrage moet betalen. Dat is betalen voor diensten die niet geleverd worden. En je moet ook niet vergeten dat de instroom van goedkope arbeidskrachten er effectief voor gezorgd heeft dat bepaalde projecten tegen een lagere prijs konden uitgevoerd worden. Dat geld vloeit ergens naartoe hè.”
Teveel papierwerk
STERCK. Op de werkvloer verandert er veel: BIM, werken in 3D, … krijgen de kleine aannemers dat nog behapt?
Eric Onraedt: “We moeten niet overdrijven. De technologie gaat in de goede richting vooruit, maar zo schokkend snel verloopt de evolutie ook niet. De kleinere aannemers die aan beperkte projecten werken, hebben daar nog niet zo veel mee te maken. De plannen worden er nog op de klassieke manier aangeleverd. Als zij met 3D en dergelijke moeten beginnen wordt het voor hen quasi onmogelijk.
Maar de tijd van de aannemer van 15 jaar geleden waarbij men een bouwbedrijf kon beginnen zonder een technische achtergrond, die is wel voorbij. Je ziet nu ook in de kleine bedrijven en bij de zelfstandigen ingenieurs werken die kennis hebben van de laatste nieuwe technieken. Toch zal het klassieke bouwgebeuren nog altijd een plaats hebben. Voor de echt grote projecten zit je wel met een evolutie waarbij men meer beroep doet op technologie, informatica, data en 3D-modulatie. We moeten erin investeren om mee te kunnen met die ontwikkelingen. Zowel in mensen als in middelen.”
STERCK. Brengen nieuwe samenwerkingsvormen de verschillende partijen in een bouwproces samen?
Eric Onraedt: “Niet noodzakelijk. Het helpt in sommige gevallen wel om misverstanden en fouten uit te sluiten. Tegelijk stel ik echter vast dat de bouw meer en meer iets is wat op het bureau gebeurt en niet meer op de werf zelf. Dat vind ik dan weer niet zo’n goede evolutie. Als het op het 3D-model goed getekend staat, denkt men dat het op de werf ook goed komt. Maar het is natuurlijk op de werf dat het werk effectief moet gebeuren. Vroeger werd er meer tijd besteed aan toezicht en controle op de werven. Het accent is te veel verschoven naar papierwerk. Dat is zeker een aandachtspunt.”.